De Blessebrugschans vanuit de lucht gezien. Foto Blijf in Beeld/Albert Westerhuis
De Duitse oorlogsbisschop Bommen Berend werd bekend als de man die Groningen bombardeerde, maar 350 jaar geleden viel hij ook Friesland binnen. Zonder succes: zijn troepen liepen vast bij de schansen van de Friese Waterlinie in Opsterland en de Stellingwerven. Vanaf september herdenkt Friesland het Rampjaar 1672 met een reeks activiteiten.
Het was dikke paniek in juli 1672. Duitse soldaten te paard snelden vanaf Leek plunderend de Friese Wouden binnen en kwamen tot Nijega en Sumarreheide. Ze werden verjaagd, maar de Friese bevelvoerders kregen het knap benauwd. Ze verplaatsten het noordelijk hoofdkwartier van de Friese troepen gauw van Burgum naar Tytsjerk: hoe verder van de Groningse grens, hoe veiliger.
Friesland verwachtte namelijk elk moment een zware aanval van de Münsterse bisschop-vorst Bernhard von Galen (bijnaam Bommen Berend). Op het platteland van Drenthe en Groningen was hij al heer en meester. Hij verplaatste zijn soldaten tijdelijk naar de stad Groningen, maar duidelijk was toen al dat hij ook Friesland wilde overrompelen.
Broers vermoord
Iedereen heeft op school wel iets moeten leren over het Rampjaar 1672-1673, maar wie kent al die feitjes nog? Daarom een korte samenvatting: Frankrijk, Engeland, Keulen en Münster spraken samen af om de Republiek der Verenigde Nederlanden te verpletteren. De Fransen stuurden een groot landleger naar Holland. De Britten wilden vooral de machtige Nederlandse vloot op zee verwoesten.
Bisschop Bernhard von Galen, alias Bommen Berend. Bron: archief LC
De situatie in Holland leek al snel hopeloos door de Franse aanval. Geschrokken richtten de Haagse burgers hun woede op de regentenbroers Johan en Cornelis de Witt: zij werden beiden op straat vermoord. Dit bood de kans aan de familie Van Oranje-Nassau om haar oude machtspositie terug te grijpen. Zo kwam Willem III kwam als Hollandse stadhouder aan het roer: hij vervolgde de strijd tegen de vijanden.
De noordelijke en oostelijke provincies zagen zich ondertussen geconfronteerd met Duitse troepen. Toen die Gelderland en Overijssel in handen hadden, richtte bisschop Von Galen zich met zijn Münsterse soldaten op de noordelijke provincies op jacht naar macht, geld en roem.
Friesland stond destijds onder het bewind van de piepjonge Nassau-stadhouder Hendrik Casimir II. Het gewest had ook eigen soldaten. Oorlogsschepen van de Friese Admiraliteit vochten mee met de Hollanders op zee., terwijl het ‘Staatse’ landleger van Friesland zich tegen Bommen Berend verdedigde.
De werkgroep van de Friese Waterlinie bij het kanon in Oldeberkoop. Dit zijn Hans Salverda, Nicolette Hartong, Lenus van der Broek en Karst Berkenbosch (v.l.n.r.). Foto Sjoerd Kooiman
Huijsen in vuijr
Vooral in de steden viel veel oorlogsbuit te roven, maar de Duitse bisschop probeerde ook te verdienen aan de plattelandsgebieden. Daar hief hij na zijn veroveringen onmiddellijk hoge belastingen. Bij niet-betalers ,,sullen in weijnige dagen hare huijsen in vuijr en brandt sien staen’’, zo werd in Overijssel al spoedig bekend gemaakt.
Hoewel Von Galen zich niet erg bisschoppelijk gedroeg, was zijn katholieke achtergrond wel belangrijk in de oorlog: hij hoopte namelijk ook de Nederlandse protestanten weer terug te leiden naar de roomse kerk.
