Er waart een spook door Europa, dat zal u niet zijn ontgaan. De ‘ruk naar rechts’, die overigens minder hevig is dan voorspeld en gevreesd, en die vooral de historisch meer geschoolden onder ons verontrust, past blijkbaar in een mondiaal patroon (ik houd mijn hart vast).
Wie zoals u en ik alleen de beschaafde nieuwsvoorzieningen raadpleegt - deze krant, NRC, Trouw, de Volkskrant - begrijpt er niets van: die waarschuwen voortdurend tegen het zogeheten populisme.
Het probleem is dat genoemde periodieken louter gelezen worden door gelijkgestemden, en niet door de ‘beklagenswaardigen’ (om Hillary Clintons ongelukkige typering deplorables te gebruiken), die geen boodschap aan nuancering hebben, maar wel stemrecht. Het is daarbij opvallend hoeveel jongeren zich door volksmenners laten verleiden.
Na de laatste Kamerverkiezingen stelde ik in een keurig gezelschap de vraag of de aanwezigen persoonlijk een PVV’er kenden, waarop iemand vertelde dat zijn 19-jarige kleinzoon op Wilders had gestemd, ‘omdat die van die lollige filmpjes op TikTok plaatste’. En dan zijn er lui die de kiesgerechtigde leeftijd willen verlagen.
Wat tot nu toe het meeste stof deed opwaaien, is de door de nieuwe coalitie beoogde btw-verhoging op ‘elitaire’ cultuur. Daarin is rechts Nederland anders dan zijn buitengaatse geestverwanten. Die willen allemaal maar wat graag de publieke omroep en daardoor ook de vrije pers breidelen, maar het komt niet bij hen op boeken met 12 procent meer te belasten.
Zelfs Viktor Orbán poogt weliswaar hem onwelgevallige uitingen in Hongarije de mond te snoeren, maar van het ontoegankelijker maken van cultuur tout court is geen sprake. Ook Marine le Pen heeft geen plannen in die richting, evenmin als Giorgia Meloni.
In plaats van concertbezoek kon men best een cd’tje bestellen
Nu hebben wij in ons koninkrijk een zekere reputatie van barbarij hoog te houden. We waren het enige land ter wereld dat gedurende de coronaperiode de boekhandels niet-essentieel verklaarde en dwong gesloten te blijven. In plaats van concertbezoek kon men volgens een gezagsdrager best een cd’tje bestellen.
Ik ben geïnteresseerd in de Zuid-Europese barokliteratuur, en wanneer ik in Italië of Spanje ben, schaf ik me naar hartenlust moderne uitgaven aan van dichters uit die periode. Vooral Spanjaarden zijn trots op wat zij nog onbeschroomd hun Siglo de Oro noemen, een periode die ongeveer samenvalt met ónze Gouden Eeuw.
Stel nu dat er omgekeerd een Spanjaard belangstelling heeft voor 17e-eeuwse Nederlandse poëzie, en na lang sparen vol verwachting hierheen reist, in de hoop geannoteerde edities van Vondel, Hooft, Huygens en hun tijdgenoten te bemachtigen. Hij zal op zijn neus kijken, want in onze boekhandels is op dat gebied in het geheel niets te vinden, sterker, vrijwel de gehele Nederlandse literatuur van vóór het jaar 2000 lijkt niet te bestaan.
Ook in het onderwijs is het wat dat betreft armoe troef. Ik begrijp dat je al blij mag zijn als iemand die een PABO-diploma heeft behaald, enigszins correct kan spellen.
Deze mijns inziens alleszins gerechtvaardigde klacht wordt echter steeds meer als gezeur ervaren, zoals men kennis van zaken en eruditie in brede kring als aanstellerij beschouwt. Van de weeromstuit begin ik er langzamerhand een eer in te stellen mij tot die verguisde ‘elite’ te mogen rekenen.