Peter van Rooijen won de Poelifinario in de categorie kleinkunst. ,,Ik weet niet of ik mezelf nog cabaretier zou noemen." Foto: Jaap Reedijk
Peter van Rooijen (Gouda, 1983) kreeg vorige maand de belangrijkste cabaretprijs van Nederland, de Poelifinario, in de categorie kleinkunst. Plotseling wordt in Groningen en Leeuwarden gevochten om de laatste kaartjes voor Liefde, dood & taart.
Een unieke kleinkunstervaring. Muzikale hoogstandjes, creatieve arrangementen. Een programma met alleen maar hoogtepunten.
De Poelifinario-jury kwam superlatieven tekort voor het programma Liefde, dood & taart van Peter van Rooijen (40) en zijn band. Na Liefde, dood & zwaartekracht (2018) en Liefde, dood & Bob Ross (2021) wordt de liefde/dood-trilogie dan toch nog op waarde geschat.
Onze interviewafspraak stond al een tijdje. Destijds was mijn gedachte: waarom kent ‘het grote publiek’ Peter van Rooijen nog niet? Maar die insteek kan nu wel overboord.
„Ja, het is absurd wat tweeëneenhalve minuut televisie voor verschil kan maken. Donderdag (3 oktober, red.) speelden we bij Eva en in de twee dagen daarna zijn er 1500 kaarten verkocht. Plotseling zat alles vol of bijna vol. In Utrecht zijn we naar de grote zaal verplaatst. En Groningen... Kijk, ik ben wel zo triest dat ik de hele tijd controleer hoeveel stoelen bezet zijn. Op de zaalplattegrond kun je dat precies zien. Aanvankelijk ging het echt om een plukje mensen, het hield niet over. Maar plotseling: boem, boem, boem, boem. Als een olievlek. Absurd om mee te maken.”
Je hebt lang moeten werken om je potentiële publiek te bereiken.
„Dat heeft voor een deel met mezelf te maken. Ik wil bijvoorbeeld niet meedoen aan De slimste mens of Wie is de mol, want dat past gewoon niet bij me. Ik ben er niet goed in. Ik hoop dat mensen via mijn werk met mij in aanraking komen. Dat iemand je in het theater ziet en denkt: dit is te gek. Dit moeten meer mensen zien.”
Om aan te geven in welke hoek je zit, noemen recensenten vaak namen als Hans Dorrestijn en Jeroen van Merwijk.
„Daar heb ik ook veel naar geluisterd. En naar Maarten van Roozendaal, Kees Torn. Heel veel Boudewijn de Groot ook, vooral.”
Theatermaker, singer-songwriter, cabaretier. Was ben je in de eerste plaats?
„Ik zou zeggen singer-songwriter en heel kort daarachteraan theatermaker. Ik weet niet of ik mezelf nog cabaretier zou noemen. Mijn werk heeft heel veel cabareteske elementen, maar de verhouding ligt op 90 procent liedjes en 10 procent geleuter. Dat ligt bij cabaretiers andersom. Maar ik ben ook geen troubadour zoals Jeroen van Merwijk. Die kon je nog wel cabaretier noemen, denk ik.”
Je brengt een brede variatie aan muziekstijlen, van ska tot rock, van gipsy-jazz tot blues. Je zou zelfs de term kleinkunst in twijfel kunnen trekken.
„Nou, mijn teksten zijn wel enorm door kleinkunst beïnvloed. De tekst is altijd de basis, zelfs als ik eerst de muziek heb geschreven. Maar kleinkunst heeft ook een enorm truttige associatie. Daar is niet zoveel aan te doen, behalve dat ik wil laten zien dat het meer is dan iemand die achter de piano liedjes zingt. Trouwens, als een van de voorwaarden is dat kleinkunst een klein publiek bedient, dan wil ik er meteen van af.”
Terecht, want je maakt heel toegankelijke muziek. Een nummer als Bunker in vredestijd zou ik zelfs hitgevoelig willen noemen.
„Dat is ook een beetje wat ik nastreef. Dat het aan de ene kant easy listening is, maar dat je tegelijkertijd kwalitatief goede teksten naar binnen geschoven krijgt. Bijna zonder dat je het merkt.”
