FC Groningen had een enorm overwicht, maar creëerde geen enkele grote kans tegen ADO Den Haag. ‘Spelers gaan ineens uit hun positie lopen’

Trainer Dick Lukkien had zich vooral zitten ergeren in het halfuur dat volgde na de treffer van Henk Veerman, de winnende goal die al na bijna 16 minuten viel. ,,Die goal gaven we al veel te simpel weg. Ons centrale duo staat niet op te letten, terwijl die counter toch echt uit het boekje werd gespeeld. Die bal kun je verwachten. Als die goal dan valt, nadat we het eerste kwartier gewoon prima speelden, ja, dan is dat een tikkie en daar mag je van balen. Maar wij waren een halfuur lang van de kaart. En dat mag dus niet.’’

De statistieken van de wedstrijd spreken boekdelen. FC Groningen had 65% balbezit, maar kwam tot geen enkele echt grote kans, terwijl ADO Den Haag naast die ene treffer nog twee grote kansen om zeep hielp. Waar de thuisploeg dus een enorm veldoverwicht had, schoten beide ploegen slechts tweemaal ‘on target’, dus binnen de doelpalen.

Na die 0-1 tot aan de rust kwam de FC inderdaad nauwelijks meer in de buurt van doelman Hugo Wentges, laat staan dat er groenwitte kansen uit voortvloeiden. Is het dan de druk die de FC zich vanaf het begin van dit seizoen heeft opgelegd? Kunnen de spelers daar moeilijk mee omgaan en is zo’n onverwachte tegenslag daardoor direct een knockout? ,,Nou’’, zei Lukkien, ,,wat je ziet is dat ze heel veel door elkaar heen gaan lopen dan. Onze controleurs (Bacuna en Hove, sb) gaan ineens heel hoog spelen, waardoor onze voorhoede, die tegen ADO toch al heel weinig ruime kreeg, nog minder ruimte heeft.’’

Aan ijver geen gebrek. ,,We hebben wel met ziel en zaligheid gespeeld’’, vond Lukkien. ,,Ze willen allemaal heel graag, ze voelen ook dat het publiek zo graag wil dat er wordt geleverd, ze willen ook zo graag iets teruggeven. Maar daardoor werd het rommelig en gingen ze uit positie lopen. We hanteerden veel te snel de lange bal, maar de tweede bal hadden we steeds niet waardoor zij makkelijk konden counteren.’’

Na rust was het een stuk beter, zag Lukkien. ,,Toen kwamen er ook mogelijkheden, situaties waaruit zomaar een goal had kunnen vallen. Maar daarbij moet ik ook zeggen dat we niet echt geluk hadden. Al kun je dat ook afdwingen, door bijvoorbeeld eens die actie te maken, iemand te passeren of eens onverwacht op goal te schieten. Maar dat lieten we na.’’

,,Die laatste bal, daar ging het vaak niet goed’’, zei aanvaller Kevin van Veen na afloop, met een bak teleurstelling op het gezicht. ,,Te vaak kwam die pass net te kort, net te lang, net te ver. Echt, dat moeten we ook tegen elkaar durven uitspreken, we mogen elkaar wel eens wat meer de waarheid zeggen. Zo van godver, geef die bal nou eens goed. Ik vind dat we nog wel eens te lief voor elkaar zijn.’’

Aanvoerder Leandro Bacuna vond juist dat ‘positief blijven’, juist na dit soort tegenvallers, cruciaal is. ,,Je moet elkaar niet gaan affakkelen, daar heeft niemand iets aan. Ik vind dat we lange tijd helemaal niet zo slecht hebben gespeeld tegen ADO. Wij waren de hele tijd in balbezit, maar die bal gaat er niet in. Dat is niet goed, want we moeten we doelpunten maken. Maar je moet ook rustig blijven. Als we hard blijven werken komt het vanzelf, denk ik. Dan gaan we stappen maken.’’

Dat zal snel moeten, want maandagavond komt Jong PSV op bezoek, de Eindhovense talentenploeg die vijfde staat en twee punten meer heeft dan FC Groningen. ,,Ja, ook mijn oude team’’, zei Van Veen. ,,Daar wil ik natuurlijk altijd goed tegen spelen. Maar na deze wedstrijd tegen ADO hebben we ook wel iets goed te maken.’’