De verdachten plaatsen de brandbommen. Foto: Archief DVHN
De verdachten van de aanslag op Sikkom-journalist Willem Groeneveld wacht een zware straf. Dat kan niet anders. Het was een moordaanslag op Groeneveld en zijn vriendin. En het was meer dan dat.
Een aanval op een journalist als Groeneveld is een aanval op de persvrijheid. Daarmee raakt het de fundamenten van onze democratie. De vrije, onafhankelijke pers is daarvan een wezenlijk onderdeel. De maatschappelijke impact van de aanslag is om die reden groot. Veel groter dan je zou verwachten op basis van het simpele feit dat twee bierflesjes met benzine en brandend papier erin door een brievenbus zijn gegooid. Het is aan de rechter om dit in zijn vonnis zwaar mee te wegen.
Groeneveld had augustus vorig jaar verslag gedaan van een demonstratie tegen een prikbus van de GGD. De verdachten waren daarbij aanwezig. De sfeer was zo intimiderend, dat de medewerkers nadien de wijk niet meer in durfden. Terwijl hun enige taak was de inwoners vaccineren tegen het coronavirus.
Alle desinformatie (bewust misleidende informatie) die met de komst van corona gepaard ging, grotendeels van rechts-extremistische snit, bracht de twee verdachten mogelijk tot hun daad. Het heeft er alle schijn van dat ze Groeneveld minimaal een lesje wilden leren, dan wel het zwijgen opleggen.
Om dat te bewerkstelligen gingen ze midden in de nacht naar zijn huis, ze woonden zo’n beetje om de hoek, en gooiden de molotovcocktails naar binnen. Beveiligingscamera’s registreerden het feilloos.
De aanslag heeft een enorme impact. Zeker op Groeneveld en zijn vriendin. Nog steeds schrikken ze ‘s nachts op van vreemde geluiden of brand (barbecue-)geuren. Als hij de deur uitgaat, is hij op zijn hoede. Zijn onbevangenheid is hij kwijt. Maar als journalist blijft hij zich inzetten om misstanden aan de kaak te stellen.
De zaak tegen de twee stad-Groningse verdachten dient maandag en trekt naar verwachting veel aandacht. Daarvoor is in zichzelf al genoeg reden, maar in dit tijdsgewricht zeker. Het wantrouwen tegen journalisten als Groeneveld staat niet op zich. Het richt zich tegen wetenschappers, politici, rechters, officieren van justitie, hulpverleners, noem maar op. Gevoed door sociale media.
Bijvoorbeeld. Milieuactiviste Greta Thunberg spreekt op het Britse festival Glastonbury. Ze hekelt politici. Op twitter gaat na afloop een foto rond van grote bergen afval die de festivalgangers na haar toespraak hebben achtergelaten.
Die foto stamt uit 2011 en heeft niets met haar toespraak te maken. Dergelijke bewust misleidende informatie is schering en inslag. Betrouwbare journalisten en factcheckers hebben er hun handen vol aan om alle zin van alle onzin te scheiden.
Dat dergelijke desinformatie niet ongevaarlijk is, bewijst de zaak die maandag dient. Het ondermijnt de democratie. Het is noodzakelijk dat hieraan grenzen worden gesteld. Dat kan in het parlement, maar zeker ook in de rechtszaal.