Een paasvuur bij Fluitenberg, niet ver verwijderd van nationaal park Dwingelderveld. Foto: DvhN
Het mooie van tradities is dat ze zonder veel regels tot bloei komen. Maar soms lijkt het voortbestaan juist gebaat bij meer regels. Zoals het paasvuur
Tradities komen, tradities gaan. Het paasvuur blijft altijd bestaan. Althans, zolang de problemen met de nog altijd te hoge stikstofuitstoot in Nederland geen plens water op de bult gooien. Woensdag werd erover gedebatteerd op het provinciehuis in Assen.
Het onderwerp was op de agenda gezet door Statenlid Siemen Vegter van het CDA. Hij opperde dat de provincie organisatoren van paasvuren te hulp moet schieten nu zij vooraf moeten bepalen of hun vuur de stikstofnormen overschrijdt. Het maken van die ingewikkelde berekeningen zou beter gedaan kunnen worden door een gespecialiseerd bureau.
Zoals vaker bleek ook dit probleem gedelegeerd te kunnen worden. Gedeputeerde Hans Kuipers (GroenLinks) liet weten dat gemeenten in Drenthe, die toch al moeten toezien op de orde en veiligheid rond het bouwen van bulten en aansteken van vuren, zeer wel de plaatselijke stikstofrompslomp kunnen begeleiden.
Het laat onverlet dat paasvuren geen lokaal fenomeen zijn. Voor corona leidde de traditie, die vooral in deze contreien in ere wordt gehouden, regelmatig tot klachten in het midden en westen van het land. Stikstof die in Eext of Erm bij een paasvuur vrijkomt, daalt bij een beetje straffe wind neer in een Nature 2000-gebied buiten Drenthe. Of op een industrieterrein.
Dit hoeft geen reden te zijn om alle paasvuren te verbieden. Liever niet zelfs. Tegelijkertijd is het voortbestaan gebaat bij betere regulering, waarbij ook over de grenzen heen wordt gekeken. Niet alleen door afzonderlijke gemeenten, maar op een hoger niveau, door de provincies en met de deelstaat Nedersaksen.
Voor het zover is, is het aan de plaatselijke organisatoren hun verantwoordelijkheid te nemen. Waarbij het wellicht goed is te weten dat een bult niet elk jaar groter en hoger hoeft. Het bouwen van paasvuren moet geen opgefokte competitie zijn. Het is een traditie waarbij wordt herdacht dat de winter is overwonnen en de lente een nieuwe toekomst mogelijk maakt.