In het Drents-Friese Wold heeft zich een roedel wolven gevestigd. Foto: Shutterstock
We moeten minder schromen om in te grijpen als de wolf afwijkend gedrag laat zien. De wolf kan elk beetje draagvlak hard gebruiken, nu het dier symbool dreigt te worden voor achteruitgang op het platteland.
Voor je verder leest: luister vooral ook naar de zevende en laatste aflevering van onze podcast Juichen of Jagen, de wolf in Noord-Nederland. Daarin komt de scheeptoeter ook aan bod én nog veel meer. Je kunt de afleveringen ook vinden op Spotify en bij Apple Podcasts.
Aan het einde gekomen van de podcastserie Juichen of Jagen, de wolf in Noord-Nederland, is het voor mij als maker tijd om de balans op te maken.
De wolf is voor veel mensen een extreem controversieel en moeilijk dier. De mensen die het hardst halleluja roepen vanwege zijn aanwezigheid in ons land zijn doorgaans niet degenen die het meeste met de wolf te maken hebben. Bewoners van leefgebieden van de wolf voelen zich bedreigd in hun normale doen en laten: de hond gaat aan de lijn in het bos, en hoe veilig staan de merrie in de wei en de schaapjes in het veld?
Diametraal hiertegenover staat een groep mensen die maar wat schampert over het thema: die zestig wolven in Nederland, waar hébben we het over? Er vergaderen meer ambtenaren over de wolf dan dat er dieren zijn. Boeren kunnen klagen wat ze willen, maar ze krijgen hun doodgebeten dieren gewoon vergoed. En die bange bewoners van wolvenleefgebieden? Die hebben slechts irrationale angsten. Een autorit naar het bos is potentieel dodelijker dan het bos zelf. Schamper-de-schamp.
Feit is dat de wolf een grote verandering in ons landschap teweegbrengt en dat doet in rap tempo. Het is dus niet verrassend dat veel mensen de wolf als een lastpak ervaren en teruggrijpen op onze historische reflex om zulke ‘lastige’ dieren uit te roeien.
‘Niemand heeft de antwoorden’
„We hebben in de geschiedenis nog nooit geprobeerd om samen te leven met wolven”, stelt wolvendeskundige John Linnell, senior wetenschapper van het Noors Instituut voor Natuuronderzoek. Samen met collega Jeroen Kelderman spreek ik met hem in de laatste aflevering van Juichen of Jagen, de wolf in Noord-Nederland. Volgens Linell betekent „dat niemand van ons echt alle antwoorden heeft.”
Dat vind ik een eerlijk verhaal van een ecoloog. We zijn nog volop op zoek naar een balans met het dier. Het is daarom ook dat we in onze podcast iedere week een alternatieve oplossing om met de wolf om te gaan tegen het licht houden. Moeten we bijvoorbeeld betere hekken zetten of juist meer ruimte maken voor de wolf? Moeten we het gedrag van de wolf proberen aan te passen of is het zinvoller om op ze te schieten?
Een ding is zeker: samenleven kan niet zonder ingrijpen, stelt Linnell. „De ruimte is te klein. Dat vereist onderhandeling over welk gedrag je wel en niet accepteert. Aan beide kanten.”
De Noorse situatie
Linnell vergelijkt de situatie van Nederland met Noorwegen. In ons land dat negen keer kleiner is, maar wel ruim drie keer zoveel inwoners heeft, lopen inmiddels al meer wolven rond dan in Noorwegen.
In Noorwegen mogen maar vier tot zes roedels rondlopen, vooral met het oog op niet-omheinde schapen en rendieren. Volgens Linnell is er – als je puur naar de beschikbare ruimte kijkt – plek voor meer dan honderd roedels. „Het is bijna een soort van komedie dat er maar zo weinig roedels mogen zijn. Met het oog op natuurbehoud is dat zeer omstreden.”
Maar de Noorse ecoloog verzet zich niet tegen dit landelijke beleid. Hiervoor is op democratische gekozen door een coalitie samen met de meeste oppositiepartijen. Nadeel is wel dat de Noren hierdoor nooit echt gewend raken aan de aanwezigheid van de wolf, er blijft controverse bestaan over het handjevol aanwezige exemplaren.
