Dick Lukkien: ,,Ik geloof in de kwaliteit die we hebben.'' Foto: Cor Lasker
Heeft Thijs Oosting hard genoeg op de deur geklopt bij FC Groningen om een basisplaats voor zichzelf op te eisen tegen Willem II? De plussen en minnen van de Emmenaar op een rij. ,,Hij zit er heel kort op.’’
Druk? Niet meer, maar ook niet minder dan anders. Trainer Dick Lukkien blijft ook in de aanloop naar de thuiswedstrijd tegen Willem II stoïcijns als altijd. Feit is dat FC Groningen, dat vlak boven de degradatiestreep bivakkeert, zich opnieuw zal moeten oprichten na de hoog uitgevallen nederlaag van vorige week tegen PSV (5-0). Net als een paar weken geleden, toen het tegen NEC 6-0 werd en Sparta zich leende als medicijn in Euroborg met een minieme 1-0 zege tegen de Rotterdammers.
Het ligt niet voor de hand dat Willem II ook bereid is om als galgenvoer te dienen voor de noorderlingen. Vorig seizoen promoveerden zowel FC Groningen als de Tilburgers uit de eerste divisie naar het hoogste plan. Beide clubs waren toen behoorlijk gelijkwaardig aan elkaar. ,,En dat vind ik nog steeds’’, zegt Lukkien, ook al staat Willem II met de vijftiende plaats vijf plekken hoger op de ranglijst.
Scorend vermogen
Het scorend vermogen bij FC Groningen is nog steeds een probleem. Met twaalf doelpunten maakte de formatie van Lukkien net zoveel goals als de nummer laatst RKC Waalwijk. Alleen Almere City scoorde er met zes nog minder. Er zijn meer feitjes die de burger nog niet meteen moed geven in de aanloop naar het avondje Euroborg. Zo peurde FC Groningen het minste aantal punten uit de laatste acht duels van alle eredivisieclubs (slechts twee, daarna volgt Almere City met drie) en maakten de noorderlingen ook nog eens de minste goals in deze periode (doelsaldo 3-19).
Of het aanleiding is voor Lukkien om zaterdag iets in de aanvalsconstellatie te veranderen is de vraag. De trainer liet zich vrijdag na de laatste training niet in de kaarten kijken. Feit is dat Thijs Oosting bijna altijd levert als hij meer dan een invalbeurt de kans krijgt, al was dat tot dusver alleen in oefen- en bekerwedstrijden het geval.
De Emmenaar wacht nog op zijn eerste basisplaats bij FC Groningen in een eredivisieduel. Tot dusver kregen vooral Romano Postema en Thom van Bergen de voorkeur, op één uitzondering na toen Brynjolfur ‘Binni’ Willumsson aan de aftrap verscheen. ,,Thijs zit er heel kort op’’, schetst Lukkien de status van Oosting. ,,Hij is niet voor niets alle wedstrijden ingevallen. Hij staat heel vaak op de goede plek en heeft bewezen een goal te kunnen maken.’’
Vermoedelijke opstelling FC Groningen tegen Willem II. Foto: Graphic News Ltd
Ook achterin een puzzel
Tegelijkertijd wijst Lukkien erop dat zijn huidige vertrouwelingen Postema en Van Bergen met hun vermogen de tegenstander af te jagen en onder druk te zetten ook een belangrijke rol spelen bij FC Groningen in defensief opzicht, al hebben beiden tot dusver nog maar één doelpunt gemaakt.
Los van de keuzes in de voorhoede moet de Veendammer oefenmeester ook achterin puzzelen, omdat Wouter Prins en Finn Stam geblesseerd zijn. Waarschijnlijk wordt Marvin Peersman de linksback tegen Willem II en staan Thijmen Blokzijl en Marco Rente in het centrum.
Met de laatste praatte Lukkien deze week nog even na over de erbarmelijke wedstrijd die de Duitse verdediger afleverde in Eindhoven. ,,Maar niet heel lang. Hij was zelf enorm terneergeslagen na PSV. Ik heb hem verteld dat dit soort wedstrijden er nou eenmaal tussen zitten en dat het vooral zaak is om weer door te gaan.’’
De Groningers spelen tot de winterstop nog competitiewedstrijden tegen achtereenvolgens Willem II, PEC Zwolle, FC Twente en Heracles Almelo. Duels die een aanzienlijk aantal punten op moeten leveren om met een enigszins gerust gemoed een oliebolletje te kunnen eten tijdens oud en nieuw.
Lukkien houdt vertrouwen. ,,Ik geloof in de kwaliteit die we hebben. We hebben twee wedstrijden gehad waarin het verschil heel groot was, maar in al die andere duels was het close en hebben we laten zien wat we kunnen. Tot de winter is het zaak om ons goed te positioneren, dat is duidelijk. Van daaruit gaan we verder.’’