Florentijn Hofman geldt als een van de meest opvallende kunstenaars van Nederland. Vooral in Azië brengt zijn werk een enorm publiek op de been. Met ingang van 9 maart exposeert hij tijdens de Kinderbiënnale in het Groninger Museum.
Serieus voornemen: niet over dat ene kunstwerk beginnen dat miljoenen mensen over de hele wereld op de been brengt. Waarom? Omdat hij zoveel andere dingen heeft gemaakt die óók de moeite waard zijn. Omdat het niet altijd maar weer over die ene hit moet gaan, alsof er daarna niets is gebeurd.
Zo dook vorig jaar ineens zijn pissende IJsbeer op in het nieuws. Eerst was er een klacht van een buurtbewoner die wakker lag van het permanente wateren in de gracht bij museum Flehite in Amersfoort. Toen de straal in betere banen was geleid, wilde de lokale bevolking het beest niet meer laten gaan. Volgens kwamen uit heel Nederland verzoekjes of zij de IJsbeer mochten tonen.
Florentijn Hofman. Foto: Marcel Krijgsman
Maar Florentijn Hofman (1977), de bedenker, had andere plannen. Hij haalde zijn zoveelste spraakmakende kunstwerk terug naar zijn woonwerkplek op Buitenplaats Koningsweg, even buiten Arnhem. Daar zette hij de beer op een veld bij die werkplek, niet ver verwijderd van de tijdelijke verblijfplaats van Feestaardvarken, een ander kunstwerk dat het publiek graag opnieuw in het openbaar wil zien.
De pissende IJsbeer van Florentijn Hofman staat nog tot eind februari 2024 bij de werkplaats van de kunstenaar. even buiten Arnhem. Foto Mediahuis Noord
Vanuit zijn werkplaats, een voormalige recreatiezaal van defensie waar films werden vertoond en Willeke Alberti, André Hazes en Dolly Dots nog hebben opgetreden, kan Hofman dagelijks met eigen ogen zien wat zijn kunst te weeg brengt. Pissen doet IJsbeer nu even niet. Maar kijkers trekt het beeld nog steeds. As we speak gaan drie volwassen mannen met de beer op de foto. Straks is het werk te zien in Groningen.
Interactieve kunsttentoonstelling
Onder de titel A better place opent 9 maart in het Groninger Museum de Kinderbiënnale, een interactieve kunsttentoonstelling voor alle leeftijden. Hofman is gevraagd een werk te maken voor de Mendinizaal. Hij bedacht Wurm, een 60 meter lange installatie van hout en karton die bezoekers uitnodigt door de knieën te gaan en kruipend een hen onbekende wereld te betreden.
Wurm is gebaseerd op een supersimpel concept, oordeelt Hofman zelf. ,,Toch denk ik dat dit het moeilijkste werk is dat ik ooit heb gemaakt’’, zegt hij.
De titel zegt het al: Wurm is een reusachtige worm, geïnspireerd op de ongewervelde dieren die onder meer in de bodem leven. Hofman moest door de tentoonstellingstitel aan ze denken. ,,Het klinkt goed, A better world. Maar wat betekent het in je eigen wereld? Als je de wereld beter wilt maken, zul je eerst je eigen wereld moeten snappen en moet je op onderzoek uit.’’
Dat laatste kan door letterlijk de grond in te gaan, oppert hij. .,Kijken wat er in de bodem zit. Waar komt alles vandaan? Hoe ziet je land eruit? Wat is de basis? Waar zitten de wortels? Steek de spade maar in de grond. Als kind heb ik dat gedaan: pieren wuppen.’’
Om meer over wormen te weten te komen, ging Hofman in gesprek met Jeroen Onrust, de in Emmen geboren bioloog alias Dr. Worm, die aan de Rijksuniversiteit Groningen afstudeerde als ecoloog. ,,Ik dacht er een stuk of drie wormen bestonden, dat bleek heel anders te zitten’’, vertelt de kunstenaar. ,,De worm die ik voor ogen heb, is een pendelworm. Die duikt in de grond en trekt biologisch materiaal het land in, eet dat op en poept het uit als compost.’’
Wedergeboorte ondergaan
Het onderliggende idee dateert van een vakantie in Japan met zijn gezin – Hofman en zijn vriendin hebben vier kinderen. Samen bezochten ze een Boeddhistische tempel en werden door een monnik uitgenodigd achterin een trapje af te dalen en een donkere corridor binnen te gaan. De corridor bleek gebouwd om een ervaring van wedergeboorte te ondergaan.
,,Dat vond ik zo mooi’’, blikt Hofman terug. ,,Wat me nog meer triggerde, was dat aan het einde van de corridor een spiegel hing waarin ik mijn gezin zag. Het was voor het eerst van mijn leven. Ik zag niet mezelf met anderen. Ik zag mijn gezin, als geheel. Het was een inzicht, een zeer ontroerend moment. Ik ben niet alleen, dacht ik. We horen bij elkaar en we zijn hecht.’’
