Reint Ezenga restaureert in de werkplaats achter zijn huis oude vleugels. Foto: Anjo de Haan
Reint Ezenga (68) uit Appingedam is al een leven lang gefascineerd door piano’s. ,,Als deze Blüthner-vleugel kon praten, zou hij zeggen: ‘Love me or leave me’. Dat zul je van een Steinway nooit horen.”
,,Kijk”, zegt Reint Ezenga. Hij pakt een doosje met koperkleurige instrumentjes: dunne staafjes met een cilindertje aan het uiteinde. ,,Ik heb in de loop der jaren zelf een paar gereedschapjes ontwikkeld”, vertelt de pianorestaurateur. ,,Dit is het laatste. Hiermee kun je heel nauwkeurig de diepgang van de toetsen meten, ook de zwarte.”
In de grote werkplaats van Ezenga, achter zijn huis in Appingedam, ligt, hangt en staat overal materiaal en gereedschap: hout, beitels, zagen, boren, tangen, bankschroeven, noem maar op. Een thermometer geeft aan dat het 15 graden is. ,,Dat is de vaste temperatuur hier”, zegt Ezenga. ,,Ook de luchtvochtigheid is constant.”
Vier vleugels wachten op een behandeling. ,,Ik ben nu bezig met de revisie van deze Bösendorfer uit 1985”, vertelt Ezenga. ,,Hij speelt heel onregelmatig en traag. De Engelsen hebben daar een mooi woord voor: sluggish. De draaipunten en de kapsels lopen stroef. Ze zijn een keer vochtig geweest, denk ik.” Hij wijst op het mechaniek. ,,Die veer verwijder ik altijd meteen, want die geeft een heel indirect toucher.”
Emmen en Tjerkwerd
Reint Ezenga (Groningen, 1956) is al zijn leven lang gefascineerd door piano’s. ,,In 1960 kochten mijn ouders een piano van het merk Grotrian-Steinweg. Op 1 september 1966 kreeg ik mijn eerste les. Ik heb het schriftje nog waar mijn lerares, mevrouw Gré Batenburg-De Boer, het huiswerk in schreef. Ik mocht ontzettend graag pianospelen.”
Het conservatorium lonkte, maar zijn bestemming vond Ezenga toen hij in de krant een advertentie zag voor de opleiding tot pianostemmer/-technicus in Emmen. ,,Die had je daar destijds nog. Ik ben naar de open dag gegaan en wist meteen: dit is het.” Hij volgde de avondopleiding en in 1984 haalde hij zijn diploma.
Ezenga ontwikkelt ook zelf gereedschappen, zoals een setje instrumenten waarmee hij de diepgang van de toetsen kan meten, ook de zwarte. Foto: Anjo de Haan
Hij begon een praktijk in Friesland, als pianostemmer vooral. ,,Mijn vrouw was beroepen als predikant in Tjerkwerd. Daar bewoonden wij een gigantische pastorie. Ik ben, zoals dat tegenwoordig heet, from scratch begonnen.”
Een van de voorkamers van de pastorie richtte hij in als werkplaats. ,,Op de opleiding werd weinig aandacht besteed aan vleugels. Ik dacht: daar moet ik me toch ook in bekwamen. Toen heb ik oude Weissbrod-vleugel gekocht, voor veel te veel geld. Wist ik veel. Die heb ik helemaal afgebroken en weer opgebouwd. Ontzettend leerzaam.”
Bassnaren spinnen
Dat is inmiddels 40 jaar geleden. ,,Het grappige is: die vleugel heb ik 10 jaar later verkocht maar ik heb hem nog steeds in onderhoud. Toen ik hem kocht was hij in een heel slechte staat. Nu denk ik elke keer als ik hem zie: helemaal niet slecht voor een eerste keer. Daar ben ik eigenlijk best wel trots op.”
Het duurde lang voor Ezenga een klantenkring had opgebouwd. ,,Mijn vrouw had een halve baan als predikant en daar konden we van rondkomen. Je had niet zoveel nodig in die tijd. Zij heeft mij eigenlijk op gang geholpen.” In 1989 begon hij met de verhuur voor concerten. ,,Met de Weissbrod-vleugel die ik gerestaureerd had.”
