Johannes Leertouwer vertelt voorafgaand aan het presentatie-concert van zijn promotieonderzoek over zijn bevindingen. Foto: Hielco Kuipers
Johannes Leertouwer ontwikkelde een radicaal andere visie op de symfonische muziek van Johannes Brahms (1833-1897). Donderdag promoveerde de geboren Groninger op zijn onderzoek aan de Rijksuniversiteit Leiden.
,,Dit is een bril die je niet meer kunt afzetten”, zegt Johannes Leertouwer, nadat hij de zoveelste felicitatie in ontvangst heeft genomen. De dirigent en violist neemt een slok vruchtensap. Weer volgt een omhelzing. Het is één uur, donderdagmiddag. Sinds drie kwartier mag hij zich doctor in de kunsten noemen en dat wordt gevierd. Maar hoe moet het nu verder?
,,Het kan best zijn dat ik begin februari voor het laatst een symfonie van Brahms dirigeer”, had hij tijdens de promotieplechtigheid al opgemerkt. Op 4 februari organiseert het Conservatorium van Amsterdam een symposium over Leertouwers musicologische onderzoek. In de dagen daarvoor speelt het projectorkest, dat een belangrijke rol vervulde in zijn promotieonderzoek, nog twee keer Brahms.
Johannes Brahms in 1889. Foto: C. Brasch
Daarna wordt het orkest, het ‘laboratorium’ waarin hij de afgelopen vier jaar zijn nieuw verworven inzichten aan de praktijk toetste en verder ontwikkelde, opgeheven. En voor Leertouwers eigen, niet-gesubsidieerde symfonieorkest, de Nieuwe Philharmonie Utrecht, is Brahms spelen veel te duur. ,,Dat kost 70.000 euro per week”, zegt Leertouwer. ,,Hooguit de helft daarvan kun je terugverdienen met concerten.”
‘Je moet jezelf heruitvinden’
De kans dat reguliere symfonieorkesten hem zullen vragen om Brahms te komen dirigeren is klein. Want die bril gaat niet meer af. ,,Om je deze nieuwe manier van spelen eigen te maken, moet je jezelf als musicus heruitvinden”, legde Leertouwer woensdagavond uit, tijdens het eerste deel van zijn promotie. ,,Dat kost tijd. En in onze orkestwereld, waar elke week een nieuw programma wordt ingestudeerd, is die tijd er niet.”
Hij had niet gedacht dat zijn visie zo fundamenteel zou veranderen, vertelde hij bij de verdediging van zijn proefschrift, donderdagmorgen. ,,Ik ga nu veel vrijer en flexibeler om met ritme en tempo, bijna tegenovergesteld aan hoe ik er vroeger over dacht. De rol van de uitvoerder is ook veel actiever en minder neutraal dan ik lang heb gedacht. Je moet je eigen emotionele begrip van de muziek inbrengen.”
In de ontvangsthal van het Academiegebouw van de Rijksuniversiteit Leiden komt een stoet vrienden, familie en collega’s langs om Leertouwer (63) de hand te schudden en het glas te heffen. Voor de liefhebbers ligt een exemplaar van zijn proefschrift klaar. Re-inventing the Nineteenth-Century Tools of Unprescribed Modifications of Rythm and Tempo in Performances of Brahms’s Symphonies and Concertos, heet het. Er zit een box met acht cd’s bij.
Oude, verdwenen speeltechnieken
De kern van zijn onderzoek: in de loop van de 20ste eeuw zijn oude speeltechnieken verdwenen die in de tijd van Brahms vanzelfsprekend waren. Zoals een flexibele omgang met het voorgeschreven ritme en tempo en het gebruik van portamento (glijtonen). Zaken die niet in de partituur genoteerd staan. ,,Maar die de componist wel verwachtte van de uitvoerder en dus onderdeel zijn van de compositie”, aldus Leertouwer.
Het Narratio Quartet (met links op viool Johannes Leertouwer) in actie tijdens het eerste deel van de Leertouwers promotie. Foto: Hielco Kuipers
De muziekpraktijk in de tijd van Brahms was, zo blijkt uit zijn onderzoek, veel vrijer en expressiever dan de standaard die in de 20ste eeuw is ontwikkeld: gelijkmatigheid in geluid, ritme en tempo. Neutrale, ‘correcte’ uitvoeringen waarin zo weinig mogelijk wordt afgeweken van wat gedrukt staat, zijn de norm geworden, met een grote mate van uniformiteit tot gevolg.
