Trompettist Teus Nobel met bassist Thomas Pol en gitarist Tim Langedijk, in Dokkum. Foto: Marcel van Kammen
Na het tragische verdwijnen van de Leeuwarder jazzclub Hothouse Redbad bloeit de jazz in Friesland volop. Voor het eerst een volle bak in Dokkum!
‘Uitverkocht’, staat er op de deur. De caféruimte van ‘t Raedhûs in Dokkum puilt uit van de jazzminnaars, die hun oren op deze zonnige zondagmiddag graag laten masseren door trompettist Teus Nobel en zijn ode aan instrumentgenoot Chet Baker.
Peter Scharmga, initiatiefnemer van stichting Jazz-Dokkum, staat bij de ingang de kaartjes te scannen. Anderhalf jaar geleden begon hij ermee, uit puur enthousiasme. Hij vroeg een bescheiden subsidie aan bij de gemeente en kreeg die ook nog, ook al was er niet eens sprake van een stichting. Wat eigenlijk wel moet, dus werd die alsnog opgetuigd. En nu wordt hij bijgestaan door een paar net zo enthousiaste vrijwilligers.
Teus Nobel, hier met bugel. Foto: Marcel van Kammen
Nu organiseert zijn club regelmatig concerten in verschillende horecagelegenheden in de stad. ,,Dat doe ik expres”, zegt hij, ,,voor de gemeenschapszin.” Daarom ook de jamsessie na afloop van het eigenlijke concert: wie mee wil doen, en zich op had gegeven, mag meespelen. Er zijn zelfs liefhebbers uit Leusden en Amersfoort.
Lekker toeteren
Scharmga (bijna 70) heeft er de tijd voor, nu hij gepensioneerd is (hij werkte in de psychiatrie) en zijn vier kinderen de deur uit zijn. Hij heeft zelf de saxofoon ook weer ter hand genomen, ,,lekker toeteren. En feestjes organiseren zat me altijd al in het bloed.” En jazz net zo goed, sinds hij zijn vader, een schipper, hoorde ‘scatten’ (die woordloze jazzzang) bij diens klusjes in de keuken.
Er lopen gesprekken met de gemeente en de voedselbank, om mensen met een kleine, of zoals hij het zelf zegt, ,,geen beurs”, ook naar deze concerten te halen. ,,Dat vind ik heel belangrijk”, zegt hij. ,,Want 12,50 euro lijkt niet veel voor een kaartje, maar als je het niet hebt, is het wel veel!”
Wat hij ook belangrijk vindt: de losse, jazzclub-achtige sfeer die je al snel hebt bij een jazzconcert in zo’n horecagelegenheid. Mensen aan de bar, aan de stamtafel. ,,Borreltje drinken, beetje glasgerinkel. Dat hoort erbij!”
Trompettist Teus Nobel kent dat nog van sommige oude, live opgenomen jazzplaten, ,,dat je geroezemoes hoort, en de koffiemachine.” Zelf speelt hij vaak in kleine theaters. Maar hij mag dat wel, dat informele.
Trompettist Teus Nobel met bassist Thomas Pol en gitarist Tim Langedijk, in Dokkum. Foto: Marcel van Kammen
,,Dan zit je echt op de snufferd van de mensen. Met een spot in je gezicht zie je dat niet, maar hier wel. Ik speel graag op de gezichtsuitdrukkingen van de mensen. Dat je ziet dat de muziek die mij heel erg raakt, ook anderen raakt.”
Hij maakt zich, tien minuten voor zijn optreden met gitarist Tim Langedijk en contrabassist Thomas Pol, wel een béétje zorgen. Want: geen drummer, wel breekbare en akoestische muziek.
Die bezetting is gemodelleerd naar die van Someday My Prince Will Come, een live-album van zijn grote held Chet Baker. ,,Dat was de plaat die mij tot de jazz bracht, de eerste plaat ook waar ik alle partijen van ging uitzoeken.”
James Dean-achtige uitstraling
Teus Nobel lijkt een beetje op zijn idool, met zijn zorgvuldig gebeeldhouwde kuif. Wel de Chet Baker van voor die zijn James Dean-achtige uitstraling aan gort hielp met zijn heroïneverslaving (en bijpassend geweld – op zeker moment werden zijn tanden uit de mond geslagen).