Ezenga doet speciale handschoenen aan en loopt naar een soort draaibank, waar een draad in gespannen is. ,,Dit is een machine om bassnaren mee te spinnen.” Hij pakt een rol koperdraad en laat zien hoe het werkt. ,,Het is een kwestie van aanvoelen. Ik heb ik weet niet hoeveel verschillende maten en diktes van koperdraad.”
Ezenga bij het apparaat waarmee hij bassnaren spint. Foto: Anjo de Haan
Zijn werk is een combinatie van gevoel en wetenschap. ,,In 2002 volgde ik een cursus bij David Stanwood, een Amerikaanse collega. Hij heeft een heel nieuwe manier van uitbalanceren van het mechaniek ontwikkeld: Precision Touch Design. Dat heeft mijn inzicht in hoe een vleugel écht werkt enorm vergroot. Daarvoor werkte ik meer intuïtief.”
Hamerkoppen kalibreren
,,Een toets is eigenlijk een wipwap”, legt Ezenga uit. ,,Met een kantelpunt in het midden. Als je hem indrukt gaat hij aan de andere kant omhoog. Dat zet een mechaniekje in werking dat de hamer tegen de snaren aanslaat. De overbrengingsverhouding is daarbij heel belangrijk, in combinatie met het gewicht van de hamerkop.”
Een belangrijk onderdeel van Stanwoods methode is het kalibreren van de hamerkoppen. ,,De laagste kop in de bas is ongeveer twee keer zo zwaar als de hoogste. Dat gewicht loopt af. Als je een gewone set weegt en je zet de resultaten uit in een grafiek, dan gaat de lijn heen en weer. Je ziet grote verschillen in gewicht tussen opeenvolgende hamerkoppen.”
Ezenga weegt alle hamerkoppen op een precisieweegschaaltje en past ze vervolgens aan. Door een dun looddraadje toe te voegen of wat vilt weg te nemen, zorgt hij ervoor dat het gewicht in een perfecte rechte lijn afneemt van laag naar hoog. ,,Dat stuit veel conservatieve collega’s tegen de borst. Ook in pianofabrieken wordt deze methode niet toegepast.”
Ezenga demonstreert het principe van de pianotoetstechniek en vertelt over de Precision Touch Design-methode. Foto: Anjo de Haan
Onbegrijpelijk, vindt Ezenga want bij onregelmatigheid in de toetsaanslag moet een pianist feitelijk aan elke toets wennen. ,,En dat kost energie, ook in je hoofd. Die kun je beter besteden aan je interpretatie.” Ezenga gaat de Bösendorfer ook met de Stanwood-methode te lijf. ,,Ik ga hem helemaal uit elkaar halen en weer gangbaar maken.”
Later dit jaar staan nog drie vleugelrevisies gepland. ,,Daarmee zit ik vol dit jaar. Ik ben ook nog steeds stemmer. En ik ben met pensioen, dus ik doe het wat rustiger aan. In de stad Groningen en Friesland kom ik niet meer. Die heb ik overgedaan aan een jonge collega, uit Drachten: Fedde Wagenaar. Zo bouw ik het langzamerhand een beetje af.”
Appingedam
Vanuit Friesland verhuisde Ezenga in 1989 naar Holwierde. ,,Toen werd mijn vrouw daar beroepen. We bewoonden er een kleinere pastorie, maar ik had inpandig toch ook een kleine werkplaats. In 1998 zijn we hiernaartoe verhuisd. We wilden graag een eigen huis hebben. We hebben drie zonen en die gingen hier naar school.”
Zijn kinderen gingen het huis uit en zijn vrouw overleed in 2011. Nu woont hij alleen. ,,Dit huis is eigenlijk te groot voor me, maar de werkplaats is ideaal en ik heb ook een toonzaal. Fantastisch. Ik kan hier zo heerlijk werken.” Stemmen doet hij minder en met de concertverhuur is hij inmiddels gestopt.
Zijn laatste klus was op festival Soundsofmusic, eind november in Groningen. ,,Hannah Shybayeva speelde op mijn Steinway in de Lutherse kerk. Fantastisch! Dat was het mooie aan de verhuur. Je bent bij het concert, praat met de musici – ontzettend leuk. Maar dat gesleep met die vleugels... En ik deed het alleen.”
