Op de vlucht voor de verwoestende bosbranden op Rhodos belanden toeristen in hotels waar ze in conferentiezalen of in de lobby proberen wat rust te vinden. Foto's: Eigen foto's
De eerste nacht na de massale evacuaties van de paar honderd Nederlandse toeristen op het Griekse vakantie-eiland Rhodos is voor vrijwel iedereen chaotisch verlopen.
Sommigen waren nog altijd op de vlucht voor de bosbranden, anderen hebben op hun opvangplek nauwelijks een oog dichtgedaan vanwege de hectiek, de traumatische vlucht voor het vuur of het gebrek aan een goede slaapplek.
Naar veilige oorden
Op het zwaar door bosbranden geteisterde eiland worden nog altijd mensen geëvacueerd. Met boten en bussen zijn nu al meer dan 10.000 mensen, onder wie veel Nederlandse vakantiegangers, naar veiliger oorden gebracht. Volgens de Griekse autoriteiten moeten er mogelijk in totaal 30.000 mensen worden geëvacueerd.
De eerste nacht buiten de hotels en de andere vakantieverblijven verliep voor iedereen chaotisch. Veel landgenoten vluchtten, vaak met enkele kleine kinderen, te voet vele kilometers voor de aanstormende vlammen. Veel mensen moesten tijdens die vlucht koffers of andere bezittingen achterlaten. Later werden ze opgepikt door onder andere bussen of het leger, dat hen naar een veilige plek bracht, onder meer naar Rhodos Stad of een andere plek in het noorden van het eiland.
Hotels verwoest
De meeste Nederlandse vakantiegangers verbleven in Kiotari en Lardos in het zuidoosten van Rhodos, waar het vuur inmiddels meerdere hotels heeft verwoest, ook die waar Nederlanders verbleven. Kiotari ligt op ongeveer 65 kilometer van Rhodos Stad.
Arno Barnas vierde samen met zijn vrouw Cindy en de kinderen Luuk (5) en Sem (12) vakantie in het zwaar getroffen Lardos. Zaterdagavond laat zijn ze uiteindelijk met een bus naar een hotel vlakbij Rhodos Stad gebracht. „Ze hadden daar geen kamers meer vrij, maar ik denk dat er wel een paar honderd mensen in de conferentiezalen hebben geslapen. Wij hebben de nacht doorgebracht in de lobby. Nou ja, geslapen, daar kwam natuurlijk niet veel van, alleen de jongste kon op een bankje liggen en heeft nog een oogje dichtgedaan.”
Angstaanjagend
Volgens Arno was het zaterdag heel angstaanjagend om te zien hoe het vuur over de bergtoppen naar beneden kwam. „Het ging zo snel allemaal. Het leger was gekomen en we moesten meteen weg. Dat hadden we eigenlijk al zien aankomen, want er viel constant as, afkomstig van de branden, en de lucht werd steeds zwarter. Er waren bussen, maar ook taxi’s werden verplicht om mensen te evacueren. Eerst naar Lindos, waar we met z’n allen in de open lucht in een stadion zouden moeten gaan slapen, later dus naar dit hotel.”
Hoe het nu verder moet weten ze niet. „Wij hebben geen prioriteit, want wij zitten nu veilig. Dat begrijp ik wel, er zijn nu mensen die hulp harder nodig hebben. We zien wel wat het wordt. We mogen hier eten en drinken en hopen nu zo snel mogelijk terug te kunnen naar Nederland.”
Helse tocht
Chavon Rovers (20) uit Velserbroek vluchtte in totaal 17 uur voor de vuurzee, en zit nu samen met Senna Prins (20) bij te komen in het noorden van het eiland, nadat ze zich hadden voorgedaan als Fransen en stiekem waren ingestapt in een bus voor Franse toeristen, die werden opgehaald.
„Wij zaten in het Mitsis Village Beach hotel in Kiotari, toen we rond 13.00 uur hoorden dat we moesten maken dat we wegkwamen. Het was een helse tocht van 13 kilometer, door de zwarte rook heen. We hebben ook nog onze koffer meegesleept. Er was overal grote paniek bij mensen die vluchtten, maar ook bij de bewoners die we tegenkwamen. Er werden tuinslangen naar buiten gerold, zodat vluchtende mensen wat konden drinken. Sommige mensen vochten gewoon om water. Ik heb mensen gezien met baby’s die flauwvielen door de rook, mensen die radeloos midden op de weg gingen staan om maar mee te kunnen rijden met een auto die langskwam. We moesten lopen, lopen, lopen, terwijl we de vuurzee op ons af zagen komen. Verschrikkelijk was het.”
Uiteindelijk kwamen de twee aan bij een tankstation, waar ze vervolgens vier uur hebben gewacht tot ze konden meerijden op een pick-up die mensen wegbracht. Die heeft ons naar een plek gebracht waar ineens die Franse bus aankwam om Franse toeristen op te pikken. Heel brutaal hebben we ons voorgedaan als Fransen en zijn we ingestapt. We hebben wel ruzie gehad, maar ze hebben ons er toch niet uitgezet.”