De Friese troepen werden aangevoerd door Hans Willem van Aylva uit Holwerd. Hij verdedigde eerst nog de IJssel, totdat de bestuurders van Overijssel zich overgaven aan de Duitsers. Daarna werden de Friese troepen teruggetrokken naar de Stellingwerven. Hier moesten ze Bommen Berend tegenhouden bij de riviertjes de Lende en Tsjonger (Kuunder).
De bevolking en bestuurders in Leeuwarden toonden zich zeer strijdbaar. De Friese Staten benoemden de vijftienjarige stadhouder symbolisch tot legeraanvoerder, terwijl talrijke burgers zich als vrijwillig militair aanmeldden. Er werd ook een dienstplicht ingevoerd om het beroepsleger van de stadhouder te versterken.
Bommenregen
Grootscheepse oorlogsvoering bleef in 1672 echter uit langs de Friese grenzen. Bommen Berend wilde namelijk eerst noordoostelijk Nederland in handen krijgen. Op 12 juli veroverde hij het strategisch gelegen Coevorden. Daarna vielen ook versterkingen in oostelijk Groningen in zijn handen, waarna hij zijn energie op Groningen kon richten.
Afbeelding op het monument van de Slijkenburgschans. Foto: Lenus van der Broek
Hij hoopte de stedelingen op de knieën te dwingen met een verwoestende bommenregen, maar de stad bleek goed verdedigd, terwijl de Groningers van geen overgave wilden weten. Teleurgesteld trokken de Duitse troepen zich op 28 augustus terug. Die dag wordt in Groningen nog ieder jaar gevierd met een volksfeest.
Eind december wisten de Groningers Coevorden terug te veroveren, maar de Duitse troepen bleven heer en meester in Overijssel, van waaruit ze nieuwe invallen voorbereidden. Ondertussen waren de Friese troepen druk bezig om hun verwaarloosde schansenlinie in de zuidoosthoek te versterken.
De linies zaten slim in elkaar. Wie dit systeem wil begrijpen, moet beslist een kijkje nemen op de website Friesewaterlinie.nl Met kaarten en video’s leggen vrijwilligers prachtig uit hoe de oorlog zich ontwikkelde. De Stellingwerver schansenkenner Karst Berkenbosch wordt op iedere iedere schanslocatie gefilmd, terwijl hij vertelt over de plaatselijke gebeurtenissen. Ook in het Drentse Een komt hij in beeld, want daar ligt een herstelde Friese schans.
Sabotage in Gorredijk
In 1672 was de Friese verdediging nog chaotisch en verouderd. Sommige schansen waren al sinds de Tachtigjarige Oorlog amper meer onderhouden, andere werden in ijltempo aangelegd, maar soms gebeurde dit op de verkeerde plek. Berkenbosch vertelt hoe de Duitsers zonder problemen om sommige schansen heen trokken.
Er was ook veel ruzie, want burgers en boeren zaten vaak niet te wachten op soldaten en onderwaterzetting (indundatie). Neem bijvoorbeeld Gorredijk, dat werd uitgebouwd tot een versterkt vestingdorp. ,,De bevolking was er niet blij mee en probeerde zelfs de aanleg te saboteren’’, vertelt Berkenbosch.
Water was in deze zompige gebieden een ideale verdediging, zeker tegen buitenlandse aanvallers. De Friese bevelvoerders eisten dan ook dat er landerijen onder water werd gezet, maar de boeren werkten dit tegen. In de omgeving van Lemmer hadden ze terechte zorgen: daar spoelde zeewater het land in, waardoor het land ‘bedorven’ raakte.
Blik op de Zwartendijksterschans bij Een. Foto archief LC/Jan de Vries
Dat de verdediging in 1673 toch op gang kwam, was vooral te danken aan de nieuwe bevelvoerder Johan Maurits, een van de populairste en slimste Nassaus uit de zeventiende eeuw. Deze ‘veroveraar’ van Brazilië is nog bekend van zijn stadspaleis: het Mauritshuis in Den Haag. Hij kwam geregeld in Friesland en was hier een bekendheid, mede dankzij zijn bizarre ongeval in Franeker. In 1664 kreeg zakte hij hier namelijk met zijn paard door een brug.
