De tegelzetter uit de Oosterparkwijk werkte ooit op een jacht van prins Rainier van Monaco. Gouden tegeltjes plakken in de koninklijke badkamer, gewoon op de scheepswerf aan het einde van het Damsterdiep.
Tegenwoordig zit de tegelzetter thuis. Een oude man met een witte platte pet. Soms praat hij tegen zijn vrouw. Haar urn staat in de hoek van de woonkamer.
Als hij de stilte zat is, praat hij buiten voor het huis met de buurvrouw. Zij zit op een roestige oude schommelbank in de middagzon met een halve-literblik voor zich. Werken doet ze vroeg in de ochtend, in de schoonmaak.
Ze moppert wat. Dat die coronatesters zoveel meer verdienen dan zij. Dat ze twee jaar de verjaardag van haar dochter niet kon vieren. Maar ze lacht ook veel. En in haar hoodie met gouden letters knuffelt ze alle katten van de straat.
Terwijl de buren praten, komen twee hipsterjongens schoorvoetend dichterbij om vragen te stellen over de buurt. Voor hun studie. De tegelzetter vertelt ze over hoe het vroeger was. Deed hij een keukenwandje voor de kleermaker aan de overkant, kreeg hij er een nette pantalon voor terug.
De jongens knikken gretig. Hyperlokale ruileconomie: superhip.
Aan de gevel van de tegelzetter hangt een groot geglazuurd beeld van een gorillakop. Hij leunt op het hekje van zijn voortuin, zijn evenwicht is niet meer zo best. Die frisse enthousiaste jongens willen weten wat voor mensen er wonen in deze straat.
Nieuwe mensen, zeggen de schoonmaakster en de tegelzetter. Die praten niet tegen je.
De zon verdwijnt, de jongens verdwijnen en de winter blijkt toch nog niet verdreven. Koud. Naar binnen. Bij de tegelzetter aan de muur hangen foto’s van dochters en kleinkinderen. Op de urn van zijn vrouw staat een knuffelbeertje.
Soms denkt hij aan zijn vader, de kille klompenmaker die hem als 14-jarige jongen voorspelde dat hij te grof zou zijn voor de tegelzetterij. De ouwe zei wel meer. Die precisieklus met die peperdure minuscule tegeltjes van prins Rainier van Monaco durfde niemand anders aan. Hij wel.
De tegelzetter had goud in handen. Ze heette Aaltje.