Vaessen over de knuffel met Lukkien: ‘Hij spreekt me erop aan als ik weer iets geks doe, maar ook als ik iets goeds doe’

Natuurlijk was Etienne Vaessen dolgelukkig na de 2-1 zege van FC Groningen op bezoek bij NAC. De doelman gaf nota bene een assist op Thom van Bergen, maar baalde desondanks toch een beetje.

„Ach ja, die tegengoal in de extra tijd, daar heb ik toch een beetje de pest over in”, mopperde Vaessen. „Ik dacht nog kort voor het doelpunt: het zou lekker zijn als we weer geen tegentreffer incasseren, dan heb ik al vier clean sheets dit seizoen. Maar helaas, hij viel toch nog.”

Daardoor blijft het aantal duels zonder tegentreffers dit seizoen voor Vaessen vooralsnog op drie staan. „Vorig seizoen had ik er zeven en dat aantal wil ik natuurlijk verbeteren. Daar ben je als keeper toch mee bezig.”

Het tegendoelpunt van Mohamed Nassoh, in de vijfde minuut van de extra tijd, rekende Vaessen zich aan. „Ik had de bal en ik stuurde hem diep op Mats Seuntjens, maar NAC kon de bal onderscheppen en een aanval opzetten waaruit het doelpunt viel”, haalde de doelman het moment terug. „Die jongen raakt hem helemaal verkeerd en hij stuitert erin.”

„Dat verwijt ik mezelf”, ging Vaessen verder. „Ik had hem gewoon op Stije Resink moeten geven. Door het doelpunt wordt het nog onnodig spannend. Ze schieten de bal daarna zelfs nog een keer op de lat. Als dat schot erin was gegaan, waren we met een heel zuur gevoel de bus ingestapt.”

Het tegendoelpunt ten spijt, Vaessen genoot van het avondje NAC. En met een assist was Vaessen bovendien van grote waarde. „Ja, dat was prachtig. Ik had de assist ook niet in willen ruilen voor een clean sheet, daarvoor is het te mooi.”

De lage, verre uittrap van Vaessen op Thom van Bergen, die op snelheid naar het doel dribbelde en de bal in de korte hoek ramde, werd door de doelman gevierd met een kniesliding op het natte veld in het Rat Verlegh Stadion en een innige knuffel met de staf. „Natuurlijk vierde ik de goal. Iedereen weet dat NAC mijn jeugdliefde is en ik nog steeds fan ben van deze club, maar ze weten ook allemaal dat ik een winnaar ben. Dus ja, natuurlijk vier ik dan een assist.”

„Lukkien vindt dat ik goed kan voetballen en dat het werkt in dit team. Hij vond dat ik de bal nog te vaak diep schoot en zei een paar weken geleden dat ik vaker onze nummer ‘6’ moet zoeken, zodat we driehoekjes kunnen maken en verder voetballen. Het was daarom mooi om de assist met hem, maar ook met onze keeperstrainer John Vos te vieren, want ook met hem werk ik hier veel aan.”

„Ik heb een goede band met Lukkien”, verklaarde Vaessen de liefdevolle omhelzing met zijn trainer. „Hij weet hoe ik ben en spreekt me erop aan als ik iets geks doe, maar ook als ik iets goeds doe. Hij laat me vrij en geeft me vertrouwen. Dat heb ik nodig.”

Het vertrouwen betaalt zich uit. Vaessen valt dit seizoen op met zijn goede passing. Naast de assist op Van Bergen, vond de doelman vrijdagavond vaker de vrije man op het middenveld of de aanval. „Het gaat om de bal durven vragen en durven geven. De trainer wil dat we met lef spelen. En ja, dat kan een keertje misgaan. Dan ben ik de lul, maar dat ben ik wel vaker geweest, dus daar kan ik wel mee omgaan”, glimlachte de doelman.