Een keer eerder heeft hij de ervaring in de tempel in kunstwerk proberen te verwerken. Bijna drie jaar geleden, tijdens de coronapandemie, liet hij in een kerk in Schiedam De stadscocon zien, een reusachtige groene ‘pil’. ,,Daarin werd je als bezoeker ook op jezelf teruggeworpen om tot inzicht te komen. Dit nieuwe werk moet iets vergelijkbaars oproepen.’’
Wijzend naar het begin van Wurm zijn werkplaats zegt Hofman: ,,Kinderen kruipen straks het pikkedonker van mijn worm binnen. Op de tast. Ze worden zintuigelijk geprikkeld. Dat zorgt voor durf om verder te gaan. Goede kinderen. Mooie kinderen. Kinderen die de toekomst zijn. Die komen er straks als betere mensen uit. Je wordt de worm. Die kruiptocht gaat iets met je doen. Het vertrouwen dat je opdoet, neem je mee de wereld in.’’
Oude meuk
Florentijn Hofman wist al op jonge leeftijd dat hij kunstenaar wilde worden. Hij was een jaar of tien toen hij op televisie Karel Appel bezig zag in diens atelier. Een assistent kneep tubes leeg, Appel smeet de verf op het doek. Hij rommelde maar wat aan, sprak de kunstenaar zelfbewust tot de kijkers.
,,Ik dacht: Dit is het, dit is wat ik wil’’, herinnert Hofman zich. Toen ben ik gaan schilderen. Mijn moeder heeft die dingen nog steeds. Verschrikkelijk zijn ze. Elke keer als ik bij haar op bezoek kom, vraag ik of ze die oude meuk wil weggooien. ‘Ik maak nu veel toffere dingen’, zeg ik dan.’’
Hoewel geboren in Delfzijl – ,,In het ziekenhuis. Ik ben er hooguit een dag geweest.’’ – groeide hij op in Noord-Sleen. ,,Ik heb een paar jaar in Middelstum gewoond. Mijn vader was broeder in een verpleeghuis; hij is jong overleden. Mijn moeder werkte in de kinderzorg. Zij had graag naar de kunstacademie gewild, maar mocht niet van haar ouders. Nu is ze creatief therapeut.’’
Na de middelbare school, in Emmen, meldde hij zich zowel in Kampen als Groningen bij de kunstacademie. ,,De keuze viel op Kampen, omdat al mijn vrienden naar Groningen gingen. Ik wilde iets anders. Wat meespeelde was dat de academie in Kampen fijner voelde.’’ Tijdens de opleiding studeerde hij een half jaar in Birmingham. Na zijn eindexamen volgde een master in Berlijn.
Beukelsblauw (2004 - 2006) Florentijn Hofman. Foto: Studio Florentijn Hofman
Het eerste jaar in Kampen maakte duidelijk dat hij geen schilder zou worden. ,,Wat ik deed als schilder waren maniertjes. Dat ontdekken, is misschien de beste les die ik als kunstenaar heb geleerd.’’ Beeldhouwen lag hem veel beter. Dat bleek toen hij in 2006 in Rotterdam Beukelsblauw liet zien: een rij panden, 115 bij 15 meter, achter een laag latex met details. ,,Monochroom geschilderd, dat wel. Maar het is een beeld.’’
De goede kant
Vooral de laatste jaren is hij bezig met wat hij urgente thema’s noemt. Zo maakte hij in 2019 voor museum Nemo in Amsterdam het 8,5 meter hoge beeld Een handstand. Een van zijn zoons stond model.
,,Soms wil ik met mijn werk dat mensen zich afvragen of ze nog de goede kant opgaan’’, vertelt Hofman erover. ,,Door een handstand zie je de wereld op zijn kop. Het grootste cadeau van vaderschap, zeker in de beginfase, is dat je weer spelend op de grond komt te liggen en de wereld vanuit een ander perspectief opnieuw kunt ervaren.’’
Een handstand is een mensfiguur. Meest bekend is Hofman van zijn z’n dier-gerelateerde werken waarmee hij metaforisch communiceert. ,,Natuurlijk gaat het over ons. Die ijsbeer zeurde als beeld al een tijdje in mijn hoofd. Kort door de bocht kun je zeggen dat het gaat over zelfdestructie, over lak hebben aan het leven. Ik laat het zien middels een hufterige beer. Piss off. Want dat is het gedrag dat wij als mensen vertonen.’’
'Kunstenaars zijn mollen.' Foto: Marcel Krijgsman
Kunstenaars zijn als mollen, zegt Hofman. Ze ploegen het gazon om en zorgen dat een ontregelende hobbel in het gras zichtbaar wordt. ,,Bij sommige mensen leidt het misschien tot ergernis. Maar als het goed is, laat het ook zien dat je niet alleen bent. Onder de grond, buiten het zichtveld, gebeurt ook van alles. Af en toe moet iemand een hoop opwerpen om je anders naar je plek te laten kijken.’’
