Ronald Lubbers, voormalig voorzitter van FC Emmen. Foto: Cor Lasker
Ronald Lubbers was het gezicht van FC Emmen, tot hij begin 2023 abrupt stopte en compleet van de radar verdween. Nu doorbreekt hij het stilzwijgen. „Ik kreeg het gevoel dat het allemaal van mij afhing.”
Jarenlang is Ronald Lubbers (59) een publieke figuur als redder, voorzitter, directeur en aanjager van FC Emmen. Hij eet en drinkt voetbal. Gaat met de club naar bed en staat ermee op.
Wanneer FC Emmen in 2021 degradeert, barst hij ten overstaan van supporters in tranen uit. Wanneer de club een jaar later terugkeert naar de eredivisie, komt híj met de kampioensschaal uit de bus.
Ronald Lubbers ís FC Emmen. Tot dinsdag 14 maart 2023. Dan maakt de club zijn vertrek bekend.
Vertrek
Het breekpunt is een paar dagen eerder, op zaterdagavond. FC Emmen heeft thuis net met 2-0 van Excelsior gewonnen. Het is daarna feest in stadion De Oude Meerdijk, want Emmen staat door de winst boven de degradatiestreep. Alleen feest Ronald Lubbers niet mee, hij is meteen na afloop naar huis gegaan. Zoals hij dan eigenlijk al maanden doet.
„Mensen stuurden me felicitaties en filmpjes; ze liepen de polonaise door het stadion. En ik zat alleen thuis met een draaidopbiertje. Op een gegeven moment denk ik bij mezelf: wat ben ik in vredesnaam aan het doen?”
„Je bent geen deelgenoot van iets, terwijl je dat wel zou moeten zijn. Genieten van het moment is het mooie van sport. Alleen kon ik dat niet. Ik was alweer te ver vooruit, weken verder, bij andere dingen die we voor elkaar moesten krijgen.”
„Op dat moment keek ik in de spiegel en dat vond ik heel lastig. Mijn lange tijd in het voetbal had er privé natuurlijk ook al ingehakt. Ik had de kinderen niet dat weekend, er was niemand thuis.”
„Ik dacht: hoe nu verder? Daar kwam ik niet uit en ik merkte aan mezelf dat ik heel moe was. Die druk moet eraf, dacht ik. Daar heb ik toen nog een nachtje over geslapen en maandag heb ik met de raad van commissarissen gezeten. Ik zei: ik stap eruit.”
Een dag later maakt FC Emmen zijn vertrek bekend. ‘Zijn gezondheid noopte hem ertoe dit besluit te moeten nemen’, schrijft de club. Voor de buitenwacht komt het als een donderslag bij heldere hemel.
FC Emmen rekent op een tijdelijk vertrek, maar Lubbers keert niet terug. In de zomer van 2023 meldt de club: ‘Ronald heeft aangegeven dat hij na 11 jaar meer tijd en ruimte wil om zich te kunnen richten op andere zaken’.
Lubbers zwijgt. Tot vandaag: „Ik snap dat er veel vragen zijn. Zelf wil ik ook nog wel wat dingen kwijt. Laten we het dan maar in één keer goed doen.”
Ronald Lubbers: ,,Genieten van het moment is het mooie van sport. Alleen kon ik dat niet." Foto: Cor Lasker
Optelsom
Terug naar het gesprek met de club waarin Lubbers meldt te stoppen. „Wat me daarin heel erg overviel is dat ik veel gejankt heb. Zo zit ik helemaal niet in elkaar, maar er kwam zóveel uit. Daaraan zagen zij ook: het is menens.”
„Het was slopend voor me geworden”, blikt hij terug. Een burn-out? Lubbers: „Ik weet het niet, maar ik zat er op een gegeven moment echt heel zwaar in. Een optelsom.”
„3 dagen later stonden er al mensen bij me thuis aan de poort. Of het al een beetje beter ging en of ik nog terug zou komen. Er waren ook mensen die bang waren dat er iets heel ergs aan de hand was. Er was gemeld dat ik vertrok vanwege mijn gezondheid, daar kun je natuurlijk alle kanten mee uit. Het had ook een ernstige ziekte kunnen zijn. Alleen was dat helemaal niet aan de orde.”
