De Dode Zeerollen werden door bedoeïenen gevonden in grotten bij de nederzetting Qumran, aan de kust van de Dode Zee. Foto: Drents Museum
Sensationeel nieuws uit Groningen over de Dode Zeerollen deze week: voor het eerst zijn er Bijbelfragmenten ontdekt uit de tijd waarin ze zijn geschreven. Hoe komt het dat juist Groningen zo’n primeur heeft? Vijf vragen.
Wat zijn de Dode Zeerollen eigenlijk?
Tussen 1947 en 1956 werden in de woestijn van Judea ongeveer duizend zeer oude manuscripten gevonden door rondtrekkende bedoeïenen. In grotten bij de nederzetting Qumran in Palestina, aan de oevers van de Dode Zee, troffen zij tienduizenden snippers en grotere fragmenten van boekrollen aan. Die bevatten de oudst bekende Bijbelse teksten, maar ook veel andere, tot dan toe veelal onbekende Joodse geschriften.
De manuscripten zijn rond de 2000 jaar oud, maar nauwkeurige dateringen ontbraken tot nu toe. Uit het deze week gepubliceerde Groningse onderzoek blijkt dat veel Dode Zeerollen ouder zijn dan tot nu toe werd aangenomen. Fragmenten van de boekrollen van Daniël en Prediker, teksten die later in de Bijbel zijn opgenomen, blijken zelfs uit de ontstaanstijd te stammen.
Hoe is Nederland bij het onderzoek betrokken geraakt?
De Nederlandse connectie is tot stand gekomen door geldgebrek. Toen de bedoeïenen in augustus 1952 vlakbij de nederzetting Qumran grot 4 ontdekten – die verreweg de meeste boekrolfragmenten herbergde – vroegen de woestijnbewoners zo veel geld voor hun nieuwe vondsten, dat een beroep moest worden gedaan op buitenlandse financiers om de teksten veilig te stellen voor onderzoek.
Dankzij geldinjecties van onder anderen John D. Rockefeller en de universiteiten van Manchester, Oxford en Heidelberg kon men weer een tijdje vooruit. Maar toen de bedoeïenen vier jaar later, in 1956, grot 11 blootlegden, waar enkele van de meest complete boekrollen werden aangetroffen, was de geldstroom alweer bijna opgedroogd. Nederland heeft daarna omgerekend bijna 1 miljoen euro bijgedragen, destijds een enorm bedrag.
En Groningen?
Begin jaren 60 verwierf ons land dankzij de verleende financiële steun het exclusieve recht op onderzoek, vertaling en publicatie van de teksten uit grot 11, die sindsdien als ’the Dutch Cave’ bekendstaat. Daarop richtte de Fries-Groningse wetenschapper Adam van der Woude in 1961 het Qumran Instituut op, aan de Rijksuniversiteit Groningen.
Van der Woude was in 1957 in Groningen gepromoveerd met een proefschrift over de gemeenschap achter de Dode Zeerollen, dat internationaal de aandacht trok. Hij kreeg samen met een andere Dode Zeerol-expert van het eerste uur, Jan van der Ploeg, de opdracht om met de teksten bezig te gaan. Groningen werd een belangrijk onderzoekscentrum, mede door de uitgave van het tijdschrift Journal for the Study of Judaism en andere publicaties.
Onderzoeksleider Mladen Popovic. Foto: Jan Willem van Vliet
Was er niet ook een connectie met Assen?
In Groningen waren in de loop der jaren naast Van der Woude ook andere grote namen uit het Dode Zeerollenonderzoek werkzaam, zoals Florentino García Martínez en Eibert Tigchelaar. Sinds 2008 wordt het Qumran Instituut geleid door Mladen Popovic, onder wiens leiding het onderzoek is verbreed en ingebed in de bestudering van de oude wereldgeschiedenis.
Mede op initiatief van Popovic wijdde het Drents Museum in Assen in 2013 een expositie aan de Dode Zeerollen. In Drenthe waren zestien fragmenten uit Qumran te zien, maar werd ook veel aandacht besteed aan de Grieks-Romeinse wereld waarin de rollen functioneerden. In de jaren na de expositie groeide het Qumran Instituut en ontwikkelde het zich tot een wereldwijd toonaangevend onderzoekscentrum.
Wat maakt het Qumran Instituut zo bijzonder?
Alle teksten die in de elf grotten bij Qumran zijn gevonden zijn inmiddels gepubliceerd. Het onderzoek is de laatste jaren enorm verbreed, waarbij de focus minder op de inhoud van de teksten is komen te liggen en meer op de cultuur waarin ze functioneerden. Het onderzoek in Groningen heeft zich daarnaast toegespitst op het materiaal. In 2021 leidde dat al tot nieuws over de Jesaja-boekrol dat wereldwijd veel aandacht kreeg.
Ook het nieuws van deze week - de nieuwe dateringen van een groot aantal boekrollen en de ontwikkeling van het datumvoorspellingsmodel Enoch - gaat de wereld over. De unieke samenwerking met experts op het gebied van kunstmatige intelligentie en onderzoekers van het Centrum voor Isotopen Onderzoek opent nieuwe onderzoeksmogelijkheden, waar we ongetwijfeld nog veel meer van gaan horen.