Naast zijn werkplaats is de toonzaal. Daar staat onder meer de Steinway C-vleugel die hij gebruikte voor concertverhuur. ,,Die is nu te koop”, zegt Ezenga. ,,Het is een heel oude, uit 1898. En hij is groot: 2 meter 27. Maar hij klinkt fantastisch, zeker als je er de ruimte voor hebt.”
Nocturne Chopin
Hij neemt plaats achter zijn Blüthner-vleugel en speelt een nocturne van Chopin. Meteen valt de parelende, heldere klank van het instrument op. ,,Dit is mijn persoonlijke favoriet”, zegt Ezenga. ,,Maar als iemand hem graag wil hebben, verkoop ik deze ook.” Hij heeft genoeg andere vleugels. ,,Daar staat een andere Blüthner, maar die moet nog gereviseerd worden.”
Dat geldt ook voor de twee andere vleugels in de toonzaal, waaronder een Ibach uit 1913. ,,Ik had mezelf beloofd geen vleugels meer te kopen, maar deze is zo mooi! En hij kostte een habbekrats.” Ezenga wijst op de vorm van de vleugel. ,,Geen ronde vormen, maar scherpe hoeken: net de vleugel van een vogel.”
Reint Ezenga speelt een nocturne van Chopin op zijn Blüthner-vleugel. Foto: Anjo de Haan
De Blüthner, die hij ook verhuurde voor concerten, is zijn grote liefde. ,,Hij heeft een heel eigen karakter. Daar val ik op. Als hij zou kunnen praten, dan zou hij zeggen: Love me or leave me. Dat zul je van een Steinway nooit horen. Maar Steinway is natuurlijk niet voor niets de nummer 1 wereldwijd. Dat komt omdat je er alle stijlen goed op kunt spelen. Het is een allemansvriend.”
Gevraagd naar het grote verschil, denkt Ezenga even na. ,,Het is lastig te omschrijven… De Blüthner heeft een bepaalde zangerigheid en transparantie. En niet zo’n heel grote toon. Als je op een Steinway een dik akkoord aanslaat krijg je één grote klankwolk. Ook mooi, maar ik heb liever een wat transparantere klank.”
Eigen karakter
Hij is een groot liefhebber van vleugels van voor de Tweede Wereldoorlog. ,,Destijds had je in Berlijn bij wijze van spreken op elke straathoek een pianofabriek. Je had een enorme variëteit in klank. Een Bechstein was wezenlijk anders dan een Steinway. En een Blüthner was weer wezenlijk anders dan een Bechstein.”
Na de oorlog keerden veel van die fabrieken niet meer terug. ,,Daardoor heeft er een klanknivellering plaatsgevonden. De grote merken streefden geen eigen klankideaal meer na, maar wilden allemaal een beetje op Steinway lijken. Alleen Bösendorfer en Blüthner hebben nog een eigen klank.”
,,Maar Yamaha, Kawai, Grotrian-Steinweg, Schimmel en al die andere merken… Mooi hoor, prima. Niks mis mee. Maar niet echt een geprononceerd eigen karakter.” Gelukkig is er een kentering zichtbaar, constateert hij. ,,Een Fazioli bijvoorbeeld is wel heel anders. En Chris Maene, met zijn rechtsnarige vleugels, die een totaal ander klankkarakter hebben. Fascinerend!”
Ezenga omwikkelt een bassnaar met een tweede, koperen snaar. Foto: Anjo de Haan
Terug in de werkplaats verheugt Reint Ezenga zich op de middag die voor hem ligt. ,,Dit is mijn domein.” Hij geniet intens van zijn werk. ,,Ik doe alles alleen. Ook zo’n vleugel op zijn kant zetten. Mijn Steinway weegt bijna 400 kilo. Ik vervoerde hem ook alleen; daar heb ik wel dingen voor moeten bedenken. Je moet creatief zijn. Dat vind ik leuk.”
Aan stoppen denkt hij niet. ,,Ik ga door met vleugelrevisies zo lang ik het lichamelijk aankan. Geweldig om te doen. Je breekt zo’n vleugel helemaal af, bouwt hem weer op, en aan het eind van de rit klinkt-ie weer fantastisch en speelt hij als nieuw. Soms zelfs beter dan nieuw. Dat is enorm bevredigend.”
Reint Ezenga weegt een hamerkop op een elektronische precisieweegschaal. Foto: Anjo de Haan