„Het werd wel heel onrustig bij mijn huis, ook voor mijn gezin. Het ging heel ver. Ik ben na een tijdje in Hoogeveen boodschappen gaan doen, want als ik naar het dorp verderop ging was ik zo 2 uur verder. Stond ik pannenkoeken te bakken, was de stroop op en wilde ik even snel op en neer maar kwam ik vervolgens die winkel nooit meer uit. Overal was het FC Emmen. Het kwam op dat moment allemaal heel erg binnen.”
U sprak net van een optelsom. Hoe zag die eruit?
„Er was iets op de werkvloer wat ze tegenwoordig grensoverschrijdend noemen, daar moest ik iets van vinden. Dan waren er sponsors met dubbele petten op. Bij de gemeente heb ik het misschien wel hoog gespeeld met het nieuwe stadion. Dat vonden ze niet altijd even prettig. We speelden weer tegen degradatie. Door alles bij elkaar werd de druk best groot.”
„Er speelde ook een ingewikkelder onderdeel. Een kwaliteits-issue, om het zo maar te noemen. Ik heb er bewust voor gekozen om het bij mijn vertrek volledig op mijn gezondheid te gooien, want ik wilde geen mensen beschadigen. Daar heb ik geen belang bij, want uiteindelijk heeft de club dan een probleem.”
Wat bedoelt u met kwaliteit?
„Er is best eens gezegd dat ik een alleenheerser zou zijn geweest bij Emmen. Op basis van het beeld dat je van buiten krijgt, begrijp ik ook nog wel dat mensen dat dachten. Alleen heb ik de laatste jaren juist geprobeerd meer geschikte mensen binnen de club te krijgen. Ferry de Haan, Frank van Mosselveld en Gerard van den Belt bijvoorbeeld. Bij die laatste was het op een haar na gevild.”
„Het was niet zo moeilijk goede mensen enthousiast te krijgen, maar als ze zich verder gingen verdiepen in de regio… Het is niet dat ze dan overdreven positief werden. Wat ik wel weet: je hebt kwaliteit nodig om iets te maken van een club als Emmen.”
Die kwaliteit heeft u dus niet gevonden.Wat was daarvan het gevolg?
„Het is gewoon heel moeilijk om de beste mensen naar Emmen te krijgen. Dat gaat in Amsterdam een stuk makkelijker dan hier.”
„Het moet niet lijken alsof ik mezelf hier op de borst zit te kloppen. Zo bedoel ik het helemaal niet, maar dit is gewoon de realiteit.”
Kreeg u het gevoel er alleen voor te staan?
„Ja. Je bent daardoor alleen nog maar aan het overleven. Je mist de geluksmomenten en bent zoveel verder in de tijd … Ik kreeg het gevoel dat het allemaal van mij afhing. Dat is niet goed.”
En dan kondigt Dick Lukkien ook nog zijn vertrek aan.
„Voordat hij besloot te vertrekken hadden Dick en ik een gesprek. Hij vroeg me of ik me nog voor langere tijd kon committeren aan Emmen. Dat had hij me door de jaren heen wel vaker gevraagd, want dat was belangrijk voor hem. Eerdere jaren had ik hem dat wel kunnen geven. Deze keer heb ik gezegd dat ik dat niet kon.”
,,Voordat hij besloot te vertrekken hadden Dick en ik een gesprek. Hij vroeg me of ik me nog voor langere tijd kon committeren aan Emmen." Foto: Cor Lasker
In de schaduw
Na zijn vertrek kijkt Ronald Lubbers naar een wedstrijd van FC Emmen op televisie. Dan merkt hij hoe diep de club bij hem zit. Té diep. Uit frustratie over het wedstrijdverloop smijt hij stukken servies kapot. „Normaal een wedstrijd kijken lukte me helemaal niet. Op dat moment wist ik: het is zaak weer normaal te worden.”
Hoe heeft u dat gedaan?
„Ik ben anderhalve maand naar mijn huis in Spanje gegaan. Toch een soort vluchten, misschien.”
„Op een gegeven moment zie ik daar een BMW voorbijkomen van de garage Martinistad. Ik was nieuwsgierig, ben wat tegen die man aan gaan kletsen en werd in zijn huis uitgenodigd. Dat bleek Eddie, de partner van Marijke Koeman, moeder van Ronald en Erwin.”
