Joep Franke voor zijn huis in het Limburgse Grevenbicht. Joep is Groninger van geboorte en woont al dertig jaar in Limburg. Foto: Rob Oostwegel
Groot succes voor de Oranje ijshockeyvrouwen. Die promoveerden onlangs naar het een-na-hoogste niveau, waarop Oranje nog nooit actief was. Architect van het succes is een Groninger, Joep Franke.
Wie hem hoort praten zal zweren dat Franke (54) geboren en getogen Limburger is. Maar die zangerige zachte g heeft hij zich onbewust eigen gemaakt in de dertig jaar dat hij nu in de buurt van Geleen woont.
Want komende week rijdt hij gewoon dik drie uur naar het Noorden, om aan de Goudlaan in Vinkhuizen in de Stad zijn vader te bezoeken, die in november 87 wordt. ,,Ja, ik ben een echte Stadjer”, zegt Franke. Om dat te onderstrepen: ,,Nait oet ommelaand, moar oet Stad!”
Hij groeide als ijshockeyer op bij – uiteraard – GIJS, dat toen nog in het Stadspark speelde. Franke maakte deel uit van het legendarische team van GIJS dat in 1986 in Heerenveen kampioen werd, met daarin verder iconen als Johan Toren, Henk Keijzer, Wayne van Dorp en Leo Koopmans.
Na dat jubeljaar trok Franke naar Amsterdam en van daaruit naar Geleen, om zijn ijshockeycarrière verder vorm te geven. Hij speelde in het Nederlands team en nog een paar jaar in Turnhout en Luik, voordat hij zijn sticks opborg.
Naast het ijshockey bouwde Franke zijn eigen bedrijf op. Hij was zelf vrachtwagenchauffeur, maar had al snel een paar collega’s in dienst. Een paar jaar terug verkocht hij zijn zaak, waardoor er weer veel tijd vrijkwam voor zijn grote liefde.
Zonder diploma’s begon de Groninger in Geleen een jeugdteam te trainen, maar al snel haalde hij zijn papieren en vervolgens kwam hij bij de ijshockeybond NIJB terecht. Theo van Gerwen, met wie Franke nog in Oranje speelde, is er al jaren technisch directeur. Hij stelde Franke zes jaar geleden aan als bondscoach van het Nederlands Vrouwen Team, NVT in NIJB-jargon.
Dat was geen makkie in het begin. ,,Ik moest eraan wennen om vrouwen te coachen. Ik merkte dat als je ze een opdracht geeft, ze ook alleen die opdracht uitvoeren en niets extra’s doen. Ik heb ze moeten leren zélf na te denken, zelf met oplossingen te komen voor problemen. En dat begint zich nu uit te betalen.”
Wat heet. De Nederlandse vrouwenploeg degradeerde twee jaar geleden nog met Franke uit poule 1B, het derde niveau van de wereld. Vorig jaar werden de Oranjevrouwen in Slovenië kampioen en dus was Franke al heel blij als het WK dit jaar resulteerde in een langer verblijf in 1B. Maar in China presteerden zijn vrouwen verrassend goed. Achtereenvolgens Zuid-Korea (5-2), Kazachstan (3-1), thuisland China (4-0), Letland (3-1) en Polen (2-0) werden verslagen, waardoor Oranje zich wereldkampioen van 1B mag noemen.
Franke staat zelf niet te kijken van het grootste succes in de geschiedenis van de Oranje ijshockeyvrouwen, die uiteindelijk gerekruteerd zijn uit zegge en schrijve 278 vrouwelijke NIJB-leden.
,,Ik heb dit drie jaar geleden al voorspeld. Toen nam de oude garde afscheid en kregen we veel jonge, nieuwe en talentvolle meiden. Veel ploegen op dit niveau spelen defensief, terwijl ik aanvallend ijshockey voorsta. Vergelijk het een beetje met het Nederlands elftal van vroeger, het totaalvoetbal van Rinus Michels. Zoiets wil ik op het ijs. Daarvoor moeten de vrouwen goed vooruitdenken en zelf aanvallend creatief zijn, terwijl ze achterin de afspraken blijven nakomen. En dat spel ligt deze groep goed. Mooi hè, dat we landen als Zuid-Korea en China gewoon dik verslaan. Dat zijn landen die een enorme berg geld klaar hebben voor de Olympische Spelen. En landen met veel meer vrouwelijke ijshockeyers dan wij.”
Komend jaar heten de tegenstanders Zweden en Noorwegen, om maar een paar te noemen. Andere koek dus. ,,Ja, het wordt niet eenvoudig om ons te handhaven, maar in dit team zit echt nog groei.”