De geschiedenis herhaalt zich niet, zegt men; toch zijn er treffende parallellen.
In 1762 had de Pruisische koning Frederik II, die later als ‘de Grote’ herinnerd zou worden, zich lelijk in de nesten gewerkt. Zijn agressieve buitenlandse politiek had ertoe geleid dat zijn vijanden een verbond aangingen, en tegen het eind van de 7-jarige Oorlog werden zijn legers gestaag teruggedrongen door een alliantie van Oostenrijkse en Russische troepen.
De Russen veroverden zijn hoofdstad Berlijn, en Frederik overwoog ernstig zelfmoord te plegen. Toen de ondergang van zijn koninkrijk en de Hohenzollern-dynastie evenwel in zicht was, stierf de Russische tsarina Elisabeth, en werd ze opgevolgd door haar neef Peter III, een abject bewonderaar van Frederik en alles wat Pruisisch was.
Door deze troonswisseling veranderde Rusland bij toverslag van tegenstander in bondgenoot, en keerden de krijgskansen spectaculair: Frederik was gered en de oorlog werd uiteindelijk in zijn voordeel beslist. Als het anders gelopen was, zou men hem nooit als Frederik de Grote gekend hebben. Dit staat te boek als ‘Het Wonder van Brandenburg’, en gedurende zijn laatste weken hoopte Hitler, opgesloten in de Führerbunker onder Berlijn, tevergeefs op een soortgelijk mirakel.
Dit doet onweerstaanbaar denken aan wat er in onze dagen gebeurt. Volgens ter zake kundigen verliep de oorlog met Oekraïne zeer nadelig voor Rusland; er werd zelfs beweerd dat de bevoorrading der strijdkrachten met ezels en kruiwagens moest geschieden, en dat de Russische economie op haar laatste benen liep.
Door het aantreden van Donald Trump lijken de kaarten opeens anders geschud: de Verenigde Staten zijn niet langer de grote vijand van Rusland, en het heeft er alle schijn van dat de nieuwe Amerikaanse regering de partij van Poetin kiest, die dientengevolge als winnaar uit het conflict naar voren kan komen, al hoop ik niet dat hij als ‘Vladimir de Grote’ de geschiedenis zal ingaan.
Rusland heeft bovendien al een Vladimir de Grote, ook wel ‘de Heilige’ of ‘Apostelgelijke’ genoemd: de Kievse grootvorst die in 988 het christendom tot staatsgodsdienst verhief. Dat ging zo: Aanvankelijk een geestdriftig heiden, bedacht Vladimir dat een monotheïstische religie voor hem en zijn rijk voordeliger zou zijn. Daarvan waren er drie: het jodendom, de islam en het christendom.
Om een keus te kunnen maken, liet hij zich de verschillende geloven uitleggen. De joden bleken een God te huldigen die hen uit hun eigen land verjaagd had, dus daar zag hij begrijpelijkerwijs niets in. De moslims hadden betere kaarten, maar het verbod op het drinken van alcohol bleek een onoverkoombare hindernis.
Het kon dus niet anders of Vladimir koos voor de christelijke eredienst, zij het de Byzantijnse variant, waarbij de kerk ondergeschikt was aan het wereldse gezag (nog steeds spreken de Russisch-Orthodoxe geestelijken onveranderlijk het woord van het Kremlin).
Vladimir was wel een vreemde eend te midden van andere heiligen, met zijn zeven vrouwen en honderden concubines. Ook was hij een moordlustige houwdegen, en, zoals uit bovenbeschreven voorkeur blijkt, een onverbeterlijke zuipschuit.
Van Poetin is daarentegen bekend dat hij geen druppel drinkt, evenmin als zijn wapenbroeder Trump. De historie kent meer geheelonthouders, maar dat zegt niets over hun bloeddorst. Nog een parallel?