David Murray Quartet: Chris Beck, de baas zelf, Marta Sanchez en Luke Stewart.
David Murray is een reus op tenorsax en basklarinet, en een van de avontuurlijker, meest gezichtsbepalende jazzmuzikanten van zijn generatie. Hij komt terug naar Groningen, de stad waar hij zijn Europese debuut beleefde.
21 was hij nog maar, toen hij in Vera te Groningen zijn eerste optreden op Europese bodem deed. Ondanks die jeugdige leeftijd zong de naam van David Murray, afkomstig uit het Californische Berkeley, al even rond.
In New York, waar hij het jaar tevoren pas was aangekomen, werd hij al snel voortrekker van de loft jazz, een even avontuurlijk ingestelde als zelfwerkzame scene die doodleuk zelf wel voor speelvlekken zorgde. Gewoon thuis, desnoods (‘loft’ is een zolder of zolderappartement).
Terug dus naar 24 oktober 1976. David Murray speelde in Vera met trompettist Olu Dara (buiten de jazz vooral relevant als vader van rapper Nas) en drummer Phillip Wilson. De vaste bassist was ‘vermoedelijk om budgettaire redenen’ thuisgebleven, noteerde de recensent van Nieuwsblad van het Noorden.
Geweldige hoeveelheid energie
Die roemde Murrays ‘tenorspel, hij heeft een mooie toon, een sterk ontwikkeld gevoel voor logica en een eersteklas timing. Plus een geweldige hoeveelheid energie die hij juist weet te doseren.’
Dat was het begin van een stormachtige carrière, die hem frequent naar de Noordelijke podia bracht. Vaak in contexten bedacht door de Groninger gitarist Jan Kuiper. In artistiek opzicht waren vooral de jaren tachtig zijn decennium. De albums van zijn octet, debuut Ming voorop, zijn nog steeds ware hoekstukken in de jazzhistorie, maar ook in kleinere en grotere bezettingen (zoals zijn soms wat rafelig, maar des te vitaler klinkende big band) schoot hij elke keer weer raak. En nog.
Die jazzhistorie is zijn grootste inspiratiebron. Vanuit die loft jazz, die zelf weer sterk leunde op de free jazz van het vorige decennium, plukte hij zijn invloeden uit decennia aan grote voorgangers, tot en met oude helden als Coleman Hawkins en Ben Webster.
John Coltrane
Als een van de weinige tenoristen van zijn tijd onttrok hij zich aan de dominantie van John Coltrane als rolmodel – om met zijn octet dan toch een album met diens stukken te vullen (Octet Plays Trane).
David Murray: stormachtig en expressief.
Maar een album met muziek van de ultieme psychedelische band Grateful Dead behoort net zo goed tot de mogelijkheden. Net als uitstapjes naar funk, latin, Afrikaans, gospel, noem het maar of hij vindt er zijn weg in met zijn expressief scheurende tenorsax of zijn iets romantischer knorrende basklarinet.
Murray is altijd erg productief geweest, met soms wel negen albums per jaar onder eigen naam. De storm in zijn productie en zijn spel is de afgelopen jaren amper gaan liggen, zo leren recente albums als The Recursive Tree (een soort eerbetoon aan freejazz-pianist Cecil Taylor), Plumb (met drummer Questlove van hiphopgroep The Roots) en Sun/Moon (solo en moederziel alleen), alledrie van vorig jaar.
Murray komt naar Groningen met zijn nieuwe, op hem na jeugdige kwartet: Marta Sanchez op piano, Luke Stewart op bas en Chris Beck op drums.