Ingrijpen nodig, maar gebeurt niet altijd
Terug naar Nederland. De vergelijking met Noorwegen geeft ons een argument om wolven politiek niet te negeren. Als het uitgestrekte Noorwegen al zo op zijn hoede is, moeten wij dat met onze enorme hoeveelheid verstedelijkt gebied dan niet nog veel meer zijn? Het aantal zichtmeldingen in woonwijken in Drenthe en Friesland neemt rap toe.
Nu de wolf begint te wennen aan een gedomesticeerde omgeving, liggen tal van problemen op de loer. Wie kent niet de filmpjes van hongerige beren die in Amerikaanse of Russische buitenwijken afvalbakken plunderen?
Wilde dieren in een stadse omgeving vergroten de kans op agressieve interactie, zegt Linnell. „Het is bijna altijd een onvermijdelijk gevolg van succesvolle natuurbescherming dat er soms dieren gedood moeten worden als reactie op bepaalde conflicten. Ingrijpen is nodig om het gevoel te behouden dat mensen zich veilig voelen. Regels bewaren een afstand tussen de wolf en de mens. Het is dan de vraag of het publiek bereid is te begrijpen dat je in sommige gevallen dieren moet neerschieten.”
Autoriteiten moeten protocollen hebben én deze volgen. Dat gebeurde in het verleden niet altijd. De ‘knuffelwolf’ op de Hoge Veluwe in 2022 had volgens afspraken een zender moeten krijgen of verjaagd moeten worden. Had dat niet geholpen, dan had het dier afgeschoten kunnen worden. Aanvankelijk gebeurde er echter niks.
De Large Carnivore Initiative for Europe (LCIE), een internationale wolvenwerkgroep, concludeerde in november 2022 naar aanleiding van de manier waarop wij met deze ‘tamme’ wolf zijn omgesprongen, dat er sprake is van een ‘kennelijke onwil van de Nederlandse autoriteiten om zich volledig te houden aan hun eigen protocol voor brutale wolven door niet eerder in te grijpen’, terwijl de ‘gewenning van deze wolf aan mensen al vergevorderd is’.
De wolf in Oude Willem
Het is een goed teken dat de provincies Drenthe en Groningen inmiddels een protocol hebben klaarliggen voor de probleemwolf in Oude Willem. Als het beest mensen blijft benaderen, krijgt-ie met een gastoeter, vuurwerkpistool of paintballgun te maken. Het idee is dat we de wolf – onze hond van vroeger – op de juiste manier conditioneren: ‘blijf weg bij de mens.’
Iedereen heeft daar een rol in, u en ik ook. Zo is het oerdom om een te wolf eten te geven, zoals onlangs gebeurde bij de op muizen jagende ‘knuffelwolf’ in Oude Willem. Wilde dieren voeren kan met een vogelvoedertafel.
We gaan de wolf opvoeden
Protocollen zoals die voor Oude Willem zijn cruciaal. Het vergroot het minimale draagvlak voor de wolf op het platteland. Je voelt je veiliger als je weet dat er wordt ingegrepen. Dit ene protocolletje is trouwens niet genoeg. Bij wolven die dwars door dorpen lopen moet echt ingegrepen worden. Die moeten we wegjagen, door herrie te maken en door ze te beschieten met rubberkogels. Schapenweides moeten alarmlichten en sirenes krijgen, schapen een halsband die schokken geeft als de wolf erin bijt.
Wat een werk, hoor ik u denken. Maar zie het als een investering: we voeden de wolven op en hebben er daarna plezier van. Niet omdat we een hekel hebben aan de wolf, maar wel omdat wij op die manier bepalen wat er gebeurt.
Laat de wolf geen symbool worden van achteruitgang, zoals ecoloog Linnell wel in Noorwegen ziet gebeuren. „Alle frustratie en gevoelens van machteloosheid tegenover globalisering en de moderne maatschappij worden op de wolf afgereageerd”, zegt hij. „De sluiting van het postkantoor en de dokterspost, het verdwijnen van de kerk en de schoolbus. De arme wolf wordt hier allemaal het symbool van en krijgt zo elk probleem in de wereld in zijn schoenen geschoven.”
Wouter Hoving is verslaggever van deze krant en samen met Jeroen Kelderman maker van de podcast Juichen of Jagen, de wolf in Noord-Nederland.