My First Tragedy (Iphigeneia) heeft nog een week om stevig te opereren. Zoals 't nu was bij première in Groningen loopt de tournee spaak | recensie ★★☆☆☆
As wegvegen in 'My First Tragedy (Iphigeneia)'. Foto: Sanne Peper
Hoe kan dat nou? Zulke goeie mensen voor het grijpen in je gezelschap en dan met een raar gekozen cast een voorstelling maken die niks doet en niks raakt, op soms de irritatiegrens na. My First Tragedy (Iphigeneia) van NITE moet in de komende week nog lang op de operatietafel doorbrengen, voordat de tournee kan worden ingezet.
Angela Herenda is een vaste danskracht bij Club Guy & Roni (onderdeel van NITE), een goeie ook, en samen met de artistiek veelzijdige Mart van Berckel maakte ze in 2019 een voorstelling die het goed deed op de Parade. Nu willen ze samen doortrekken op het lot van Iphigeneia.
Zij wordt in de originele Euripides-tragedie geofferd door haar vader Agamemnon, om hem alsnog letterlijk wind de zeilen te schenken. In een andere versie offert ze zichzelf om Hellas te plezieren. In beide gevallen brengt godin Artemis redding.
Opbouw en spanningsboog ontbreken
Herenda en van Berckel werpen de vraag op waarom iemand zichzelf zou offeren. Op papier althans, dat ‘zichzelf’, want op de vloer begint het ermee dat de zesvoudige Iphigeneia (de hele cast met eenzelfde pruikje) zich langdurig, eendrachtig, woedend en gelijktijdig schreeuwend richting het publiek afvraagt wat alle narigheid met haar te maken heeft. Ouders, eiland en wind worden verketterd. Gaat dan nog om zelfoffer of om slachtofferschap?
Maar goed, daar was mee te leven geweest als het al niet direct zou ontbreken aan opbouw en spanningsboog. Na die lange, almaar herhaalde tirade verwacht je een scherpe bocht naar iets moois. Die blijft uit. Eerder zien we iets wat je op z’n sympathiekst een democratisering van de kunsten zou kunnen noemen: meerstemmig zingen door spelers die daar niet heel goed in zijn, dans dan wel bewegingstheater waarvoor bij enkelen het gevraagde talent op dit niveau ontbreekt.
Op weg naar het offer. Foto: Sanne Peper
Uiteindelijk pik je de echte dansers er uit
Het lot voltrekt zich in een cirkel, getekend op een vierkant speelvlak, met as, uit een leeglopende bak erboven, die zo en dan wordt weggeveegd: weg met die dood! Let op, zegt iemand in het publiek, zo meteen gaan ze rondjes rennen. Dat klopt. Uiteindelijk pik je er dan de echte dansers uit, Camilo Chapela, Sofiko Nachkebiya, Arno Verbruggen, als iedereen om beurten wankelend door de knieën hun vertwijfeling en offer verbeelden.
Maar ook dan blijft de afstand tussen spel en publiek groot, waarbij de speelvloer toch echt iets te vaak aan een schoolpleintje doet denken.
Donna Summer-achtige momenten als hoogtepunt
Percussioniste Yung-Tuan Ku levert ondertussen steeds puik werk af, met als hoogtepunt in de voorstelling een reeks op Giorgio Moroder/Donna Summer’s I Feel Love geïnspireerde, knetterende discominuten. Maar de hinde die Artemis uiteindelijk in Iphigeneia’s plaats de dood in helpt, blijft door de rookmachine dan weer vrijwel onzichtbaar. Zoals de hele voorstelling in de mist blijft hangen. Het geofferde publiek reageert er zeker voor een première dan ook opvallend lauw op. Hier is werk aan de winkel.
Dans-/muziektheatervoorstelling
Gebeurtenis: My First Tragedy (Iphigeneia) door Nite, naar de Griekse tragedie van Euripides Regie: Mart van Berckel, Angela Herenda (ook choreografie) Met: Joost Bolt, Camilo Chapela, Sofiko Nachkebiya, Arno Verbruggen, Femke Arnouts, Yung-Tuan Ku (percussie) Compositie: Tijn Wybenga Decor/licht: Vera Selhorst Gezien: 17/2 De Machinefabriek Groningen Publiek: 170 (vol) Nog te zien: tournee van 24/2 (Assen) tot 13/4, met 6/4 Heerenveen, 13/4 Leeuwarden