,,Expressie is in de 20ste eeuw opgeofferd aan transparantie”, zei Leertouwer tijdens zijn verdediging. Met zijn orkest heeft hij geprobeerd de vergeten speeltechnieken weer tot leven te wekken, waarmee een meer zingende Brahms ten gehore wordt gebracht en de uitvoerder veel meer van zichzelf inbrengt. Met als doel de emotionele lading van de muziek beter tot zijn recht te laten komen.
‘Spectaculair anders’
Het resultaat is te horen op de opnames die gemaakt zijn en die volgens Leertouwer de kern van zijn promotieonderzoek vormen. ,,Spectaculair en fundamenteel anders dan alle andere opnames”, zegt Clive Brown, in een hoek van de ontvangstzaal. Er komen bitterballen en kaasstaafjes langs. De emeritus professor van de University of Leeds geldt als een groot Brahms-kenner en is een van de promotors van Leertouwer. ,,Ik heb Brahms nooit eerder zo gehoord en het voelt heel natuurlijk en overtuigend.”
Het belang van Leertouwers onderzoek is volgens Brown moeilijk te overschatten. ,,Wat Johannes heel goed heeft gedaan is het combineren van historisch materiaal over de uitvoeringspraktijk in de 19de eeuw met praktijkonderzoek met zijn orkest.” Die onderzoeksmethode heeft veel vruchten afgeworpen en verdient navolging, meent Brown.
Meer lezen en luisteren?
Op de website brahms.johannesleertouwer.nl zijn onder meer alle opnames terug te luisteren die Leertouwer met zijn projectorkest gemaakt heeft van de symfonieën en concerten van Brahms. Ook zijn er filmverslagen te zien van zijn ‘laboratoriumwerkzaamheden’ met het projectorkest. Er is ook zesdelige podcast over zijn onderzoek: Tussen de Noten: Brahms volgens Johannes. Die is te beluisteren via www.nporadio4.nl/podcasts en Spotify.
Na Brahms volgt Schumann
Dat gaat ook gebeuren. Aan het Conservatorium van Amsterdam, waar Leertouwer lesgeeft, gaat hij zijn Brahms-onderzoek voortzetten met een project rond Robert Schumann, een van Brahms directe voorgangers. ,,Ook bij Schumann spelen wijzigingen in ritme en tempo een rol, evenals een beperkt gebruik van vibrato. Dat speelde in de hele 19de eeuw. De vraag is: in welke mate?”
Het antwoord blijft altijd in zekere mate speculatief, weet Leertouwer. ,,Maar mijn doel is ook niet het herscheppen of reconstrueren van het verleden, maar een emotionele muzikale ervaring in het heden. Een levende relatie met de muziek moet altijd de eerste insteek van een musicus zijn.” De re-invented stijlmiddelen van de 19de eeuw helpen daarbij omdat ze de muziek beter tot hun recht laten komen.
Als zijn onderzoek navolging krijgt, zijn de gevolgen verstrekkend. In het sfeervolle Telders Auditorium, op de tweede verdieping van het Academiegebouw in Leiden, speelde Leertouwer woensdagavond met het Narratio Quartet muziek van Beethoven, waarbij ze inzichten uit zijn Brahms-onderzoek toepasten: minder vibrato, meer glijtonen en flexibiliteit in ritme en tempo. Het klonk knisperfris en intens.
‘Heroverwegen van de gelijkmatigheid’
,,Ik hoorde vanavond John Cage in Beethoven”, merkte emeritus professor Henk Borgdorff, lid van de promotiecommissie, zichtbaar verrast op. ,,Dit onderzoek kun je ook toepassen op de muziek van de 18de en 17de eeuw”, verklaarde Leertouwer. ,,Ik denk dat de tijd rijp is voor het heroverwegen van al die gelijkmatigheid die de 20ste eeuw zo heeft overheerst.”
Van de reguliere symfonieorkesten zal het voorlopig niet komen, al was het maar omdat die vastzitten in een keurslijf met elke week een nieuw programma. De verandering zal van onderaf plaats moeten vinden en de zeer positieve reacties van de musici in Leertouwers projectorkest zijn wat dat betreft hoopgevend. En er komt ook steun vanuit Zuid-Korea, waar Leertouwer sinds kort voor 15 weken per jaar muziekprofessor is aan de Seoul National University. ,,Daar is veel belangstelling voor mijn onderzoek.”
,,Dit soort onderzoek is nooit af”, zegt Clive Brown, terwijl hij een kaasstaafje oppeuzelt. ,,Ik denk dat het vele musici zal inspireren. Het geeft ze permissie om dingen te doen die niet genoteerd zijn, maar die essentieel zijn voor het emotionele verhaal dat in de muziek verteld wordt. We hebben mede dankzij Johannes nu het bewijs dat het niet gaat om simpel de noten reproduceren.”