Een jeugdtheatervoorstelling in de Gouverneurstuin in Assen tijdens festival Art of Wonder, mede-georganiseerd door Garage TDI. Foto: Marcel Jurian de Jong
De grote cultuursubsidieverdeeldag draaide woensdag ook om de tegenstelling tussen de Randstad en de rest van het land. Die is niet kleiner geworden.
Groot was de verontwaardiging vier jaar geleden toen na de verdeling van cultuursubsidies door het Fonds Podiumkunsten de meeste steun in de Randstad was beland. Nadat in Noordoost-Nederland schande was gesproken en de Tweede Kamer zich ermee ging bemoeien, leek er iets te veranderen.
Niet alleen het aanvankelijk afgewezen Drentse theatergezelschap Peergroup kreeg in 2020 alsnog steun. Ook Eurosonic Noorderslag merkte een reparatie achteraf. Na de Kamerverkiezingen – gewonnen door PVV, NSC en BBB – volgde op voorspraak van staatssecretaris Uslu (D66) een rapport. Daarin vroeg de Raad voor Cultuur aandacht voor ‘leemtes’ in het cultuuraanbod.
Zijn die leemtes na woensdag weggewerkt? Is de verdeling van cultuursubsidies gelijkmatiger? Raad voor Cultuur-voorzitter Kristel Baele wees woensdag tevreden op nieuwe regionale instellingen in de Basis Infrastructuur: Explore The North in Leeuwarden en Eurosonic Noorderslag in Groningen.
Hoezo vooruitgang?
Wat Baele verzweeg, was dat haar raad géén BIS-steun wil voor het Groninger Museum en de BIS-steun voor het Drents Museum onder voorwaarde is. En dat Eurosonic Noorderslag al in 2020 rijkssteun had weten te bemachtigen. Noem het maar vooruitgang.
Wie naar de geldverdeling door het Fonds Podiumkunsten (FPK) kijkt, ziet ook daar weinig extra’s voor het Noorden. Ja, er zijn nieuwkomers: Wabi Sabi uit Assen, Mevrouw Ogterop uit Meppel en Bruckmanprojecten uit Groningen. En er zijn toekenningen voor festivals. Die in 2020 ook al toekenningen kregen, in geval van Jonge Harten zelfs aanzienlijk hoger. Het festival is nu geconfronteerd met een bezuiniging van 75 procent.
Maar er zijn ook organisaties die volgens het fonds prima functioneren, waar echter geen geld voor is, zoals Profound Play, ShELFISH, X_Yusuf Boss en Zummerbühne. Tel daar de afwijzingen voor Peergroup, het Aurora Festival en Jazz te Gast bij op en concludeer dat het FPK nauwelijks aan meer spreiding heeft gedaan.
Gemiste kans
Garage TDI uit Assen heeft een flinke FPK-toekenning gekregen, waar ze in Assen blij mee zijn. Maar een felbegeerde BIS-status voor het Drentse gezelschap zat er wederom niet in. ,,Ik zie de wil om te spreiden niet terug. Terwijl er voor Drenthe echt een kans lag om in de BIS te komen”, aldus directeur Remco van Zandvoort.
De Raad voor Cultuur en het Fonds Podiumkunsten zijn de meest spraakmakende geldverdelers, maar niet de enige. Wat opvalt is dat het Mondriaanfonds, het Fonds voor Cultuurparticipatie, het Letterenfonds en ook het Filmfonds beter spreiden. Dat deden ze vier jaar geleden echter ook al. Toen werd het niet opgepikt door media en politici.
Antirandstadretoriek
Vorige maand stond tijdschrift Boekman in het teken van ‘cultuur in de regio’. Middels een aantal artikelen, een column getiteld Antirandstadretoriek voorop, stelde het blad het beeld bij van fondsen die op een verkeerde manier geld verdelen en moedwillig de Randstad boven de regio bevoordelen.
Viktorien van Hulst, directeur Fonds Podiumkunsten, werd woensdag geconfronteerd met het gegeven dat in 2020 80 procent van de aanvragen uit de vier grote steden een positief FPK-advies kreeg. Nu is dat 69 procent.
„Je ziet dat de extra criteria voor regionale spreiding daar hebben gewerkt”, aldus Van Hulst. ,,Maar we zien ook: als we geen aanvragen krijgen, kunnen we ze ook niet honoreren. Het aantal aanvragen uit de Randstad is veel hoger dan van daarbuiten.”
Jipsingboermussel
Dat laatste raakt de kern. De wil om te spreiden is er wel, bij het ene fonds meer dan het andere. Maar de vraag is: naar wie? Fondsen beoordelen aanvragen op basis van vastgestelde criteria. Regionale spreiding is daar een van. In het geval van de Raad voor Cultuur is het criterium ondergeschikt aan artistieke kwaliteit.
Wie wel eens een aanvraag om steun heeft mogen beoordelen, weet dat een goede aanvraag een leesbare aanvraag is die aan de criteria van de geldverstrekker voldoet. Waar die aanvraag vandaan komt, Jipsingboermussel of Kudelstaart, maakt niet uit. Garage TDI wist het al, het Groninger Museum is er nu achter.
Spreiding van cultuurgelden is en blijft een dankbaar onderwerp voor discussie. De eerlijkheid gebiedt te zeggen dat het systeem van adviezen en toekenningen dusdanig complex is, dat tegenover elke verongelijkte beschuldiging van zij wel en wij niet een meer genuanceerde reactie kan worden gezet. Voor wie van polarisatie houdt, is dat jammer. Maar ook realiteit.