De Dijk neemt afscheid van Leeuwarden.
Foto: Hoge Noorden/Jacob van Essen
De Dijk is afscheid aan het nemen, ,,na een speurtocht van 41 jaar”. In Leeuwarden, Groningen en straks in Amsterdam.
Het is zanger Huub van der Lubbe (69) die de stekker eruit trekt. Misschien, je weet het niet, had hij daarom een kleedkamer voor zichzelf, donderdag in De Harmonie te Leeuwarden. De rest van de achtkoppige band moest twee kleedkamers delen.
Het (vooralsnog) allerlaatste concert van De Dijk in Friesland was niet bepaald een droeve aangelegenheid. Nog één keer de hits, de klassiekers, de meedeiners, de krakers. Door een band die er zin in had, voor een propvolle zaal die er hetzelfde over dacht. Maar straks is het dan echt gebeurd. Is dat erg? Hier acht redenen waarom we die band gaan missen.
Het Dijk-publiek is trouw en gezellig
Voor velen was het een vast, jaarlijks uitje: naar De Dijk. Al meer dan twintig jaar is het de gewoonte dat De Dijk in Groningen twee concerten achter elkaar geeft. Beide afscheidsconcerten zijn stijf uitverkocht. De tickets die nu nog beschikbaar komen zijn óf peperduur óf doorverkocht voor je met je ogen geknipperd hebt.
Maar deze mensen zijn wel opgegroeid, oud (of zeker middelbaar) geworden met De Dijk en de hits die ze vaak luidkeels meezingen. Sommigen vroegen zich vertwijfeld af naar welke band ze nu moesten. Dit publiek laat zich inderdaad lastig voorstellen bij Goldband, Froukje of S10 (als het om Nederlandstalige pop gaat).
De Dijk heeft soul
Ja, Huub van der Lubbe zingt in het Nederlands, maar daarom kan er heus wel soul aan te pas komen. Aanzwellende Hammond-orgels, een scherpe tweepersoons-blazerssectie: allemaal zaken die verwijzen naar de soul, en dan vooral de ‘zuidelijke’ variant.
In 1992 onthulde gitarist Nico Arzbach in de Leeuwarder Courant wat daaraan vooraf was gegaan. Goed luisteren naar die klassieke platen, goed kijken als zulke artiesten in het land waren en bovenal: een telefoontje naar Willie Mitchell, de grote man van soul-label Hi en producer van onder anderen Al Green.
Die onthulde hoe je dat doet, zo’n Hammond opnemen, en hoe je je drummer moet laten shuffelen terwijl de bassist gewoon rechtuit speelt. Jaren later bleek pas echt hoe goed De Dijk dat in de vingers had: het maakte doodleuk het album Hold On Tight, waarop de grote soulzanger Solomon Burke vertaalde versies van Dijk-klassiekers zong. Net echt.
Die samenwerking liep droevig af. Burke overleed in het vliegtuig op Schiphol, onderweg naar een optreden met De Dijk in Paradiso, Amsterdam.
De Dijk is rock-’n-roll
Voor het optreden klonk onder andere Great Balls Of Fire uit de boxen, van pas overleden rock-’n-roll-icoon Jerry Lee Lewis, maar we bedoelen dat eigenlijk meer in overdrachtelijke zin.
In 1990 had Huub van der Lubbe het met de Leeuwarder Courant over wat dat dan is, rock-’n-roll. We zaten in hotel American in Amsterdam, destijds de plek waar de grote popsterren zich lieten interviewen. Van der Lubbe verheugde zich op het optreden in Paradiso de volgende avond, we praatten over de pas verschenen dubbele live-elpee. Allemaal een soort iconen van de rock-’n-roll, net als, ergens, de verlengde bruilofts-Mercedes waarin de band zich destijds verplaatste en de toewijding die de band steevast aan de dag legt - tot de laatste noot.
Huub van der Lubbe. ,,Niet de zanger maar het lied."
