Het duel tussen Hømlet (Inge Wijers, rechts) en Laertes (Leon van Esveld) resulteert in 'Hømlet' in een vloer bezaaid met lijken. Zaterdagavond was de voorstelling voor het laatst te zien in Diever. Foto: Koen Timmerman
In de spetterende finale van Shakespeare’s Hamlet gaat iedereen dood. We mogen opgelucht lachen als de lijken vallen. Voor zover ze al niet eerder gevallen zijn. Gerechtigheid voor wie het verdiend hebben. De schurken, de meelopers, de lafaards, de opportunisten. Maar ook de goeien. Ze gaan er allemaal aan.
Deze nieuwe Hømlet van Jack Nieborg maakt het een tikje spannender. De Held heeft zich twee uur lang staande gehouden in een zee van dodelijk cynisme. En ja: het zou dan toch zonde – en al te makkelijk – zijn om hem domweg te laten sterven.
Dat heeft die jongen niet verdiend. Hij heeft het duel gewonnen. De vloer ligt bezaaid met lijken. Hij zwaait nog wat onzeker met zijn revolver, maar doet niet wat wij vrezen. De loop zwenkt naar boven. Je ziet hem enkele seconden denken. Dan schiet hij zijn laatste schot... in de lucht. Licht uit. Applaus.
Een vermoeden van hoop
Hoezo? Schot? Het duel ging bij Shakespeare toch met kletterende zwaarden? Waarvan één gedoopt in langzaam werkend dodelijk gif? Dit keer niet. Bij deze Hømlet geen van helse pijnen kronkelende stervende held. Een overwinnaar eerder. Misschien het begin van een vermoeden van hoop. Op betere tijden. Of zoiets.
Hømlet is een jongen die nadenkt. De geest van zijn vader heeft gesproken. Wreek mij! Lastige opdracht want de moordenaar van zijn vader is de bruidegom van zijn moeder en dus rechtens zijn ‘nieuwe’ vader. Ingewikkeld hoor. Maar... de schurk moet dood. Hoe dan ook.
Koningin Gertrude – kostelijke creatie van Marion Nieborg – wankelt in vol ornaat de vloer op. Foto: Koen Timmerman
Inge Wijers zet een dijk van een held neer. Intelligent en trefzeker. Laat zich door niemand tegenhouden in haar streven naar waarheid, echtheid, eerlijkheid en rechtvaardigheid. Als er even niemand kijkt pakt hij zijn danig mee-stribbelende geliefde Ophelia bij de lurven en zoent haar dan vol op de mond.
Een vrouw in een mannenrol? Moet kunnen, zeker bij Shakespeare. Goed statement ook, bij de actueel groeiende lhbti-allergieën.
Schaarse krokodillentranen
Oudgediende bij het Shakespearetheater, Anne Peter van Muijen (de Hamlet van 2011), speelt de welbespraakte schurk. Gehuld in een vernislaagje beschaving. Een engerd in zijn daagse pak. Een paljas in het potsierlijke vorstelijk gewaad, gekroond en wel. Een treurig geval van stompzinnige overmoed. Heerlijk om te zien. Lekker om te doen!
Zijn bruid Gertrude – kostelijke creatie van Marion Nieborg – wankelt in vol ornaat de vloer op. Overal steun zoekend. Wanhoop in de blik. Duidelijk een glaasje teveel. Huilt haar schaarse krokodillentranen. Zakt weg, veert op. Mompelt hier en daar wat snedige commentaartjes. Dat dan nog wel. Een beklagenswaardig geval. Lachen dus. Tot die laatste, fatale slok. Het zal je moeder maar wezen.
Ophelia in alle staten
En dan die lafhartige ‘vrienden’, dat even harkerige als slijmerige duo. Rosencrantz en Guildenstern. Het zullen je vrienden maar zijn. Die bevroren grijns, die enge onderdanigheid. Maar goed: de verraders worden verraden. Hoe verraderlijk kun je het hebben.
En daar hebben we Polonius. Prachtige rol van Frans Planken. Parmantige ijdeltuit. Articuleert zijn zinnetjes op topsnelheid. De machinaal gekwetterde levenslesjes voor zoon en dochter zijn even grappig als zijn ridicule dood. Een vergismoord in stijl. Iedereen van slag, Ophelia in alle staten. Loopt in rare jurken. Wordt gek en verdrinkt.
De koning van Denemarken (Anne Peter van Muijen) en een ploeg in plastic gehulde laboranten. Foto: Koen Timmerman
Het uur der waarheid speelt zich af in volstrekte gekte. Totale hilariteit in het ‘stuk in het stuk’ dat het begin van het einde markeert. Nog even dollen met de souffleuse. Nog een keer het ritueel van een ploeg in plastic gehulde laboranten. Oplossen in plaats van begraven. Een aardige oplossing voor een niet bestaand probleem, lijkt me. Met een wand met nissen met geëtiketteerde flessen als resultaat.
Gekte en ernst
Hømlet is een voorstelling van contrasten. Gekte en ernst. Of allebei tegelijk. De ernst van de gekte en de gekte van de ernst. In het slotwoord van Hømlet ontbreekt die aangename dubbelheid. Het wordt menens. De held mijmert, fluistert, is soms moeilijk te verstaan. De bekende woorden komen langs. To be or not to be. That ’s the question. Geniet van wat je bent, wacht niet tot je iets wordt... Tja... het zal wel.
Na 14 jaar heeft regisseur en vertaler Jacques Nieborg Shakespeare’s Hamlet opnieuw onder handen genomen. Van het stof der eeuwen ontdaan. Hij deed het vaker. Eigengereide, frisse, lekker bekkende teksten. Olijk en vrolijk: Hamlet tegen Ophelia: ‘Mag ik even tussen je benen liggen? Wat dacht je?’ Ophelia: ‘Ik dacht eerlijk gezegd niet zo veel’.
Voorstelling
Gebeurtenis: Shakespearetheater DIever speelt Hømlet naar William Shakespeare Artistieke leiding, regie en vertaling: Jack Nieborg Decor: Janco van Barneveld Kostuums: Margot van der Kamp Kap- en grime: Jolanda Slager Lichtontwerp: Henry van Niel Muziek: Jan Meiborg Spel: Inge Wijers, Eke Born, Marion Nieborg-Juch e.a. Publiek: 1000 (vol) Gezien: 15/8 (première) Shakespearetheater Diever Daar nog te zien: 20, 22, 23, 27, 29, 30 augustus en 3, 5, 6, 12, 13, 19 en 20 september