Het is onredelijk van de overheid te eisen dat onteigening als stok achter de deur inlever, stelt Rimmer Mulder. Volgens hem zou dat betekenen dat dwarsliggende boeren het laatste woord krijgen.
Er is geen ontkomen aan. Boeren leggen de provinciale verkiezingen uit als een soort volksstemming over het stikstofbeleid van het kabinet. De kiezers zouden dat massaal hebben afgewezen en dus moet het van tafel.
Als de regeringspartijen de rug recht houden, is er met de zetels van PvdA/GroenLinks en de Partij voor de Dieren nog altijd een meerderheid voor een strenge aanpak van het stikstofprobleem. Maar dat is theorie. De spraakmakende gemeente, bestuurders en duiders in de media hebben uitgemaakt dat er een streep moet door het kabinetsbeleid.
CDA-bestuurders lijken opgelucht dat ze nu openlijk de boeren in hun verzet kunnen bijvallen. Het is bijna deerniswekkend: een partij die opkomt voor de belangen van de groep die juist niet op haar heeft gestemd.
Breekpunten
De boeren hebben met de enorme winst van de BBB de wind in de rug en dat zullen we weten. Arme minister Piet Adema die zo hard zijn best doet voor een ‘integraal landbouwakkoord.’ Overleg is niet meer nodig. Hij hoeft alleen nog maar te noteren wat de boeren dicteren. De vertegenwoordigers van de radicale vleugel zijn er al uitgestapt. LTO-Nederland, de boerenorganisatie met verreweg de meeste leden, doet nog wel mee. Het moet nog blijken of dat alleen maar voor de vorm is of dat er ook nog inhoudelijk overleg mogelijk is.
Al sinds de eerste boerenprotesten in 2019 durven de LTO-bestuurders geen afstand te nemen van de opruiers onder de boeren. Kwaaie kans dat dat nu weer zo zal gaan. LTO heeft alvast twee breekpunten op tafel gelegd. Niet 2030 maar 2035 moet het jaar zijn waarin de voorgenomen reductie van de stikstofuitstoot wordt gehaald. En boeren naast de natuur mogen nooit worden gedwongen hun bedrijf te stoppen.
Dat eerste is wel te regelen. Breed leeft het inzicht dat eindeloos gesteggel over een jaartal niet helpt. Ga per gebied aan de slag en bekijk over een jaar of vier hoe ver we zijn. Die boodschap hebben provinciale bestuurders van nagenoeg alle partijen de afgelopen tijd bij herhaling uitgedragen.
De eis van ‘nooit dwang’ is van een andere orde. Ze is onredelijk en zelfs gevaarlijk. Het is bepaald niet nieuw dat boeren hun bedrijf moeten stoppen of land moeten afstaan omdat de samenleving grond nodig heeft. De groeiende bevolking die ook nog eens welvarender werd, had steeds meer ruimte nodig. Vanaf de jaren vijftig zijn er voortdurend grote happen uit het boerenland genomen voor stads- en dorpsuitbreidingen, industrieterreinen, wegen, kanalen en spoorlijnen. Het CBS becijferde dat de landbouw tussen 1950 en 2016 zeker 560.000 hectare heeft ingeleverd.
Onredelijke eis
Steeds moest de overheid het eens zien te worden met de eigenaren, vaak boeren met een bloeiend bedrijf. In verreweg de meeste gevallen lukte dat wel omdat de overheid een goede prijs en een ruime schadevergoeding kon bieden. Als het echt niet lukte, had de overheid nog de stok achter de deur van de onteigening. Alleen in het uiterste geval werd de rechter ingeschakeld. Hoogst zelden lieten eigenaren het aankomen op een onteigeningsprocedure.
Nu bij natuurgebieden bedrijven met veel uitstoot van stikstof moeten worden uitgekocht, kan dat op dezelfde manier. Vrijwilligheid is de regel maar als de boer echt niet wil, moet de overheid dat laatste middel van onteigening kunnen inzetten.
Het is onredelijk van de overheid te eisen dat ze die stok achter de deur inlevert. Dat zou betekenen dat dwarsliggende boeren het laatste woord krijgen. Als de BBB volhoudt dat zogenaamde piekbelasters nooit gedwongen kunnen worden te stoppen, weten de kiezers wat die mooie belofte van een andere bestuurscultuur waard is.
Rimmer Mulder is oud-hoofdredacteur van de Leeuwarder Courant