Fred Grim over het geheim achter de prestaties van FC Emmen: 'Als hij verzaakte, stond iemand anders klaar om zijn plek over te nemen'

FC Emmen stond afgelopen zomer in vuur en vlam. Na zeven jaar en opnieuw een degradatie trok trainer Dick Lukkien de deur achter zich dicht, net als vrijwel de gehele technische staf. Niet veel later moest technisch manager Mike Willems het veld ruimen en kondigde ook voorzitter Ronald Lubbers zijn vertrek aan. De plannen voor een nieuw stadion, voor velen dé stip op de horizon, waren ronduit onduidelijk. Supporters hadden geen goed woord over voor de afstand tussen de spelers en zij die hen elke week aanmoedigden. En bovendien leek de kwaliteit van het spelersmateriaal te mager om direct weer aanspraak te maken op promotie.

„Ik denk dat veel mensen om mij heen weleens hebben gedacht: ‘Waar is hij aan begonnen?’”, antwoordt Fred Grim op de vraag of hij daar zelf weleens zijn twijfels bij heeft gehad. Iets dat hij overigens ten stelligste ontkent. Want als er iets is waar de 58-jarige Amsterdammer wel van houdt, is het een goede uitdaging, zo laat hij weten in Radio Meerdijk, de wekelijkse FC Emmen-podcast van Dagblad van het Noorden. „Volgens Mike Willems lag er een flinke taak om op het gebied van professionaliteit de nodige stappen te zetten. Dat leek hem voor mij weggelegd. En ook ik dacht dat ik daarin met mijn ervaring wel iets voor de club kon betekenen.”

Inmiddels is het vuur gedoofd en de rust wedergekeerd. FC Emmen staat na nagenoeg een kwart van de competitie derde op de ranglijst en heeft een wedstrijd minder gespeeld dan koploper Roda JC en nummer twee ADO Den Haag. Aanwinsten als Desley Ubbink, Piotr Parzyszek, Jan Hoekstra, Joey Konings zijn tot nu toe geen missers gebleken. Het vertoonde spel van de ploeg is weliswaar nog niet altijd om van te likkebaarden, maar wordt met de week zichtbaar beter. Strijdlust en veerkracht maken bovendien een hoop goed. Kortom, de entree van Fred Grim op de burelen van De Oude Meerdijk lijkt vooralsnog zijn vruchten af te werpen.

„Al moet ik erkennen dat ook ik aan het begin van de voorbereiding dacht dat het weleens een lastig seizoen zou kunnen worden”, zegt Grim. „Ik wist op dat moment niet hoe we ervoor stonden. We hadden de beschikking over een heel dunne selectie, het was duidelijk dat er spelers bij moesten. Bovendien was een aantal spelers geblesseerd en kwamen er een paar terug van zware, langdurige blessures. Maar uiteindelijk zijn er spelers bijgekomen waar ik als technisch manager en trainer blij mee ben. Het is dan ook mooi dat we staan waar we nu staan, maar we zijn er nog lang niet. Het is een onvoorspelbare competitie. Je moet elke week weer scherp zijn.”

Gevraagd naar het geheim van de stijgende lijn die zijn ploeg de afgelopen periode heeft ingezet, antwoordt Grim dan ook: „Dat is de brede selectie. Op de bank zitten jongens die ook nu in de basis zouden kunnen spelen. De verschillen tussen basis en bank zijn wat dat betreft heel klein.”

Volgens Grim is het daarbij wel de uitdaging om iedere speler, ook die op de bank, deelgenoot te maken van het proces. „Een speler die elke week speelt, weet op den duur wel waar hij aan toe is. Anderen moet je blijven motiveren, erbij blijven betrekken. Met elf spelers wordt je nou eenmaal niet kampioen, dat wordt je met het hele team. Iedereen is belangrijk.

Het is een van de dingen die Grim opstak van Louis van Gaal, zijn voormalige leermeester bij Ajax. Onder Van Gaals leiding wonnen de Amsterdammers onder meer de Champions League (‘94/’95). Grim zat destijds op de bank. „Van Gaal wist reservespelers belangrijk te maken”, memoreert de oud-doelman. „Bijvoorbeeld in besprekingen, waar hij vertelde dat zij de reden waren dat er goed getraind kon worden. Ze zorgden er volgens hem voor dat de basisspelers iedere dag scherp moesten zijn. Zo roemde hij mij ook eens. Van der Sar stond volgens Van Gaal zo goed te keepen, omdat hij wist dat als hij verzaakte, ik klaarstond om zijn plek over te nemen.”

Terug naar het nu. Het gaat goed, maar een derde plaats op de ranglijst is volgens Grim, zeker na een kwart van de competitie, niet zaligmakend. Grim zou dan ook geen trainer zijn als hij niet voldoende ruimte voor verbetering zou zien. Op het gebied van consistentie, bijvoorbeeld. „We spelen bij vlagen goed voetbal, maar er zitten nog te veel wedstrijden tussen waarin we dat niveau niet 90 minuten lang kunnen volhouden.” Ook heeft de Amsterdammer behoefte aan nog wat meer échte leiders in zijn elftal. „Die hebben we in mijn ogen nog te weinig. We hebben wel spelers waar dat er in zit, maar waar ik het er nog te veel uit moet trekken.”

Hoewel Grim dergelijke verbeteringen liever vandaag dan morgen ziet, weet hij ook: geduld is een schone zaak. „En laten we niet vergeten dat we al best mooie stappen hebben gezet.”