Een schrijnende naïviteit onder Drentse bestuurders wordt blootgelegd in het gezamenlijk convenant gericht op de aanpak van ondermijnende criminaliteit.
Nederland is de afgelopen tientallen jaren uitgegroeid tot een narcostaat, een mondiale leverancier van drugs. Terwijl de Amsterdamse burgemeester Halsema stelt dat de strijd tegen drugscriminaliteit niet te winnen is en pleit voor legalisatie van harddrugs komen provincie, gemeenten, waterschappen en politie in Drenthe anno 2024 met een gezamenlijke aanpak van ondermijning. Ze hebben 28 speerpunten opgesteld, waarmee ze binnen twee jaar de ondermijnende criminaliteit een slag willen toebrengen.
Open deuren
Het convenant staat bol van ambtelijke open deuren. Het komt er grofweg op neer dat binnen de ambtelijke organisatie meer bewustwording moet komen dat criminelen in het geniep wietkwekerijen opzetten. Of erger nog: drugsbendes die levensgevaarlijke en milieuvervuilende drugslabs bouwen. En dat het crimineel verdiende geld vervolgens wordt witgewassen in een legale onderneming, zoals een autobedrijf, kapsalon of een horecazaak.
Burgemeester Van Oosterhout van Emmen gaf eerder als voorbeeld van de aanpak dat straks geen nieuw café meer open gaat zonder een bibob-procedure. Bij zo’n procedure gaat een burgemeester na of een ondernemer een crimineel verleden heeft voordat een vergunning wordt verleend. Vreemd dat zoiets blijkbaar niet al lang standaard gebeurt.
Miljarden verdiend
Drugscriminelen zullen niet echt schrikken van het Drentse convenant. Dat af en toe een drugslab wordt opgerold, zoals onlangs in Veeningen, wordt gezien als bedrijfsrisico. Op jaarbasis worden alleen al met de productie van synthetische drugs in Nederland naar schatting tientallen miljarden verdiend. Probeer daar als overheid maar eens tegen op te boksen.
Is er dan helemaal niets goed aan het Drentse convenant? Jawel hoor. Iets doen is altijd beter dan niets. En één van de afspraken in het convenant is dat gemeenten ‘in het verhogen van de bewustwording op en het tegengaan van ondermijnende criminaliteit’ nadrukkelijk aandacht besteden aan het thema zorgfraude. Misschien is het een idee om dat topprioriteit te geven. Zorgfraude is iets waar de gemeenten, als inkoper van allerlei vormen van zorg, zelf echt invloed op hebben.