Bouwvakkers aan het werk bij het onderhoud van bestaand spoor. Foto: ANP/Lina Selg
Wat een bijzondere dag zal dat zijn, als ik achter mijn rollator de trein in zal schuifelen die mij in een dik uur van Groningen naar Amsterdam brengt. Hopelijk maak ik het nog mee.
Inwoners van Drenthe, Groningen en Friesland zijn behoorlijk positief over de aanleg van de Lelylijn. Uit onderzoek van de plan- en trendbureaus in de drie noordelijke provincies blijkt dat een snelle verbinding met de Randstad vooral wordt gezien als een vooruitgang.
Gepensioneerden zien de meeste nadelen, zij zien een inbreuk op woongenot en milieu. Dat zijn ook serieuze aandachtspunten, maar persoonlijk belang gaat daarbij niet boven het algemene.
Blijf positief
De jongeren zijn, niet verrassend, het positiefst – maar het is te hopen dat ze dat ook blijven. Tegen de tijd dat de Lelylijn er ligt, gaan zij richting hun pensioen. De trein zou in 2050 moeten gaan rijden. Dat is nog een kwart eeuw wachten, dat is best lang. Nieuw treinspoor aanleggen doe je nou eenmaal niet van de ene dag op de andere.
In die 25 jaar gaat onze automobiliteit veranderen. Niet alleen worden fossiele brandstoffen ingeruild voor elektriciteit en waterstof, het gaat ook over zelfrijdend deelvervoer. In de steden verliest de gewone particuliere auto nu al terrein; grond is er schaars dus parkeren is duur en er zijn veel files. De toekomst is aan zelfrijdende deelauto’s. Dat klinkt nog futuristisch, maar in een kwart eeuw gaat er veel gebeuren. Het denken en ontwikkelen gaat richting auto’s die als kleine taxibusjes functioneren, op afroep van een bedrijf of als openbaar vervoer. Zulke deelbusjes zullen bepaalde stedelijke gebieden bestrijken. Buiten de steden neemt het belang van spoorverbindingen daarmee toe.
Flessenhals Meppel
Alle reden dus om voortvarend te werk te gaan met het versterken van dat spoornet. Voor het Noorden is de flessenhals tussen Zwolle en Meppel nu al een zwak punt, dat allang aangepakt had moeten worden. Een tweede verbinding met de rest van het land is nodig. Met de planning die er nu ligt, is het de vraag of u en ik het nog gaan meemaken. Alle reden om vaart te maken.
Het helpt als alle neuzen dezelfde kant op staan. Het onderzoek is daarom een mooie opsteker. Bepalen wat het beste traject is, dat het minste schade toebrengt aan landschap, milieu en woongenot, zal tijd genoeg nemen. Maar laten we er vooral vanuit gaan dat de lijn er moet komen. Dat helpt ook om het geld bij elkaar te krijgen.