Padel is ongelofelijk populair. Op veel plekken in Drenthe en Groningen worden nieuwe banen aangelegd. Maar hoe is het om deze sport voor het eerst te beoefenen?
Trainer Maurits Post geeft sinds een jaar of twee ook padelles. Foto: Marcel Jurian de Jong
De opkomst van padel, de sport die het midden houdt tussen tennis en squash, is onomkeerbaar. Het aantal padelbanen in Nederland groeit naar verwachting dit jaar van 900 naar 1200. Wat maakt de sport zo populair? Een reportage vanaf de padelbaan.
,,Stuiteren!’’ roept trainer Maurits Post vanaf de overkant van het veld. Post roept het niet voor het eerst, de afgelopen minuten kwam die kreet minstens twee keer eerder uit zijn mond. Ik spreek mezelf vermanend toe, laat de zachte bal stuiteren op de baan en sla de bal daarna onderhands over het net naar tegenstander Wilma Wervelman uit Assen.
Uit de kluiten gewassen tafeltennisbatje
Met gelegenheidspartner Rob Onck uit Assen, zijn tennispartner Wilma Wervelman en tennis- en padeltrainer Maurits Post uit Haren bezet ik een van de twee padelbanen van de Asser tennisvereniging De Hertenkamp. Voordat ik de baan ben opgestapt, weet ik weinig meer over padel dan dat het op zowel tennis als squash lijkt. Inmiddels heb ik ook ervaren dat de bal veel zachter is en het racket lijkt op een uit de kluiten gewassen tafeltennisbatje met gaten erin.
Trainer Maurits Post geeft sinds een jaar of twee ook padelles. Foto: Marcel Jurian de Jong
De reden dat ik op deze zonnige middag op de baan sta? Steeds meer tennisverenigingen in Drenthe en Groningen investeren in de aanleg van padelbanen. In Spanje is het de op een na grootste sport van het land en uitgevoetbalde helden als Guus Hiddink, Marco van Basten, Robin van Persie en Arjen Robben leven zich uit op de padelbaan. Naar schatting groeit het aantal padelspelers in Nederland dit jaar van 110.000 naar 150.000. Een hype is de sport niet meer te noemen, padel (niet puddel of peddel maar pá dèl) is een blijvertje en ik wil weten wat deze sport zo aantrekkelijk maakt.
,,Het spelletje is een stuk gemakkelijker aan te leren’’, stelt Post. Hij is eigenaar van Future Tennis en Padel, zijn school verzorgt de tennis- en padellessen op veel plekken in Groningen en Drenthe. Tot twee jaar terug heette de school alleen Future Tennis. Maar zoals velen raakte ook Post verslingerd aan de sport. ,,Er zit veel meer dynamiek in het spel’’, stelt de trainer. Vooral jongvolwassenen en 60- plussers zijn gek op de sport die in tweetallen wordt gespeeld.
Post zag de sport negen jaar geleden voor het eerst bij een demonstratie. ,,Ik dacht toen: is dit een circusact of een echte sport?’’ Bij de lange rally’s die de professionals op de demonstratie speelden, werd volop gebruikgemaakt van de glazen achter- en zijwanden. De kooi rondom het padelveld is ter hoogte van het net open. Buiten het veld betekent bij padel niet dat de bal uit is; via het gat gaat de rally buiten de kooi verder. En dat levert inderdaad spectaculaire beelden op, is te zien op filmpjes op YouTube.
‘Naar het net!’
De realiteit op de Asser padelbaan is eerlijk gezegd een andere. Met zowel wat tennis- als squash-ervaring dacht ik wel een redelijk balletje te kunnen slaan, maar het loopt nog weinig soepel. Gelukkig denk ik bij de volgende opslag wonderwel aan het stuiteren voor het serveren. Kort daarop gaan Onck en ik alsnog de fout in, we blijven achterin het veld hangen. ,,Naar het net!’’ roept Post. Dat is waar ook. Aanvallen!
Wie de netpositie weet te veroveren, zo heeft Post eerder uitgelegd, kan aanvallen en dat is wat je wil. Door bijvoorbeeld een lobje (zo’n fijne harde boogbal) over je tegenstander heen te spelen, scoor je als het meezit de fifteen-love (15-0).Bij de professionals gaan daaraan rally’s van minstens tien slagen vooraf. Het maakt dat het spel kalmer is dan squash, maar dynamischer dan tennis. Bij ons valt de bal eerder pardoes op de grond.
Bij padel mag je zelfs doorspelen als de bal buiten de kooi is gespeeld. Foto: Marcel Jurian de Jong
Meppen!
Aan de overkant zucht Wilma Wervelman. De Assense kwam naar De Hertenkamp om te tennissen, maar is zo aardig om speciaal voor deze reportage mee te doen aan het potje padel. Ze heeft het een paar keer eerder gedaan, maar vindt het maar frustrerend. Ze is van het type ‘het moet meteen goed’. Ongedurig. Dat herken ik wel. De belangrijkste beginnersfout die we maken? We willen de bal veel te hard over het net meppen. Hoeft niet, de sport is kalmer dan squash.
De puntentelling gaat volgens de tennisregels. Net als bij tennis moet de bal stuiteren aan de overkant, maar mag dan via de wand worden gespeeld. Dat mag bij squash weer net niet, daar moet de bal eerst naar de wand en stuitert ’ie dán. Ik probeer mijn zuchten in te houden, maar ik raak behoorlijk in de war. Alleen als ik niet nadenk, raak ik de bal. Eén keer loop ik ook nog op tijd naar het net en weet ik een punt te maken met een fijne smash. Een glorieus moment.
Reuring
Trainer Post speelt rustige ballen mijn kant op, die via de muur terug zijn kant op moeten komen. ,,Eén tip: niet achter de bal aan lopen’’, roept hij. Een toptip. De bal komt immers vanzelf terug, daar hoef ik niks voor te doen. Bovendien moet ik me concentreren op het terugspelen van die ballen, want die zijn knap lastig. Net als ik de smaak een beetje te pakken krijg, is het alweer tijd om te stoppen.
Onck is bijna elke dag te vinden op De Hertenkamp. Sinds de opening van de padelbanen twee jaar geleden padelt hij eens per week. ,,Het is leuker dan ik had gedacht’’, zegt hij eerlijk. De komst van de sport heeft bovendien gezorgd voor veel meer reuring op het park, stelt hij. In coronatijd kreeg padel écht een boost. Bij de vereniging (tegenwoordig dus de tennis- én padelvereniging) schreven zich tweehonderd nieuwe leden in.
Te weinig leraren
De sport is zo populair dat op de Hertenkamp zelfs wordt nagedacht over de aanleg van nog eens twee padelbanen. De oudste tennisclub van Noord-Nederland (De Hertenkamp viert dit jaar haar 130ste verjaardag) is, naar eigen zeggen, nooit te oud om te vernieuwen en weet met padel nieuwe doelgroepen aan zich te binden.
Alleen de jeugd weet padel nog niet echt te vinden, vertelt Post. ,,Dat komt omdat de sport nog helemaal moet worden opgetuigd’’, stelt hij. Maar de hype is onomkeerbaar, de tennisverenigingen hebben massaal geïnvesteerd in de aanleg van padelbanen. De populariteit van de sport heeft ook een keerzijde: er zijn te weinig banen en te weinig leraren. Maar áls je dan een baan en een trainer hebt bemachtigd, kan je het in theorie zo. ,,Tennis kost vijf jaar om het goed te leren. Met padel zie je veel eerder resultaat.’’