US-veteraan Andre Chappaz brengt een militaire groet bij zijn aankomst in Deauville-Trouville voor de 80ste herdenking van D-Day. Foto: CHRISTOPHE PETIT TESSON
Neem D-Day en het handvest voor de rechten van de mens als kompas bij de Europese verkiezingen, stelt Paul Sasse van IJsselt.
Er staat veel op het spel bij de Europese Parlementsverkiezingen van 6 tot 9 juni: grean deal, migratiepact, veiligheid, eerlijke handel en zoveel andere dossiers waaraan deze dagen terecht de nodige aandacht wordt besteed. Dit alles tegen het decor van vraagstukken als klimaatverandering, de oorlog in Oekraïne, en het conflict in het Midden-Oosten.
Populistische gedachtengoed
Ogenschijnlijk abstract, maar rakend aan ieders dagelijks leven en onze manier van samenleven. Is het niet nu, dan wel op de (midden)lange termijn en voor toekomstige generaties. Het gaat in de kern om vrede, vrijheid en veiligheid, waarin menselijke waardigheid het beste kan gedijen. Daar is inspanning voor nodig, want vanzelfsprekend zijn die noties niet. Zie de oorlog in Oekraïne. Zie de afbraak van de rechtsstaat in Hongarije, Slowakije en eerder in Polen. Zie het zich steeds dieper nestelende radicaal-rechtse en populistische gedachtengoed in tal van landen, waaronder Nederland. Dit gedachtengoed lijkt zich te gaan vertalen in de groei van de radicaal-rechtse en Europa-kritische fracties ‘Identiteit en Democratie’ en de ‘Europese Conservatieven en Hervormers’. Zo wordt de EU van buitenaf bedreigd en van binnenuit uitgehold.
Wat te doen?
Campagneposters alleen zijn niet voldoende. Tekenend is dat Joost Klein met zijn Europapa lange tijd bekender was dan de lijsttrekkers, die al jarenlang Europese politiek bedrijven. Laat politici, media en anderen niet alleen aandacht hebben voor de concrete dossiers en oprukkend radicaal rechts, maar ook voor waar het allemaal ook al weer te doen is in Europa.
D-Day
6 Juni als dag van de EP-verkiezingen biedt daar juist dit jaar een goede gelegenheid voor. Het is dan precies 80 jaar geleden dat D-Day plaatsvond. Dat wordt diverse dagen gevierd. Bij Pointe du Hoc aan de Normandische kust herdenken Biden, Zelensky, Macron en andere wereldleiders dat de eerste bres werd geslagen in de Atlantische Muur van Hitlers nazi-Duitsland, het begin van de grootste amfibische militaire operatie ooit. Daarmee werd het einde ingeluid van een tijdperk van Holocaust, discriminatie, rechteloosheid, willekeur, angst, onvrijheid en isolationisme.
Een nieuw Europa zou herrijzen, ingebed in een sterk groeiende internationale rechtsorde. Politieke leiders namen het initiatief tot de oprichting van de Verenigde Naties, de Raad van Europa en de Europese Gemeenschappen voor Kolen en Staal, nu Unie. Dat alles in het licht van de herinnering aan de ‘terzijdestelling van en minachting voor de rechten van de mens (die hebben) geleid (…) tot barbaarse handelingen, die het geweten van de mensheid geweld hebben aangedaan’, zoals het begin van de preambule van de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens uit 1948 luidt. Het Europa dat herrees, was dat van relatieve vrede en veiligheid, van mensenrechten, democratie, rechtsstaat, economische voorspoed en stabiliteit.
Waarachtig en toekomstgericht
Na 1989 gold dat ook steeds meer voor Midden- en Oost-Europa. Dat Europa – met als diepe smet de Joegoslavië-oorlog in de jaren negentig - is uniek in de geschiedenis. Maar ook een Europa waarvoor veel stemgerechtigden geen stem uitbrengen, ondanks een stijgende lijn, of een stem tégen. Natuurlijk zijn er nationaal en Europees legitieme zorgen die antwoorden behoeven. Daarvan mag in de lidstaten en in de Europese instellingen worden verwacht dat zij reëel, waarachtig en toekomstgericht zijn.
Dus geen uittreding uit de EU en geen spaken in wielen.
Wel het respecteren en bevorderen van de democratische en rechtsstatelijke waarden die ten grondslag liggen aan de EU. Idem wat betreft het EU-Handvest grondrechten dat dit jaar vijftien jaar bestaat. Deze waarden en grondrechten vragen om cultivering en inzet, bijvoorbeeld door te gedenken en een constructieve stem uit te brengen. Dat is de opdracht van D-Day en het Handvest voor onze broze beschaving van Vandaag en Morgen.
Paul van Sasse van IJsselt is bijzonder hoogleraar recht en religie aan de Rijksuniversiteit Groningen