Voor hem is het logisch om zich op dit punt in zijn bloeiende carrière te buigen over de muziek van Chet Baker. ,,Mijn docent op het conservatorium, de legendarische Jarmo Hoogendijk, zei: ‘Je bent 10 jaar bezig om uit te zoeken wat voor noten je allemaal uit die akkoorden kunt halen, en nog eens 10 jaar om te ontdekken wat je allemaal weg kunt laten. Dan ben je bij de essentie van wat je wilt zeggen.’ Op dat punt ben ik nu, 20 jaar na het conservatorium.”
Dat blijkt wel bij zijn optreden. Hoewel Chet Baker ook bekend was als zanger met een bijna fluisterende klank, waagt Nobel zich niet aan die tak van sport. Hij laat het zingen over aan zijn trompet en, soms, bugel. Omfloerst, met veel gevoel voor melodie.
Op het repertoire: veel standards uit de wereld van Chet Baker (zelf geen componist), maar ook Little Wing van Jimi Hendrix. Op een paar mensen aan de bar na, die de sociale functie van deze context nogal luidruchtig ter harte nemen, is het hele café gekluisterd aan de trompet van Teus Nobel. Jazz op de zondagmiddag, een zalving voor de trommelvliezen.
Decennialang speelden de belangrijkste jazzconcerten in de provincie zich af in Leeuwarden, onder de vlag van jazzstichting Hothouse Redbad. Echtpaar Ben en Greetje Scheper waren de drijvende krachten achter deze concerten, doorgaans van hoge kwaliteit. Tot gezondheidsklachten daar een eind aan maakten.
Maar gelukkig is de jazz in Friesland niet in een diep zwart gat gevallen. Op verschillende plekken is er een meer of minder regelmatige programmering, en er zijn ook nieuwe festivals ontstaan. Harlingen beleefde een herstart van het Waddensea Jazz Festival, op 2 en 3 juni voor de tweede keer, en Terschelling, aan de overkant, heeft sinds 2019 festival Lakmakers T-Jazz.
De Harmonie in Leeuwarden, jarenlang de thuisbasis van Hothouse Redbad, heeft zelfs twee jazzseries. Eentje met lunchconcerten door studenten van het Prins Claus Conservatorium en een met iets gevorderde krachten: de Hot Sauce Sessions. En die naam mag gerust gezien worden als eerbewijs aan die roemruchte jazzstichting Hothouse Redbad, ook in het land welbekend. Hoofdprogramma Jelle van der Meulen: ,,Toen ik vertelde dat ik in De Harmonie ging werken, zei de bekende saxofonist Benjamin Herman meteen: ‘O, Ben en Greetje!’ Zij zijn echt grondleggers geweest van iets heel groots hier.”
Bij die Hot Sauce Sessions, vooralsnog vier per seizoen, staat volgens Van der Meulen vooral de ,,jonge, pittige, funky jazz” centraal, ,,geen superklassieke sigarenjazz.” Dit seizoen volgen nog concerten van trompettist Teus Nobel met de Belgische pianist Jef Neve en de jonge, van oorsprong Groninger saxofonist Ben van Gelder.
De overbuur van De Harmonie, popcentrum Neushoorn, herbergt regelmatig optredens en sessies onder de noemer 058 Jazz. Maar eigenlijk staat dat los van Neushoorn, zegt initiatiefnemer Wietze Meetsma, heel toevallig ook programmeur aldaar. Maar 058 Jazz doet ook dingen op andere plekken in de stad, onder andere in De Bres en wijnbar Pompeï. Verder drijft men een eigen festival met vooral regionale bigbands, en zijn er plannen voor een uitwisseling met het Suriname Jazz Festival in Paramaribo. Op 1 maart speelt Dulfer! Total Response van tenorsaxofonist Hans Dulfer (83) onder de 058 Jazz-vlag in Neushoorn. Deze groep was net afgelopen weekend te zien bij Podium Gorter in Balk, dat in het brede programma ook graag jazz stopt.
Bigbands vormen het grootste deel van het ledenbestand van de Friese Jazzfederatie, als is 058 Jazz er ook lid van. Deze koepel verdeelt het (niet heel royale) provinciale subsidiegeld voor amateurjazz over de deelnemers, die daarmee onder andere hun eigen speelgelegenheden creëren. ,,Want cafés staan niet te springen om zulke grote groepen”, zegt Peet Terluin. Dus organiseren bigbands vaak hun eigen festivalletje. ,,En we zijn er voor het lotgenotencontact.”