Foto: JACOB VAN ESSEN/ HOGE NOORDEN
Hij vertelde dat hij graag over extreme emoties zong, dat de Zeedijk waar de band zich naar vernoemde daar een mooie bron voor was (,,eerst een straat vol junkies en nou volgeplempt met veel te dure hotels”) en dat het hem op het podium ging om de piekervaring. ,,Dan ben ik van alle tijden en helemaal gelukkig”, zei hij toen. ,,Zo van: het klopt toch wel dat ik er ben en meedoe. Ik speel, dus ik besta.”
De Dijk is ook het levenslied
Toetsenman Pim Kops haalt piano- en Hammond-geluiden uit zijn instrumenten, maar hij hangt ook graag een accordeon om. De Dijk is een Amsterdamse band, de Westertoren is nooit ver weg in zijn liedjes en de Zeedijk noemden we al.
En ook die wortels zijn te horen. Er loopt beslist een lijn tussen de levensliederen en smartlappen van ooit en Dijk-krakers als Als het golft. Bij dat nummer gaan de handen (vaak met het bierglas er nog in) in de lucht, de fans golven op het wiegende ritme en ze brullen de zaak mee. Huub van der Lubbe heeft ook dat typisch smartlapperige drama in zijn stem, die triller die hij in zulk soort nummers net even harder aanzet.
Huub van der Lubbe is een tekstschrijver van jewelste
Ik ben nog steeds een beetje in de war van de zinsnede ‘Ik maak mijn tiende whisky uit’, in Onderuit (met ook de regel ‘Doodgaan en opstaan in een T-shirt van haar’). ‘Mijn niet te stelpen bloedend hart’, uit een van hun oudste nummers, is ook een mooie. Hij bezingt het leven in grootse gebaren, zijn emoties in extremen - zoals dat past bij soul, rock-’n-rol, smartlap, chanson zelfs.
Het loont echt de moeite om op die teksten te letten, tussen de feestvreugde en het gehos door. Ik hoor ineens regels als ‘Het is het uiten, niet het innen / Het is het ruisen, niet het riet / Het is het spel en niet het winnen / Niet de zanger maar het lied’, uit Niet de lijnen maar de bocht, een meeslepend nummer dat de hele tijd doorgaat met zulke zinnige opsommingen. ‘Het is je hart, maar ook de beat’, en ‘Het is de speurtocht, niet de vondst’.
Huub van der Lubbe is een innemende frontman
Is Huub van der Lubbe een groot zanger, een misthoorn, een stemvirtuoos? De vergelijking met soulman Solomon Burke zou beslist in diens voordeel uitvallen. Maar voor de stijlenmengelmoes die De Dijk ons 41 jaar heeft gebracht (gitarist Arzbach neemt zelfs een folky nummer lang de mandoline ter hand), en de teksten die Van der Lubbe pent, voldoet het prima.
Hij beweegt zich een beetje hoekig en lomp, en ook dat past bij de zompige Zeedijk-soul van de band. Van der Lubbe komt op in driedelig pak met stropdas maar het bovenste overhemdknoopje alvast losgeknoopt, veroorlooft zich een paar kostuumwisselingen en eindigt in een ‘T-shirt van haar’, naar die regel uit Onderuit.
De muzikanten van De Dijk zijn top
Ook al moeten ze met zijn zevenen twee kleedkamers delen terwijl frontman Huub ergens in zijn eentje zit te chillen, de muzikanten werken er keihard voor. Die verschillende stijlen rollen moeiteloos uit hun vingers. Beide blazers, ook al heel lang aan boord, vormen beslist een toegevoegde waarde, en ze worden daarvoor beloond met stevige solobeurten. Maar het gaat om het geheel: niet de muzikanten maar de band. Huub van der Lubbe weet dat ook wel, getuige songtitel Ik kan het niet alleen (ook al gaat hij nu solo).
De Dijk is royaal met afscheidscadeaus
Na een minuut of 80 verdwijnt de band van het podium, maar natuurlijk pikt het publiek dat niet. Dus: toegift en nog eens, en bijna een uur later is het dan echt gebeurd. De Dijk komt nooit meer terug in Leeuwarden, eventuele reünie-activiteiten daargelaten natuurlijk. Men gaat door naar Groningen voor twee keer De Oosterpoort. Half december volgt het echte slotakkoord: drie keer Paradiso, in thuishaven Amsterdam.