Stagiairs die noodgedwongen voor de klas staan, een directeur die Engelse les geeft en hele vakken die niet meer worden aangeboden omdat er geen docent voor te vinden is. Het lerarentekort in het voortgezet onderwijs bleef lang verborgen, maar zorgt voor steeds meer problemen. En de schaarste wordt de komende jaren erger.
Op het Jan Arentsz College in Alkmaar is de situatie door het lerarentekort ’niet rooskleurig’, vertelt vmbo-directeur Jan Willem Heemstra. „We vragen momenteel echt het uiterste van onze mensen en vervanging is er niet, niet intern en niet extern.”
Hij legt uit wat er gebeurt als er een gat valt in het rooster. „We vragen rond of er collega’s zijn die meer lessen willen geven en kijken of er derdejaarsstudenten op school zijn die we kunnen inzetten. Onderwijsassistenten kunnen helpen. En daarna volgt de kaasschaaf: alle klassen krijgen nog wel les, maar wel een uur minder.”
Onzichtbaar
Het lerarentekort was tot dusver vooral zichtbaar op basisscholen. Maar waar de tekorten in het primair onderwijs naar verwachting zullen afnemen de komende jaren, groeien de problemen juist op de middelbare scholen. Daar bleven de problemen vaak onzichtbaar.
Daar lijkt verandering in te komen. Meer dan een derde van middelbare schoolleraren zegt dat op hun school een of meerdere vakken de afgelopen maanden helemaal niet werden gegeven, omdat er geen docent te vinden is. Het vaakst zijn er problemen met een van de talen. Dat is een van de bevindingen van een peiling van Teacher Tapp, een initiatief begeleid door Amber Walraven van de Radboud Docenten Academie.
Als de les wel doorgaat, staat niet altijd een bevoegde leraar voor de klas. Iets minder dan een kwart van de docenten zegt dat hun school stagiairs gebruikt als invaller. Nog eens 17 procent meldt dat onderwijsassistenten lessen geven. De afgelopen tien jaar steeg het aantal leraren op middelbare scholen met 0,5 procent, maar het aantal ondersteuners met 12 procent.
‘Het vak met het grootste tekort in 2032 wordt wiskunde’
Bijna 2 op de 10 ondervraagde leraren geven aan dat ze (af en toe) lessen geven waar ze eigenlijk niet bevoegd voor zijn. Dat loopt op tot 34 procent in de onderbouw van het vmbo. Ook die signalen bereiken deze krant: een gymleraar die ook als wiskundedocent fungeert. Een directeur die ’even’ Engels erbij doet.
„De vraag wordt een beetje: wanneer is iets een les en wanneer is het meer een nuttige bezigheid?” vraagt Daniëlle Woestenberg zich af. Ze is voorzitter van CNV Onderwijs en een dag per week lerares levensbeschouwing in Eersel. De signalen verrassen haar niet, maar ze schrikt wel van de verschillen tussen scholen, waardoor sommige leerlingen flink benadeeld worden.
Naar schatting zijn over vijf jaar 2143 fulltime banen op middelbare scholen onvervuld.
Omdat veel docenten parttime werken, valt het totaalaantal banen flink hoger uit. De problemen verschillen per vak. Het tekort aan docenten Frans en klassieke talen zal de komende tien jaar meer dan verdrievoudigen. Het vak met het grootste tekort in 2032 wordt wiskunde.
Foto: Michel van Bergen
Grote steden
Ook per regio is het beeld diffuus. In de vijf grote steden zijn flink meer leraren nodig en in een stad als Amsterdam gaat de komende zeven jaar een derde van de onderwijzers met pensioen. In het noorden en oosten van het land lijken de tekorten juist af te nemen, omdat daar aanzienlijke dalingen van het aantal leerlingen worden verwacht.
„Het tekort is ook kwalitatief: veel ervaren leraren gaan met pensioen en vooral parttime leraren met weinig vlieguren komen ervoor in de plaats”, weet Woestenberg, die zich zorgen maakt over ’schrikbarend hoge aantallen’ leraren die het onderwijs na een paar jaar alweer verlaten.
Heemstra denkt dat veel scholen de komende jaren efficiënter moeten worden. „Ik zou ook liever meer mensen hebben, maar als dat niet lukt, is het zaak om de beschikbare leraren zo goed mogelijk te gebruiken. Veel scholen hanteren nog steeds het principe dat een leraar drie of vier uur per week aan ’zijn’ klas lesgeeft. Dat kan echt wel flexibeler.”
Op het Jan Arentsz volgen leerlingen acht uur per week een soort huiswerkuren in een groot lokaal. Dat is vakgebonden, maar een onderwijsassistent begeleidt de kinderen en dus niet de vaste docent. „Ik zeg niet dat het ideaal is. Maar dingen in het onderwijs veranderen: toen ik begon als leraar nam ik zelf nog de toetsen af en zat ik een uur lang achter een bureau niks te doen. Dat gebeurt nu ook niet meer.”
Urennorm
Donderdag wordt over het lerarentekort gesproken in de Tweede Kamer. Er gaan stemmen op voor een lagere urennorm, zodat scholen minder les kunnen geven en leraren kunnen ontlasten. Slecht idee, zei minister Dennis Wiersma eerder al, die vreest dat de basisvaardigheden daardoor nog verder onder druk komen te staan. „Onze nieuwe beroepsbevolking gaat natuurlijk door het onderwijs, dus we moeten het niveau hoog houden”, zegt Woestenberg van CNV Onderwijs. „Het is fundamenteel dat we niet tornen aan het idee van een bevoegde leraar voor de klas. Het niveau op de docentenopleidingen mag ook niet omlaag. Op de korte termijn klinkt dat misschien als oplossing, op de lange termijn is het dat zeker niet.”
Verwacht lerarentekort 2032
Voor bijna alle hoofdvakken verwacht het Ministerie van Onderwijs een groter lerarentekort over 10 jaar. De grote uitzondering is Nederlands, dat van 367 naar 174 leraren te weinig zou moeten gaan.
De grootste probleemgebieden lijken Frans en Klassieke Talen te gaan worden. Daar zal het lerarentekort naar verwachting verviervoudigen. Ook Natuurkunde, Informatica en Scheikunde zitten qua personeel in zeer zwaar weer in 2032.