Maree Dijkema in het immense stadion, waarin maar liefst tienduizend ijshockeyfans kijken naar Farjestad BK.
Marée Dijkema (18) speelt in een van de grootste ijshockeylanden ter wereld: Zweden. De Groningse heeft het in Karlstad prima naar haar zin, al steekt heimwee nu en dan even de kop op.
Wat heeft ijshockeyster Marée Dijkema uitgekeken naar afgelopen weekend. Haar vader Ricardo, moeder Marjon en zus Savanne zijn gisteren aangekomen, om het hele weekend bij haar in het West-Zweedse Karlstad – vier uur rijden vanaf Stockholm – te blijven.
Ze bezochten het stadscentrum en het nabijgelegen Vänermeer, het grootste meer van Zweden. ,,Daar had ik zo’n zin in’’, zegt Marée aan de telefoon.
,,Vorig jaar kon ik vanuit Limburg zo terugrijden naar Groningen, dan was ik in drie uurtjes thuis. Dat kan nu niet en dat is misschien wel goed, want dan is er ook geen verleiding om het te doen. Ik zit nu eenmaal ver van huis en daar moet ik mee omgaan. En dat gaat heel aardig, hoor. Maar ik leef wel echt toe naar de weekenden dat ik naar Groningen ga, of naar de weekenden dat mijn familie hier komt.’’
Dijkema is geboren en getogen in de stad Groningen, speelde haar hele jeugd ‘dus’ bij GIJS in Kardinge. Ze speelt al vier jaar mee in het nationale vrouwenteam en ijshockeyde op de WK’s in Italië, Zuid-Korea en Slovenië.
Ze won in dit voorjaar nog het WK-kwalificatietoernooi in Mexico, dat haar en Oranje in april 2019 naar het WK in China brengt. Vorig seizoen maakte Dijkema de overstap van GIJS naar het U16-jongensteam van Smoke Eaters Geleen.
IJshockeyster Maree Dijkema
In dat ene seizoen in Limburg werd de kiem gelegd voor het Zweedse avontuur dat ze nu beleeft; Dijkema ontmoette als begeleider op een ijshockeykamp een Zweedse coach die haar en haar Amsterdamse vriendin en teamgenoot Britt Wortel op het hart drukte contact op te nemen met zijn club Färjestad BK, genoemd naar de gelijknamige wijk in Karlstad.
Wortel en Dijkema stuurden een e-mail. ,,Dat was eigenlijk een beetje onder druk, hij wilde het erg graag. Toen kregen we al snel een uitnodiging om op kosten van de club langs te komen. We hoefden niets te betalen. Nou, dát kunnen we altijd doen, dachten we. Het beviel zo goed dat we hebben getekend.’’
Haar club Färjestad BK geldt al jaren als een ijshockeybolwerk in Zweden. Bij de mannen is de club zelfs recordkampioen. Het stadion kan liefst tienduizend toeschouwers herbergen.
,,Maar zoveel zitten er bij ons niet, hoor’’, lacht Dijkema. ,,Dat zou wat zijn.’’ Toch wil de club het vrouwenijshockey in de stad een flinke duw vooruit geven. ,,Daarom zijn Britt en ik gehaald’’, weet Dijkema,
,,samen met een Japanse en een meisje uit de Verenigde Staten. Wij moeten het niveau omhoog halen, want ze hebben moeite om goede Zweedse vrouwen hier te krijgen. Het doel is om dit seizoen te promoveren naar het hoogste niveau voor vrouwen in Zweden.’’
Tot nu toe gaat dat goed; Dijkema verloor met haar team nog geen wedstrijd. ,,Maar het is wel wennen. Qua niveau is het geweldig. Ik train zes uur per week op het ijs en nog veel daarnaast in de sportschool. Ik ben niet de beste, maar ook niet de slechtste van het team.
Dus ik kan heel veel leren, maar moet ook zorgen dat anderen beter worden. Wat me echt opvalt: ze blijven hier altijd enorm positief. In Nederland wordt veel meer op elkaar gescholden. Hier moet ik me inhouden. Ook weer leerzaam, haha.’’
Profijshockeyer wil ze zichzelf niet noemen. De club betaalt een deel van de huur van haar appartement, enkele vliegtickets en haar ijshockeyuitrusting. De rest moet ze zelf betalen. Daarom ook gaat ze binnenkort een paar dagen per week aan de slag bij de plaatselijke McDonald’s.
In haar vrije uurtjes gaat ze het liefst met Wortel chillen in het stadscentrum, zo’n twintig minuten van hun gezamenlijke appartement. En leert ze Zweeds. ,,Ik heb al twee lessen gehad. Ik begrijp nu wel de belangrijkste termen, zoals ‘back!’, waar wij ‘defense!’ zouden roepen tegen elkaar.’’
Het Zweedse avontuur blijft waarschijnlijk beperkt tot één seizoen. Vanaf komend jaar wil Dijkema aan de RUG psychologie studeren. ,,Tenzij ik het hier natuurlijk zo geweldig ga vinden dat ik nog een jaar blijf.’’