Plundering in De Knipe
Een andere interessante officier uit die tijd was Poppe van Burmania, die een waardevol ‘dagboek’ bijhield. Hij beschreef 1672 als een ,,jaer van wonderen’’. Poppe zat soms met zijn soldaten in Oude Schouw bij Jirnsum, maar hij verbleef ook in Burgum, Tytsjerk en het strategisch gelegen Heerenveen. Het veendorp werd zo nu en dan aangevallen, maar het moet er ook gezellig zijn geweest. De officieren vonden onderdak bij de lokale elite. Poppe sliep bijvoorbeeld bij apotheker Roelof Sierx.
,,Van 24 op 25 augustus 1673 is het dan zo ver: de lang verwachte aanval van Bommen Berend op Friesland, en dat ook nog eens op drie plaatsen tegelijk’’, zo vermeldt de website. De Duitsers naderden nu Wolvega en Heerenveen: ,,In De Knipe worden huizen geplunderd en in brand gestoken, op de Mildamster heide vindt een gevecht plaats. Ook van Katlijk en Gorredijk zijn groepjes plunderende Münsterse soldaten bekend.’’
De Friese troepen kregen echter hulp van een noordwesterstorm, die het waterpeil snel liet stijgen bij de Lende en de Tsjonger. De vijandelijke soldaten raakten in paniek. Bij de Blessebrugschans ontstond chaos toen de militairen wilden terugvluchten richting Steenwijk. ,,Heel veel mensen zijn van de brug gevallen en verdronken. Een trieste afgang voor Bommen Berend’’, aldus Berkenbosch. De bisschop liet Friesland daarna met rust.
Duizenden doden
Ook op zee was de ergste strijd nu voorbij. Schepen van de Friese Admiraliteit hadden in beide oorlogsjaren hevig meegevochten met de Hollandse vloot, die werd geleid door de beroemde admiraals Michiel de Ruyter en Cornelis Tromp. Op 11 augustus 1673 vond de beslissende ‘slag bij Kijkduin’ plaats nabij Den Helder. Hierbij vielen duizenden doden. De Fransen en Engelsen slaagden er niet in om de Nederlandse vloot te verwoesten.
De vier vijanden raakten oorlogsmoe, raakten door hun geld heen en moesten hun handen vrijmaken voor andere oorlogen, want overal in Europa woedde strijd. Het noordelijk deel van De Nederlanden was daarna oorlogsvrij, hoewel de Republiek nog jaren zou doorvechten tegen de Franse zonnekoning Lodewijk de Veertiende. Hieraan kwam pas in 1678 een einde met de vrede van Nijmegen.
De woelige gebeurtenissen van 350 jaar geleden worden in het hele land herdacht. Vanwege de grote regionale verschillen krijgen ze in iedere provincie een eigen inkleuring. Wie het Groninger verhaal interessant vindt, kan nu al terecht op een expositie in het Groninger Museum. De Friese activiteiten beginnen half september met de Friese Waterlinieweken en zijn vooral gericht op de schansenstrijd in de zuidoosthoek.
Hierbij is er veel aandacht voor de aandenkens die nog in het landschap te herkennen zijn. Denk bijvoorbeeld aan het kanon van Oldebekerkoop, de maquette van Gorredijk in museum Opsterland en de resterende versterkingen in het landschap. Vooral de Slijkenburgerschans, de Blessebrugschans en de Zwartendijksterschans zijn deze zomer al een bezoekje waard. Er zijn verschillende fietsroutes voor uitgezet.
Een bezoekje waard
De website Friesewaterlinie.nl bevat een overvloed aan verhalen, foto’s en video’s, waarin vooral de schansen in de zuidoosthoek ruim worden belicht: friesewaterlinie.nl Op de website is ook uit het activiteitenprogramma te vinden.
In het Groninger Museum is tot november een mooie expositie te zien met veel kaarten en voorwerpen rond de inval van Bommen Berend.
De landelijke website rampjaar1672.info bevat informatie voor heel Nederland.