De in Groningen geboren schrijver Edzard Mik. Foto: Koos Breukel Singel Uitgevers
In ‘Damian’, de nieuwe roman van Edzard Mik, krijgt een jongerenwerker ineens de zorg over zijn moeder. Waarom wil hij voor haar zorgen? Wat is goeddoen, en is dat überhaupt mogelijk?
Het is wel even schrikken wanneer zus Tess hun oude moeder bij Damian thuis aflevert met de mededeling dat ze niet echt meer voor zichzelf kan zorgen.
Tess vindt dat Damian tijdelijk de zorgtaak kan overnemen; hun broer Tom is kunstschilder en niet geschikt om voor een ander te zorgen, laat staan voor zichzelf. Damian, door wiens ogen we het verhaal volgen, is de goedheid zelve. Natuurlijk ontfermt hij zich over zijn moeder, al is zijn vrouw niet direct te spreken over de ongenode gast.
Ook als jongerenwerker wil Damian het goede doen, al is het de vraag of hij veel kan uitrichten bij de ontspoorde jongens. ‘Hoop mag dan het enige zijn wat ze hebben, hun startkapitaal zogezegd, het is een vergissing te denken dat er een uitweg zou zijn, een kans op ontsnapping.’ Tegen beter weten in blijft Damian toch bouwen aan een betere toekomst voor zijn jongeren.
De moeder van Damian is de ene keer helder, de andere keer verward. Ze zijn haar op een gegeven ogenblik kwijt, tot ze haar terugvinden in haar eigen woning, waar Damian is opgegroeid. Damian is van mening, opnieuw tegen beter weten in, dat ze in die vertrouwde omgeving beter op haar plek is.
Verhoudingen op scherp
In Damian zet Edzard Mik (Groningen, 1960) de familieverhoudingen op scherp. De onderlinge relaties tussen Damian en zijn broer en zus staat steeds onder hoogspanning. Je ergert je weleens aan zijn naïviteit die ervoor zorgt dat er veel dingen op zijn beloop worden gelaten.
Sem, een van de jongeren die hij op het goede spoor wil brengen, lijkt de belichaming van het tegendeel te zijn. Die komt wel in actie, bijvoorbeeld wanneer broer Tom het ouderlijk huis alvast inneemt omdat moeder door een ongeval in het ziekenhuis is terechtgekomen en daarna moet revalideren. Sem doet waar Damian blijft doormodderen.
Er zijn scènes waarin een lichte verwarring bestaat over de eigen identiteit van Damian. Als Sem een keer voor de deur staat, denkt Damian ‘daar staat hijzélf, en hij wil naar binnen’. Als die lijn nog meer was uitgebouwd dan had de roman aan spanning en gelaagdheid gewonnen.
Dat neemt niet weg dat Damian vlot wegleest en op het einde de trekken van een feelgoodroman krijgt, want uiteindelijk lukt het moeder haar kinderen weer naar het ouderlijk huis te halen. Als lezer heb je dan al allerlei andere scenario’s voor een mogelijk einde de revue laten passeren. Dat is knap van Mik, dwaalsporen uitzetten en je dan toch weten te verrassen.