Wat te doen als de moskee een enorme luidspreker vlak bij mijn raam plaatst? Oordoppen, raam afplakken, extra gordijnen, klagen?
Als je naar een nieuw land verhuist, beland je in werelden waar andere gewoontes heersen. Meestal is dat juist leuk. En soms ga je erin mee zonder je er erg in hebt. Zo ging ik in India na verloop van tijd bij instemming ook met mijn hoofd te wiebelen, dat er in westerse ogen uitziet als ‘nee-schudden.’ Soms vallen andere gewoontes zwaarder en moet je ermee leren leven. Andere keren moet je alle zeilen bijzetten om onvoorziene obstakels te overwinnen.
Ik woon inmiddels een half jaar in Jakarta. Mijn appartement is op de 16de verdieping van een semi-luxe woonflat. Alles functioneert. Een genot. Totdat ik opeens om vier uur ‘s nachts wakker werd gemaakt door de oproep voor gebed. In Indonesië is 90 procent van de bevolking moslim. Op elke straathoek, vooral op dichtbevolkt Java, staat wel een moskee. Vaak is de deur open. Je kunt er hulp krijgen, er is gezelligheid en het is natuurlijk de plek voor gebed. Volgens de voorschriften vijf keer per dag, op aangegeven tijdstippen, afhankelijk van de stand van de zon.
Het gebed wordt van oudsher luidkeels gereciteerd vanaf de minaret
Het gebed wordt aangekondigd met een oproep, van oudsher luidkeels gereciteerd vanaf de minaret. Om er zeker van te zijn dat niemand het tijdstip mist, plaatsen de meeste moskeeën tegenwoordig luidsprekers. Recentelijk zette een moskee een enorme luidspreker met een groot bereik vlak bij mijn raam. En in Indonesië is het eerste gebed ‘s ochtend rond 4 uur. Elke ochtend werd ik wakker geroepen. Oordoppen, raam afplakken, extra gordijnen. Niets hielp.
Even overwoog ik om me aan te passen en dan maar om 4 uur op te staan en zoals veel inwoners om acht uur ‘s avond naar bed te gaan. Maar in mijn leven, met deadlines en een sociaal leven dat ook ‘s avonds plaatsvindt, werkt dat niet. Rondvraag leerde me dat het geen goed idee is om te klagen. Dat wordt snel gezien als blasfemie. Bovendien vermoedde ik ook wel dat de imam voor die ene buitenlandse correspondent in de woontoren naast hun wijk niet het volume gaat aanpassen. Wat te doen?
,,Dubbel glas’’, opperde de klusjesman. Dat is het geworden. Ik had verwacht dat de mannen het raam zouden vervangen door ‘een dubbelglasraam’ in een daarvoor bestemd kozijn. Bleek dat ze een extra muur metselden en vóór het bestaande pui een tweede kozijn met het tweede raam plaatsten. Ook goed. Na een week was het resultaat een heerlijk stille slaapkamer. Opgelost.
Een zweterige helm die honderden mensen voor jou al op hun hoofd hadden
Ook voor andere uitdagingen heb ik inmiddels oplossingen gevonden. Jakarta loopt vanwege een ongepland uitdijende stad zonder een goed functionerend waterafvoersysteem regelmatig onder water. In de ochtend, ‘s avonds en na een fikse tropische regenbui zit het verkeer muurvast. Tenzij je je in een brommer verplaatst. Als je zelf geen brommer hebt, kun je een Gojek (de Indonesische Uber) bestellen. Hij is er binnen enkele minuten, je springt achterop en je rijdt soepeltjes langs de file.
Een helm is verplicht. Je kunt je eigen helm meenemen, maar dat leek me niet handig. Als je geen helm hebt, krijg je er een van de Gojekbestuurder. Maar het is een zweterige helm die honderden mensen voor jou al op hun hoofd hadden. Deze wetenschap weerhield mij er de eerste weken van om een Gojekbrommer te bestellen. Totdat iemand me wees op de papieren haarnetjes die voor de kassa van een grote supermarkt liggen. Ik kocht een hele doos en heb nu altijd een stuk of tien papieren haarnetjes in mijn tas.
Andere omgangsvormen wijzen mij als Nederlander op de horkerigheid die in onze directe, egalitaire cultuur gebakken zit. Het oude Java was een hiërarchische, feodale samenleving. Uiteraard hebben de koloniale tijd en daarna het autocratische regime van Soeharto eveneens hun sporen nagelaten en hiërarchische elementen versterkt.
Het hier de gewoonte om in het maatschappelijke verkeer nadrukkelijk je dankbaarheid te tonen
Een weerwoord geven is voor veel Indonesiërs ongemakkelijk. Daarbij is het hier de gewoonte om in het maatschappelijke verkeer nadrukkelijk je dankbaarheid te tonen. Dat is gek genoeg even wennen. Maar ik merk dat ik het waardeer en er zelf ook aardiger door word. Je wilt niet die lomperik zijn die mensen schoffeert.
Ik let tegenwoordig goed op dat ik mensen netjes bedank, voor de taxirit, op een liftknopje drukken, een wegaanwijzing. En ik neem een gift of gewoon een supermarktboodschap, zoals fruit dat netjes voor je wordt gewogen, met twee handen aan en doe dan een klein subtiel buiginkje. ,,Terima kasih! Bedankt!’’
Onze V/M
Iedere week hebben we een column van Onze Vrouw/Man, een mediacorrespondent uit een ander continent. Saskia Konniger (Eibergen, 01-11-1974) is sinds 2018 freelance correspondent Zuid-Azië vooronder andere NOS, NRC, BNR, De Groene Amsterdammer, VPRO Bureau Buitenland. Ze schreef twee boeken over India en een avonturenroman over China. Ze studeerde kunstgeschiedenis aan de Universiteit Utrecht en deed een postdoctorale opleiding radio- en televisiejournalistiek aan de Rijksuniversiteit Groningen. Ze woont in Jakarta, de hoofdstad van Indonesië.