Zangeres Rosa da Silva (37) uit Klazienaveen droomt van een kappersopleiding. 'Op zo'n rolkrukje en dan vragen: heb je nog vakantieplannen? Heerlijk lijkt me dat'
Rosa da Silva: ,,Het zou heel raar zijn om zo’n groot thema te ontkennen.'' Foto: Anne van Zantwijk
In haar eerste programma vertelde ze over haar jeugd in Klazienaveen, over de wisselwerking tussen haar Drentse nuchterheid en Portugese temperament. Ook in A vida rosa blijft zangeres Rosa da Silva (37) dicht bij zichzelf. Maar het moederschap veranderde alles.
Het ging bij haar veel om de buitenkant, zegt Rosa da Silva (1986). Ze was ‘altijd aan het gaan’, op zoek naar aandacht en bevestiging. Een perfectionist in haar werk. Ambitieus en streng voor zichzelf. En toen werd ze moeder, in november 2022. „Dat verandert je leven natuurlijk compleet.”
Niet dat ze er nu met de pet naar gooit; laat dat helder zijn. Maar ze kan steeds beter relativeren. „Gedurende de voorstelling laat ik steeds meer los. Want waarom heb je dat allemaal nodig, die toestanden, het geschreeuw?”
Je nieuwe levensfase werd het centrale thema van je tweede programma.
„Toch dacht in het begin: nee, daar wil ik het niet over hebben. Stom natuurlijk, want zeker in cabaret of kleinkunst neem je altijd mee wat je beleeft, wat je bezighoudt. Het zou dus heel raar zijn om zo’n groot thema te ontkennen. Een zwangerschap neemt gewoon al je tijd in beslag. En dan bedoel ik niet luiers verschonen of de bevalling zelf; het gaat om wat het mentaal met je doet. Hoe zo’n ervaring je kan verrijken.”
Minder buitenkant, meer binnenkant.
„Ja, mensen omschrijven het programma als puur en klein. Alsof ik bij je op schoot zit met een liedje. Maar ik hou ook nog steeds van musical, van gigantisch uitpakken. Die uitersten, die dynamiek, dat is mijn trademark. Ik zing ook een stuk fado, je hoort bossanova.”
Rosa da Silva: ,,Die uitersten, die dynamiek, dat is mijn trademark." Foto: Anne van Zantwijk
Je solodebuut ‘Daar moet je heen’ stond onder het kopje ‘cabaret’ in de theatergidsen. Opvolger ‘A vida rosa’ neigt meer naar kleinkunst.
„Om het even dom te zeggen: de verhouding is nu 80 procent muziek en 20 procent praten. Al merk ik dat, als je wat langer speelt, er hier en daar wat bij komt. Maar het klopt dat ik een programma met meer muziek wilde. Het probleem met cabaret is dat het nu heel erg geassocieerd wordt met stand-up. En ik ben niet in de wieg gelegd om grappen te schrijven.”
Toch werd er veel gelachen in je vorige programma.
„In Daar moet je heen zaten natuurlijk heel veel typetjes en harde schakels. In die zin was het echt een éérste programma, waarin ik álles wilde laten zien. Zo van: dit ben ik, dit kan ik en dit wil ik doen. In mijn tweede voorstelling maak ik duidelijke keuzes: dit is de thematiek en hier gaan we het over hebben.”
De liedjes schreef je samen met tekstschrijver Tim Teunissen en Sergio Escoda.
„In een huisje van een vriendin, op Texel. Tim is een oud-klasgenootje van mij van de toneelschool. Hij is ook acteur en kan heel goed schrijven. En Sergio maakt daar prachtige muziek bij. Terwijl ik zat te kolven, zaten zij te componeren. Dat was echt heel grappig. Aan het einde van het weekend stonden er negen nieuwe liedjes in de grondverf.”
De lat lag hoog, want de vorige keer schreef je samen met Daniël Lohues.
„Ja, mijn idool for life. Die is zo steengoed en een geweldig iemand. De eerste keer liep ik met knikkende knietjes zijn erf op. Hij vroeg: ‘Heb je al wat tekst dan? Mogen we dat even lezen misschien?’ Ik draaide mijn laptop om met het idee: straks vindt hij het helemaal niks en dan moet hij aardig doen. Maar dat viel gelukkig allemaal erg mee. Het bleek dat we veel gemeen hebben. We komen een kwartiertje rijden bij elkaar vandaan, dat geeft sowieso al veel gelijkenissen, zeker qua humor.”
Zo komen we toch weer bij Klazienaveen, je geboorteplek. Is dat nog een onderwerp in je nieuwe programma?
„Ik verwijs er een keertje naar, maar dat is het dan wel. Na afloop van de voorstelling vragen mensen wel eens: ben jij Portugees? Dan denk ik: o jeetje, dat weten die mensen natuurlijk niet. Die zijn nieuw bij mij in de zaal. Maar ja, ik kan het niet elk programma hebben over Klazienaveen, Portugal en mijn deelname aan de Mini-playbackshow. Op een gegeven moment is dat wel klaar.”
Denk je al na over de volgende afslag in je carrière?
„Ik zal wel moeten. Aankomende zomer willen de theaters al informatie over het derde programma. Maar dat is heel moeilijk als je midden in je tour zit. Je wil natuurlijk weer andere dingen vertellen, maar dan moet je wel de tijd hebben om die andere dingen te laten gebeuren in je leven.”
Rosa da Silva schreef haar nieuwe liedjes samen met tekstschrijver Tim Teunissen en componist Sergio Escoda. Foto Anne van Zantwijk
Ontbreekt het daaraan? Jouw leven is waarschijnlijk afwisselender dan de gemiddelde 9-tot-5-baan.
„Ja, al denk ik soms wel eens: ik zou best zo’n leven willen op kantoor. Maar waarschijnlijk is dat na een week alweer anders.”
Daar zou je dan een programma over kunnen schrijven.
„Eigenlijk wel een goed idee. Ja, nou, ja, het klinkt misschien heel gek, maar ik ga een kappersopleiding doen. Omdat het me vet leuk lijkt om te kunnen knippen. En ik wil heel graag iets leren wat totaal niets met mijn vak te maken heeft. Nou, wie weet, gaat me dat weer inspireren.”
In de kapsalon krijg je de verhalen op een presenteerplaatje aangereikt.
„Ja, precies. Dat lijkt me toch zo fijn, op zo’n rolkrukje en dan vragen: heb je nog vakantieplannen? Heerlijk lijkt me dat.”
Voorstellingen
Rosa da Silva speelt A vida rosa op vrijdag 9 februari in Theater De Winsinghhof, Roden. Andere speeldata: 15/2 ‘t Voorhuys, Emmeloord, 1/3 Kielzog, Hoogezand; 6/3 De Meenthe, Steenwijk; 14/3 Ogterop, Meppel; 22/3 vanBeresteyn, Veendam; 26/3 Odeon, Zwolle; 30/3 Tamboer, Hoogeveen; 3/4 Oosterpoort, Groningen.
Rosa da Silva won in 2019 de jury- en publieksprijs van het Amsterdams Kleinkunst Festival. Haar eerste avondvullende voorstelling Daar moet je heen speelde ze twee seizoenen door het hele land. In 2021 ontving ze een nominatie voor de Annie M.G. Schmidtprijs voor het lied Als het zover is, dat ze schreef met Daniël Lohues. Een nieuwkomer was Da Silva niet in het theater. Na haar afstuderen aan de Amsterdamse Toneelschool & Kleinkunstacademie in 2014 speelde ze hoofdrollen in de musicals Anne en De Tweeling en was ze te zien in Het Pauperparadijs.