Dat is wat een handstand, een ijsbeer, een verblijf in een cocon of kruipen door een worm kan doen, zegt hij. ,,Dat is ook wat een hele grote badeend, dobberend in een urbane setting, kan doen.’’
Hij is er zelf over begonnen.
Rubber Duck
Het idee voor Rubber Duck, met afstand zijn bekendste kunstwerk, stamt uit 2001, na een bezoek aan een museumtentoonstelling met landschapschilderijen. Zes jaar later kon hij de eerste eend – 26 meter hoog, knalgeel – laten zien in de Franse havenplaats Saint-Nazaire. Sindsdien duiken ze overal ter wereld op, in verschillende formaten. Vooral in Zuidoost-Azië brengt de badeend massa’s mensen op de been.
Rubber Duck (2007) Florentijn Hofman. Foto: Studio Florentijn Hofman
De badeenden verschijnen niet zomaar. ,,Ik heb lang gedacht: ik moet iets nieuws doen, ander werk laten zien. Inmiddels ben ik er achter dat sommige dingen ontzettend goed zijn en het niet erg is om te herhalen. Vergelijk het met opnieuw luisteren naar Paint it black van Rolling Stones. Mick Jagger heeft dat nummer misschien wel duizend keer gezongen. En het werkt nog steeds.’’
Afgelopen zomer liet Hofman er twee tegelijk zien in Hongkong. Eind januari werd dit dubbeloptreden herhaald in Taiwan, waar al eerder een Rubber Duck was getoond. Hij leest voor uit een mail van een dankbare getuige: ‘Ik ben dertig jaar oud en heb een handicap waardoor mijn ledematen aan een zijde van mijn lichaam niet meewerken. Je mag best weten dat ik daardoor soms een beetje depressief ben. Ik was zo blij om Rubber Duck opnieuw te zien.’
Zeventien jaar dobbert Rubber Duck aan zijn zijde. ,,En daar heb ik helemaal geen last van. Er is nog steeds veel vraag naar. Ik moet vaak nee zeggen. Nu zijn er besprekingen om hem in het Verenigd Koninkrijk te laten zien – dat zou voor het eerst zijn. De plek is doorslaggevend. Die moet iets hebben waardoor je anders naar de omgeving gaat kijken en het een onuitwisbare herinnering opleveren. Net als het noorderlicht.’’
Handtekeningen uitdelen
Hij heeft het vaker gezegd, Hofman maakt groot werk om de mens klein te maken. ,,Schaal is verslavend. En prachtig. Als er al hiërarchie heerst in de publieke ruimte, valt dat aan de voet van mijn kunstwerken weg. Dat maakt mensen gelijkwaardig. Natuurlijk is het leuk om daarmee een miljoenenpubliek te bereiken. Maar uiteindelijk draait het niet om de roem. Na een halve middag handtekeningen uitdelen ben je daar wel klaar mee.’’
'Wat ik maak, zijn installaties die voor een happening zorgen.' Foto: Marcel Krijgsman
Het gaat erom dat het werk goed is, zegt hij. ,,Wat ik maak, zijn installaties die voor een happening zorgen. Op de eerste dag van zo’n badeend komt een half miljoen mensen af. Die heb ik nodig om het groot te laten zijn. Publiek is nodig om de schaal te laten zien. Een ijsbeer alleen is niet interessant. Hij wordt pas interessant als hij inhoudelijk wordt geladen met reacties, als mensen opgaan in het werk en erbij willen horen.’’
Dat laatste is in Azië niet per se anders dan in Europa, en zal naar verwachting ook in het Groninger Museum zo zijn.
Feestaardvarken (2013) Florentijn Hofman. Foto: Studio Florentijn Hofman
,,Feestaardvarken moest na zeven jaar in Arnhem weg van zijn plek vanwege projectontwikkeling. Dat wisten we van tevoren’’, vertelt hij. ,,Nu worden petities getekend om hem terug te laten keren, mede omdat het varken voor veel jongeren een ontmoetingsplek is geweest en deel is gaan uitmaken van hun leven.’’
Onbetaalbaar vindt hij dat. ,,Sinds ik dat begrijp… Het is zo waardevol als je iemand iets kunt geven dat hem altijd bij blijft. Die kunstwerken zijn misschien tijdelijk. Maar niet in je hoofd. Daar worden het verhalen. Of overleveringen. Dat is wat ik wil nalaten: verhalen. En de beste verhalen, daar was je zelf bij.’’
In het kort
Florentijn Hofman (Delfzijl, 1977) woonde de eerste jaren van zijn leven in Middelstum, maar groeide op in Noord-Sleen. Na de middelbare school in Emmen studeerde hij aan de kunstacademie in Kampen en vestigde zich daarna in Rotterdam, waar hij zijn bekend werd door zijn kunstwerk Beukelsblauw. Beroemd werd hij met Rubber Duck (2007), een gigantische badeend die sindsdien overal ter wereld opduikt. Hofman woont met zijn vriendin en hun vier kinderen in Arnhem.