In heel het land wordt de boodschap 'Wij eisen de nacht op - laat vrouwen veilig thuis komen' getoond. Foto: ANP / LINA SELG
Het begint bij ideeën over mannelijkheid en macht die jongens van jongs af aan meekrijgen, stelt Mario Miskovic. Daar hoort ook een goed gesprek over omgang met vrouwen bij.
Het was een valstrik. Mijn moeder vroeg me of ik mee wilde boodschappen doen. Dat deden we wel vaker, ik zag er niets geks in. Maar dat autoritje van nog geen kwartier maakte een blijvende indruk.
Op de N360 richting Appingedam, met 80 kilometer per uur, deed ze de radio uit en begon ze. Mijn moeder vertelde me dat ik vrouwen moest respecteren. Dat ik geen dingen moest doen die zij niet wilden. Dat nee ook echt nee is. En meer van dat soort teksten.
Ik was een jaar of veertien. Mijn eerste reactie? „Maaaaaaam, nee!” Ze had me erin geluisd. M’n eigen moeder. Ik wilde dit gesprek helemaal niet voeren. Welke puber wil dat nou? Maar ik zat gevangen in de auto, kon geen kant op en of ik wilde of niet: ik hoorde wat ze zei.
We zijn twintig jaar verder en zullen het er ongetwijfeld vaker over hebben gehad, maar dat ritje naar de Aldi ben ik nooit vergeten.
Wie ook maar een beetje het nieuws volgt, ontkomt niet aan de trieste berichten over vrouwenmoord. In Nederland, een land dat zichzelf graag ziet als veilig en gelijkwaardig, wordt gemiddeld elke acht dagen een vrouw vermoord door een (ex-)partner.
Maar vrouwenmoord is het topje van de ijsberg. Veel mannen denken: dat zou ik nooit doen. In de meeste gevallen klopt dat ook. Maar het begint niet met moord.
Het begint bij ideeën over mannelijkheid en macht die jongens van jongs af aan meekrijgen. Bij grapjes, zeggen dat jongens nu eenmaal zo zijn, bij vaders die hun dochters streng bewaken maar hun zonen vrijheid geven.
Een vrouw eindeloos nastaren, haar naroepen op straat of toefluiten, niet weggaan als ze zegt dat ze geen interesse heeft, controle uitoefenen en zo kan ik nog wel even doorgaan. Dat is waardoor vrouwen zich onprettig of onveilig voelen.
Het zijn redenen waarom ze met een sleutel in hun vuist naar huis fietsen, bepaalde plekken mijden of standaard smurfenspray in hun tas dragen. Het is geen paranoia, maar voorzorg.
Mijn moeder koos ervoor om het gesprek met mij te voeren, hoe ongemakkelijk het ook was. Ze wist: mijn zoon moet dit horen, want hij leert het niet vanzelf. En ze had gelijk. Hoeveel ouders doen dat? Hoeveel vaders en moeders praten écht met hun zonen over grenzen, respect en gelijkwaardigheid?
Dat jouw zoon wel weet hoe het hoort, is een gevaarlijke misvatting. We leren niet alleen thuis, we leren net zo goed van vrienden, internet, muziek en sportclubs. Als ouders daar geen tegenwicht aan bieden, wint de verkeerde boodschap terrein.
Ik weet hoe het eraan toe kan gaan in kleedkamers. Ik heb ook grapjes gemaakt en meegelachen. Dat ik niet eens precies kan navertellen waarover, zegt genoeg over hoe achteloos dat ging.
Natuurlijk moet je grapjes kunnen maken. Over van alles. Maar wees je bewust dat een grap ook het begin kan zijn van een glijdende schaal. We moeten erkennen dat sommige dingen niet oké zijn, ook al vonden we ze ooit normaal.
Dit probleem vraagt dat we als samenleving normen stellen. Dat mannen elkaar aanspreken op grappen of grensoverschrijdend gedrag. Want dat is het belangrijkste: mannen moeten mannen corrigeren. Wie toekijkt en zwijgt, houdt het systeem in stand.
Ik denk deze dagen vaak terug aan dat ritje met mijn moeder. Zelden heb ik me zo ongemakkelijk gevoeld, maar nu besef ik hoe geweldig ze dat deed.
Ik gun iedere jongen zo’n gesprek. Niet alleen omdat het vrouwen veiliger maakt, maar ook omdat het jongens leert dat echte mannelijkheid niets te maken heeft met macht of dominantie.
Ouders, voed jullie zonen op. Praat met ze, ook als ze protesteren zoals ik deed, ook als ze zich schamen, ook als het ongemakkelijk is. Want wie denkt dat het normaal is om een vrouw te controleren, om je superieur te voelen ten opzichte van haar, staat dichter bij vrouwenmoord dan hij wil geloven.
Mario Miskovic is verslaggever van Dagblad van het Noorden.