Beatrice van der Poel: ,,Waarom treft die man mij zo met zijn stem en zijn tekst?" Foto: Daan Castro
Afremmen, schakelen, een bocht om en dan weer gas geven. Een lied van Brel vertolken is als autorijden, zegt zangeres Beatrice van der Poel. „Je moet het heel erg vóelen.” Op zondag 28 januari zingt ze het Nederlandstalige repertoire van Brel tijdens een matineevoorstelling in De Lawei, Drachten.
Zangeres en liedschrijfster Beatrice van der Poel (57) legde een lange weg af in de muziek. Een route die voerde langs experimentele jazz, singer-songwriter, rock, pop en coverbands. Sinds het najaar van 2023 viert zij het leven en werk van Jacques Brel met een uitgebreide theatertournee én met het uitbrengen van een Nederlandstalig album met 13 van zijn chansons.
Waarom nu pas Brel?
„Eigenlijk is de vonk al overgeslagen toen ik nog heel jong was. Alleen is eerder, zeg maar, nooit het vuur ontbrand. Ik herinner me dat ik als klein meisje – in mijn pyjamaatje, de haartjes nat – Brel zag optreden op een zwart-wit-tv. Zijn gezicht vol in beeld, helemaal ingezoomd op alle zweetdruppels en die smekende grimas. Het had een enorme impact op mij. Laat me niet alleen, Laat me niet alleen. Ik dacht: wat is dit? Wíe is dit?”
Hij werd thuis niet gedraaid?
„Ik ben opgegroeid met vinylplaten, elpees en singeltjes. Maar afgezien van één single van Ramses Shaffy hadden we thuis geen Nederlandstalige muziek. Mijn ouders draaiden vrijwel alleen maar jazz. Geen Brel, ook niet zijn Franse chansons.”
Wanneer kwam je Brel opnieuw tegen?
„Dat is een heel persoonlijk verhaal. Begin jaren 90 waren mijn man en ik op vakantie in Engeland. Daar bereikte ons het bericht dat onze goede vriend Stefan van Campenhout, van de percussiegroep Motel Bokassa, was verdwenen in de bergen. Stefan was een ervaren en goed voorbereide alpinist, maar we wisten dat het noodlot hem had getroffen. We zijn onmiddellijk van Engeland naar Zwitserland gereisd. Toen we met onze auto in Vlaanderen de ferry verlieten, hoorden we op de radio Jacques Brel zingen: Laat me niet alleen. We keken elkaar aan en konden alleen maar huilen.”
Dat moet een enorme impact hebben gehad.
„Ik dacht: jeetje, wat gebeurt mij? Waarom treft die man mij zo met zijn stem en zijn tekst? Dat is altijd blijven hangen. Het is een groot lied, groots gebracht door Brel en nadien ook door anderen. Veel te groot voor mij, zei ik altijd.”
Toch ben je het gaan zingen.
„In coronatijd werd ik gevraagd mijn favoriete Nederlandstalige nummer te zingen in een livestream. Toen dacht ik meteen weer aan die vertaling van Ne me quitte pas. Sindsdien ben ik vol in het materiaal van Brel gedoken. Het heeft iets bij mij doen ontbranden, iets waarvan ik niet wist dat ik het had. Er bleek een soort Nederlandstalige chansonnière in me te schuilen.”
Dat heb je nooit geweten?
„Nee, eigenlijk niet. Ik heb pas nu ontdekt dat dit materiaal mij zo goed ligt, en dat ik het kan overbrengen aan het publiek. Voor mij is het een enorme ontdekkingsreis waaraan ik in september ben begonnen, met het album en een heleboel voorstellingen. Het bevalt mij heel erg goed.”
Beatrice van der Poel: 'Dit zijn muzikanten die exact begrijpen wat deze nummers vragen.' Foto: Daan Castro
De recensies zijn ook lovend.
„Ja, ontzettend fijn. En de ontwikkeling gaat natuurlijk door. Het is ongeveer een jaar geleden dat we de studio ingingen om het album op te nemen. Ik zou het nu alweer heel anders doen. Het blijven natuurlijk altijd momentopnamen.”
Dat repertoire van Brel is ook een levend iets, bijna een genre op zich.
„Ja, zo voelt het ook. Het is als autorijden. Afremmen, schakelen, een bocht om en dan weer gas geven. Ik ben heel erg bezig met de materie en het performen. Je ziet dat ook in filmpjes van Brel. De ene keer is het woestheid, dan weer verdriet of verlangen, cynisme of extreem theater. Het wisselt soms binnen één stuk. Je moet dat niet imiteren. Dat kán niet. Je moet het vooral heel erg voelen en begrijpen wat hij bedoelt. Dat specifieke nummer, Laat me niet alleen, zit vol zelfverachting, want hij vindt zichzelf een lafaard. Maar hij is ook heel erg alleen.”
Ontzettend intens, lijkt me. En uitputtend voor een uitvoerend musicus.
„Na afloop ben ik bekaf. Het is constant balanceren op een dunne lijn, omdat elke zin een andere gevoelstemperatuur heeft. Het is moeilijk uit te leggen, maar het publiek voelt meteen de oprechtheid. Als je overdrijft of juist te weinig geeft, kan het gauw fout gaan. Daarom ben ik zo ontzettend blij met mijn ensemble; dit zijn muzikanten die exact begrijpen wat deze nummers vragen.”
Je zingt vertalingen van grootheden als Ernst van Altena, Lennaert Nijgh en Willem Wilmink. Hoe beïnvloeden zij jouw eigen liedteksten?
„Het rare is eigenlijk: qua schrijven is het niet met elkaar te vergelijken. De manier waarop Brel iets vertelt is totaal anders dan mijn manier. Maar in thematiek raken we elkaar. In de voorstelling zit een aantal eigen stukken. Na afloop blijkt uit de reacties dat die elkaar niet bijten. Daar is voor mij het grootste compliment.”
Voorstellingen
Beatrice van der Poel (zang), Leo Bouwmeester (piano), Sanne van Delft (contrabas) en Micha Molthoff (viool) spelen Beatrice zingt Brel op zondag 28 januari in De Lawei, Drachten. Aanvang: 14.00 uur. Op zondag 12 mei is ze met pianist Leo Bouwmeester te zien en te horen op het minifestival La Douce France in De Nieuwe Kolk, Assen.
Zangcarrière
Beatrice van der Poel (Oss, 1966) begon haar zangcarrière in de band The Fishhospital, waarmee ze in 1991 een album opnam. Met haar zus Vera zong ze vervolgens in Beeswamp. De Parade-voorstelling Niks dan rottigheid, met Maarten van Roozendaal en Bob Fosko, betekende in 2003 een omslag naar Nederlandstalig werk.
Ze maakte een aantal albums, waaronder Langzaam los (2005) en Heelhuids (2013). Voor die laatste plaat zette ze onder meer een gedicht van Jean Pierre Rawie op muziek. De EP Beatrice zingt Brel uit 2022 evolueerde een jaar later in een volwaardig album met 13 nummers. Van der Poel maakt ook voorstellingen met de schrijver Thomas Verbogt en spreekt geregeld luisterboeken in.