„In hun huis stond dus de hele dag door voetbal aan op tv. Ik zit daar en denk: zo was ik een tijdje geleden zelf ook, maar dit wil ik helemaal niet meer.”
Was het ingewikkeld om bij FC Emmen ineens aan de zijlijn te staan?
„Zeker. Ook omdat er kort na mijn vertrek wat keuzes gemaakt werden waar ik bedenkingen bij had. In de winter had ik er alles aan gedaan om Bas Dost binnen te halen. Hij koos toen voor FC Utrecht, maar het lijntje naar ons lag er voor na het seizoen nog steeds.”
„Doordat we gedegradeerd waren werd dat niet makkelijker, maar het was ook niet onmogelijk. Toen hoorde ik de naam Fred Grim als trainer voorbijkomen. Toen heb ik gezegd: ‘Jongens, pas op’. Want Bas en Grim hebben bij het Nederlands elftal gedoe gehaald. Haal je Grim, dan komt Bas niet.”
„Emmen had op dat moment nog een best goede naam als club, ook bij trainers. Er zijn dat moment zoveel goede namen voorbij gekomen waar gewoon niet goed op doorgepakt werd. En ik dacht: verdorie.”
Bij uw vertrek in maart liet u de deur openstaan voor een terugkeer. Waarom besloot u in juli definitief te vertrekken?
„Eigenlijk was mijn keuze in maart al duidelijk. Alleen moet je jezelf ook even de tijd geven om af te kicken.”
,,Ik ben voor anderhalve maand naar mijn huis in Spanje gegaan. Toch een soort vluchten, misschien." Foto: Cor Lasker
Eigenzinnige bestuurder
Het is 2004. In een leeg kantoor op het stadion stapt een man met vele petten binnen. Hij heeft de ballen verstand van alle regeltjes en nukken in de voetballerij. De gemeente Emmen is in de late uurtjes akkoord gegaan met zijn reddingsplan. Met een belangrijke voorwaarde: Jan en alleman moet vertrekken. Er komt slechts één iemand voor in de plaats, en dat is hij: Ronald Lubbers.
Hoe raakte een jongen uit Schoonebeek ooit verknocht aan FC Emmen?
„We gingen op zaterdag altijd met de auto naar het stadion. Met klodders Unicura-zeep in het haar. Als het regende volgde ik de tweede helft in de auto want dat ongeparfumeerde deed verrekte zeer in de ogen. Zondag voetbalde ik zelf bij Schoonebeek. Ik kon zelf aardig voetballen, trainde in de jeugd even bij Heracles, maar heb nooit als profvoetballer geleefd.’’
U maakte schoon schip in 2004, maar in 2012 stond de club weer aan afgrond. Wat deed u toen?
„Iedereen keek weer naar mij, maar heb ik in eerste instantie heel hard nee gezegd. Als ik er nu weer instap, kom ik er nooit meer uit, was mijn overtuiging. Dat heb ik ook op het gemeentehuis gezegd toen. Dat leverde maar een bedompte stemming op.’’
„Nadat gesprek begon iedereen aan mij te trekken. ‘Als jij het niet doet, dan doet niemand het’; ‘dan is het echt over’; ‘einde club’ – dat soort dingen. Ik ging dat ’s avonds in bed ook zelf echt geloven. Mijn schuldgevoel groeide met de dag. Ik dacht: ja verdomme, ik wil later niet terugkijken en degene zijn geweest die FC Emmen om zeep heeft geholpen. Dat klote schuldgevoel maakte mij aan het twijfelen en won.’’
„Maar ik was niet helemaal gek. Ik wilde carte blanche. Met bemoeienis van een gemeente kan geen club goed functioneren. Die invloed was zo groot, ze mochten overal over meebeslissen.”
Een historische dag in 2012. Supporters van FC Emmen bedanken Ronald Lubbers, nadat hij op een persconferentie gemeld heeft dat de club is gered. Foto: Boudewijn Benting
Dat FC Emmen 6 jaar later naar de eredivisie zou promoveren had u toen niet durven denken.
„Maar dat was wel het doel. Toen het gebeurde op bezoek bij Sparta raakte ik op de tribune overmand door emoties. En nu?, dacht ik. Ik heb het gepassioneerd gevierd, zo sta ik in het leven. Ik wilde de achterban ook laten zien dat het iets van ons allemaal was.”
