Museum De Buitenplaats in Eelde. Foto: Sake Elzinga
Het Drents Museum, stichting het Drentse Landschap en De Buitenplaats zijn in gesprek over vergaande samenwerking om de toekomst van het museumcomplex in Eelde veilig te stellen.
Dat is donderdag bekendgemaakt. Aanleiding voor de samenwerking is dat het in 1996 door koningin Beatrix geopende museum in Eelde met structurele exploitatieproblemen kampt. Sinds het vertrek van Mariëtta Jansen zat De Buitenplaats al sinds vorig jaar zonder directeur.
Fragiele organisatie
„Het is voor een privaat museum lastig om een sluitende begroting te krijgen”, zegt Jaap-Jan Plas, voorzitter van de raad van toezicht. „We zijn een kleine en fragiele organisatie. Daar komen twee zware coronajaren en tegenvallende bezoekerscijfers bovenop. Om het museum voor de toekomst te behouden, zijn er ingrijpende keuzes noodzakelijk.”
In overleg met de gemeente Tynaarlo en de provincie Drenthe is een visie opgesteld voor Drents Museum De Buitenplaats, zoals de nieuwe naam moet luiden. Volgens de visie wordt Het Drentse landschap verantwoordelijk voor zowel het museum, het monumentale Nijsinghhuis als de tuin. Plas verheugt zich op de mogelijkheden die de samenwerking biedt. „Het is heel positief dat deze twee toonaangevende organisaties potentie zien om dit bijzondere museum te behouden.”
Museum voor kunst rond 1900
Het Drents Museum moet volgens de plannen de exploitatie en een deel van de kunstcollectie overnemen. Idee is om van De Buitenplaats een museum voor kunst rond 1900, de art nouveau, te maken. Het museum in Assen bezit een grote collectie uit de periode 1885 - 1935. Nu is de Buitenplaats op papier nog een museum gespecialiseerd in figuratieve kunst van na 1945.
Volgens directeur Harry Tupan van Drents Museum past de keuze voor art nouveau of jugendstil bij de geschiedenis van Eelde. „Ik noem het wel een village of flowers, een bloemendorp. Jugendstil staat bekend om zijn florale stijl, met veel aandacht voor planten en de dierenwereld. Het lijkt ons een fantastische plek om die collectie tentoon te kunnen stellen.”
Er is volgens hem in Nederland geen ander museum dat zich op kunst rond 1900 toelegt. ,,Terwijl deze artistieke stroming veel liefhebbers kent en de potentie heeft om succesvolle nationale en internationale tentoonstellingen rond deze collectie te maken.”
Kwetsbare financiële huishouding
Directeur Sonja van der Meer van Drentse Landschap stelt dat dat kwaliteit van De Buitenplaats en het werk dat de inmiddels overleden oprichters Jos en Janneke van Groeningen sinds 1971 hebben verzet de inspanningen rechtvaardigen om De Buitenplaats voor Drenthe te behouden.
De toekomst van de zelfstandige De Buitenplaats baart al jaren zorgen. Niet alleen de financiële huishouding is kwetsbaar, ook de museumkoers was onzeker. Het museum heeft een eigen collectie met veelal figuratieve schilderkunst die deels overlapt met de collectie van het Drents Museum. Het Nijsinghhuis is onder meer bijzonder vanwege de wandschilderingen. Het aantal bezoekers schommelde in goede jaren rond de 20.000.
College Tynaarlo zoekt geld voor revitalisering
In afwachting van vervolgstappen heeft cultuurwethouder Miguel Ririhena van de gemeente Tynaarlo aangekondigd de gemeenteraad te vragen geld opzij te zetten voor revitalisering. Volgens Jaap-Jan Plas zijn er investeringen nodig op het gebied van duurzaamheid en onderhoud. Daarvoor zijn subsidies van de provincie en de gemeente noodzakelijk. Vertrekkend gedeputeerde Nelleke Vedelaar (cultuur) laat weten het initiatief ‘warm over te dragen’ aan het nieuwe provinciebestuur.