Het Mondriaanplein in Emmen wordt sinds de oplevering twintig jaar geleden geplaagd door leegstand.
Een stad in ontwikkeling is nooit af, maar met een beetje vooruitziende blik van plannenmakers, kunnen sommige verbouwingen achterwege blijven.
Opnieuw gaat het centrum van Emmen op de schop. Nog geen half jaar na de verandering van het voormalige belastingkantoor aan het Raadhuisplein in een woontoren hebben burgemeester Eric van Oosterhout en zijn wethouders het oog laten vallen op het Mondriaanplein en omgeving.
Dat daar iets moet gebeuren, is evident. Sinds de verhuizing van de dierentuin naar de Es en het faillissement van Vroom en Dreesmann is het winkelhart van Emmen in twee losse delen uiteengevallen. Voordien haperde ook al iets. Sommige panden aan het plein hebben sinds de oplevering meer huurders zien vertrekken dan klanten zien komen.
Veelbelovend onderdeel van de recent gepresenteerde gebiedsvisie Tussen Markt en Weiert is een plan voor woningen. Twintig jaar geleden had het ook kunnen worden bedacht, toen reikte de stedenbouwkundige visie niet verder dan een tunnel. Het zou goed zijn als nu wel naar starters wordt gekeken. De gemiddelde leeftijd van de bewoners in het centrum van Emmen mag best omlaag.
Spannend is ook het plan om Facet, de samenvoeging van de bibliotheek en cultuurorganisatie De Kunstbeweging, als bezieler van het Mondriaanplein te gebruiken. Hoewel het gevaar bestaat dat vervolgens de huidige locatie van Facet, het Noorderplein, in een dode hoek verandert, lijken de voordelen hier groter dan de nadelen.
Twijfelachtig is het idee dat een deel van de kosten kunnen worden betaald uit budget van staatssecretaris Gunay Uslu (cultuur) om elke gemeente een ‘toekomstgerichte bibliotheekvoorziening’ te bezorgen. Dat de bibliotheek in de gemeente Emmen altijd toekomstgerichter kan, mag er niet toe leiden dat geld van Uslu in een verbouwing van het centrum verdwijnt.
De kosten van het Mondriaanplein 2.0 worden geraamd op mogelijk vijftig miljoen euro. Of dat veel is, valt in dit stadium niet te zeggen. Maar als wordt vergeten dat investeringen ten goede moeten komen aan mensen en activiteiten, en wederom alleen in stenen gaan zitten, schiet Emmen er te weinig mee op.