3 jaar later stond u weer met natte ogen voor de troepen. Nu bij degradatie ...
„Ook dat kwam compleet uit mijn hart. Ik was er heilig van overtuigd dat we erin bleven, mijn zesde zintuig had me in de steek gelaten. Ik heb tot half 3 ’s nachts in een donkere gang van De Oude Meerdijk gelegen. Af en toe brachten ze mij een biertje. Daar viel ook mijn besluit: we moeten terug.”
Lubbers-DNA
„Het zal wel jullie leeftijd zijn, maar jullie begrijpen het gewoon niet, in de helft van alle slaapkamers ligt tegenwoordig van dat speelgoed.” Ronald Lubbers zet eredivisiebaas Jan de Jong schaakmat op bezoek in Zeist waar hij op het matje is geroepen over de sponsordeal met EasyToys uit Veendam, marktleider in erotische speeltjes. Besturen met lef in je donder. Dan is hij op zijn best.
Stonden de neuzen na de degradatie meteen dezelfde kant op?
„Nee. Het werd een hele rumoerige zomer met flink wat ruzies over transfers en andere toestanden. Ik dacht als ondernemer in kansen, anderen vonden dat we ons als eerstedivisieclub moesten gaan gedragen. Als je zo gaat denken, kom je nooit terug. Als mensen het gevoel hebben dat je een schot gaat wagen dan is er heel veel mogelijk.’’
Dus pompte u geld in de selectie en verlengde de verbintenis met grootverdiener Miguel Araujo, terwijl personeel vanwege de degradatie moest inleveren?
„Je wilt toch ook spelers waarvoor je naar het stadion gaat, toch? Die exoten waren harstikke mooi en verdienden hun geld ook terug. Het klopt dat anderen gevaar zagen. Als ondernemer weet ik hoe het is een risico te lopen. Ik kon onze financiële mensen ook geruststellen door te zeggen dat ik bokje stond voor de keuzes. Geen officiële garantstelling op papier, maar een man een man, een woord een woord. Dat deed ik samen met medebestuurder Herman Harms.’’
Hebt u zelf veel geld in de club gestoken?
„Sinds de promotie in 2018 is er geen euro van mij in de club gegaan. Het mocht ook niet omdat ik voorzitter en directeur was en dus directe invloed had op de centen en het beleid. Bij de club wisten ze dat als het misging ik ervoor aan de lat stond, maar dat is nooit aan de hand geweest.’’
Zit er nog Lubbers-DNA in de club?
„Het is allemaal wat grijzer geworden. De brutaliteit is sowieso wel wat uitgebannen in de voetballerij. Ik vind het lastig om te oordelen over mensen en wil absoluut niet negatief zijn over de club. Natuurlijk ben ik er als supporter niet gerust op. Het komende seizoen wordt cruciaal, het linkerrijtje halen is al een hele kluif. We hebben samen heel veel krediet opgebouwd, ik hoop dat dat nog lang blijft in de regio.’’
Ronald Lubbers over het verdriet na de degradatie: ,,Ik heb tot half 3 ’s nachts in een donkere gang van De Oude Meerdijk gelegen. Af en toe brachten ze mijn een biertje." Foto: Cor Lasker
Toekomst
26 mei 2024. Ronald Lubbers bezoekt voor het eerst sinds een jaar weer een wedstrijd in De Oude Meerdijk. Hij zit op zijn vertrouwde stoeltje, het zonnetje schijnt, halve finale play-offs, de sfeer in Emmen is als vanouds. Dus hij durft de gang naar het stadion weer aan. De middag verloopt rampzalig: 0-3 en uitschakeling. De gewezen preses weet dat alles wat hij zegt extra lading krijgt en weegt ieder woord. Lastig voor een vrije spreker.
Hoe vaak krijgt u nog de vraag om terug te keren?
„Vanuit de club zelf komt weleens het verzoek om mee te denken. Bijvoorbeeld van Nico Haak (technisch directeur, red.). Dat snap ik heel goed, maar dat doe ik niet. Als het goed gaat heeft hij het gedaan en is het zijn overwinning. Als het fout gaat kunnen ze zeggen dat ze Lubbers ook hebben gebeld. Dat is hoe de voetballerij werkt. Daar pas ik voor.’’