Peter van Rooijen brengt een brede variatie aan muziekstijlen.. ,,De tekst is altijd de basis." Foto: Jaap Reedijk
En zonder pretentieus of hoogdravend te zijn. Ook zo knap: je valt nooit over de rand van kitsch.
„Het is niet dat ik kitsch per se schuw, hoor. Het kan heel effectief zijn. Ik kan ook wel kitschelementen in mijn werk aanwijzen, maar het is een kwestie van die zo te plaatsen dat het niet meer als kitsch aanvoelt.”
Ik moet nu aan Kom je bij me? denken. Over het verlies van je kat. Best een sentimenteel onderwerp.
„Ja, je zou er ook heel goed een smartlap van kunnen maken. Het heeft met de invalshoek te maken. Het contrast dat je heel lief moet praten tegen zo’n dier, zodat het je vertrouwt en naar je toekomt. Terwijl je dat doet om het zo meteen te laten inslapen. Dat maakt het in beginsel heel dramatisch.”
Wanneer weet je voor jezelf dat je op de goede weg zit bij zo’n tekst?
„Als het pijn doet of als ik erom moet lachen. Of allebei.”
Er zit best veel onvermogen, onzekerheid en twijfel in je teksten.
„Dat is een rijke voedingsbodem. Maar je komt er niet altijd makkelijk bij, omdat je door je eigen gêne heen moet. In De sterilisatie van Peter van Rooijen benoem ik al mijn kinderachtige angsten. Het wordt vooral leuk als je jezelf lekker kan bashen. Dat werkt ook helend, merk ik. Door je machteloosheid op schrift te zetten, maak je het weer van jezelf. Het helpt om een beetje vat te krijgen op je sores.”
Vaak op een geestige manier, natuurlijk.
„Dat is een soort coping mechanism. Ik kan bijna niet over iets ellendigs schrijven zonder er een grap in te fietsen. Het leven is ook niet rechtlijnig. Er zit heel veel humor in pijn en pijn in humor. Dat is een cliché, maar het is wel waar.”
Peter van Rooijen en zijn band spelen Liefde, dood & taart op 30 november in De Harmonie, Leeuwarden en op 11 december in de Stadsschouwburg, Groningen. Daarnaast speelt hij op 21 december in De Amer, Amen (solo) en op 5 april in Theater de Machinefabriek, Groningen (Circus Treurdier). Volgend seizoen tourt Van Rooijen met een ‘best of’ van de liefde/dood-trilogie. Zie voor een complete speellijst petervanrooijen.nl en circustreurdier.nl.
In het kort
Peter van Rooijen (Gouda, 24 november 1983) studeerde in 2008 af aan de Amsterdamse Toneelschool & Kleinkunst Academie. In 2012 won hij samen met Wilko Sterke de Wim Sonneveldprijs tijdens het Amsterdams Kleinkunst Festival. Samen met toetsenist Anne Punt maakte hij in de jaren daarna twee avondvullende cabaretvoorstellingen.
In 2018 speelde Van Rooijen zijn eerste theaterconcert, Liefde, dood & zwaartekracht, samen met een vijfkoppige band. Dit liedjesprogramma werd genomineerd voor de Poelifinario in de categorie kleinkunst. In 2021 kwam het vervolgprogramma, Liefde, dood & Bob Ross, en in 2023 Liefde, dood & taart. De huidige tournee is daarvan een reprise.
Peter van Rooijen is driemaal genomineerd voor de Annie M. G. Schmidtprijs, voor het beste theaterlied, met Flikker op met je panache (2021), Goddank (2022, uit de voorstelling BAAAAAAA van Circus Treurdier) en De sterilisatie van Peter van Rooijen (2023).
Sinds 2008 is hij als maker verbonden aan muziektheatergezelschap Circus Treurdier, waarmee hij in 2025 weer op tournee gaat. Van Rooijen bracht tot nu toe vier muziekalbums uit en schreef onder meer voor Spijkers met Koppen, Het Klokhuis en De Boterhamshow. Ook werkt hij als (stem)acteur.