„Met directeur Rinse Bleeker heb ik af en toe contact. Die kende ik helemaal niet.”
Bleeker vertelde ons dat hij het lastig had met het ontkluwen van de financiën en uw rol. Stoorde u dat?
„Sommige dingen klopten voor geen meter. Ik heb ervoor gekozen maar even stil te zitten, maar natuurlijk stoorden dingen mij die in jullie krant kwamen. Dat mensen denken dat je bepaalde dingen op een bierviltje kunt uittekenen? Sorry hoor, maar het gaat hier niet om een amateurclub met vijftig leden. Het zit complexer in elkaar.”
„Bij iedere betaaldvoetbalclub spelen dat soort dingen. Wij zaten met een gedrocht aan regelingen door alle reddingspogingen vanaf de jaren 90. Maar het is allemaal niet zo moeilijk hoor, als je het maar zelf snapt en uitlegt. Dat schortte er aan.’’
Zitten er nog genoeg Drenten in de club?
„Nee. Dat denk ik niet. Je merkt pas of mensen van de regio houden als het lastiger wordt. Als het stadion niet lukt bijvoorbeeld, is het afwachten hoe lang ze op hun post blijven. De connectie is anders.”
„Het is meer mentaliteit dan afkomst. Amsterdammer Ben Haverkort paste hier ook prima. Als hij voor een gast een bak koffie haalde met een lulverhaal van hier tot aan Maastricht smaakte dat bakkie drie keer zo lekker dan als ik dat inschonk met de kop vol stress.”
„Dick Lukkien bij Emmen was ook een bewuste keus. Groningers en Drenten vullen elkaar prima aan. Groningers hebben soms een grote bek, de Drent wacht af. Als ze elkaar vinden in die combinatie dan sta je sterk in de Veenkoloniën. De overeenkomst is ook dat veel mensen in deze streek ook de schurft hebben aan FC Groningen.’’
Zijn er andere clubs geweest die aan u hebben getrokken en had dat gepast?
„Je hebt voor dit soort functies baanhoppers, maar dan ontbreekt de passie omdat je ergens niet vandaan komt. Bij Emmen wilde ik laten zien dat het calimerogevoel overboord kon en we samen iets moois konden creëren. Dat kun je misschien ook zien bij een andere club, maar niet oprecht voelen omdat je roots er niet liggen.’’
FC Emmen is kampioen van de eerste divisie seizoen 2021/22. Ronald Lubbers komt met de kampioensschaal uit de bus. Foto: Boudewijn Benting
Waarom heeft u nooit afscheid genomen, of iets van u laten horen?
„Ik moet er dan wel vol achterstaan. Ik ben er te lang uit om te oordelen over de club. Ik kan natuurlijk niet zeggen dat het komende jaren niets wordt met FC Emmen en het tegenovergestelde, dat ik er veel vertrouwen in heb, kan ik ook niet oprecht zeggen.”
„Het was heel makkelijk geweest om op een schone manier door de voordeur te vertrekken. Of toen uitgebreid mijn verhaal te doen. Dan waren een aantal mensen er niet goed bij afgekomen. Dat wil ik gewoon niet. Uiteindelijk waren de zure appels dan voor de club geweest. En dat is laatste wat ik wil.’’
Alles overziend: was het het allemaal waard?
Na een lange stilte ...
„Poh. Dat is een moeilijke vraag. Als ik ja zeg, dan kunnen mensen zich terecht tekortgedaan voelen uit die hele periode. Privé heeft het zijn weerslag gehad en niets weegt op tegen het geluk van mijn kinderen. Ik vind het leukste van het leven dat je iedere dag leert en in de voetballerij leer je heel veel. Ook over de mens an sich. Ik was onderdeel van een enorme ego-wereld en heb geweldige gesprekken gehad. Het is prachtig om te zien hoe mensen zich gedragen.”
„Wat ik teweeg heb gebracht maakt mij trots. Tijdens het bezoek van Willem-Alexander op Koningsdag vorig jaar ging ik voor het eerst in vele jaren weer een biertje doen in Emmen zelf. Daar waren ook jongens van de harde kern Brigata Fanatico. Die maakten een foto met de tekst De echte koning van Emmen was er ook. Hoe die gasten het beleven. Dat er vreugde is gebracht door de club. Dat geeft voldoening. En ja, zo bekeken was het het waard.’’