De jaren 80-film Robocop was een hypergewelddadige satire op kapitalisme. De politierobot is nu terug in een nieuwe game, die veel leuker is dan zou moeten.
Robocop, van de film?
Robocop is een film die wat mij betreft thuishoort in hetzelfde rijtje als Ghostbusters, The Terminator en The Karate Kid: jaren 80-films die nooit echt uit het collectief geheugen zijn verdwenen. Zelfs als je de culthit van regisseur Paul Verhoeven nooit hebt gezien, heb je er waarschijnlijk wel van gehoord.
Nu, dertig jaar na deel 3 (ja, er zijn drie Robocops gemaakt!) is er een nieuw vervolg, in gamevorm: Rogue City. Met een origineel verhaal dat zich afspeelt tussen de tweede en de derde film. We zijn weer in het neerslachtige Detroit van de toekomst, waar geld belangrijker is dan mensenlevens en een kapotgeschoten agent werd omgebouwd tot een politierobot. En natuurlijk is er een nieuwe slechterik die de toch al vernielde stad bedreigt.
Hoe trouw is de game aan de film?
Rogue City is met veel meer zorg en liefde gemaakt dan nodig. Het was voor ontwikkelaar Teyon makkelijk geweest een super generiek schietspel te maken door een van zijn eerdere werken in een glimmend zilver jasje te steken. Beetje schieten, paar oneliners, klaar. En dan lekker teren op de bekende naam.
Dat is niet het geval. De makers zijn duidelijk dol op de film; ze hebben veel moeite gestoken in het waarheidsgetrouw namaken van de wereld, het gevoel en de sfeer. Ze hebben zelfs acteur Peter Weller, Robocop himself, zover gekregen de stem in te spreken.
De speelwereld is vies en onveilig, een visuele metafoor voor doorgeslagen kapitalisme. Het geweld is belachelijk over de top. En Robocop is traag, lomp en supersterk. Je hoort het dreunen van zijn stappen, je voelt de impact van zijn zware geweer. Je waant je een niet te stoppen machine.
Het spel is duidelijk ambitieuzer dan het budget. Dat zie je ook in een aantal schoonheidsfoutjes. Gezichten zien er soms ongepolijst uit, de beelden stotteren her en der, scènes eindigen abrupt. Genoeg om je aan te storen, te weinig om je ervaring compleet te verpesten.
Wat doet die machine?
Veel, heel veel slechteriken overhoop schieten. Dead or alive, you’re coming with me, zegt Robocop in de film. Nou, zijn voorkeur gaat duidelijk uit naar dead. Aan ontwijken doet de moordmachine niet. Aan bukken ook niet. Rennen kan hij nauwelijks. Aanval is de beste, en meestal enige, verdediging. Het is daardoor een vrij lomp schietspel dat enorm trouw blijft aan de hoofdpersoon. En dat is best fijn.
Veel variatie is er niet. Je kunt wapens van je slachtoffers gebruiken, maar je eigen pistool is veel beter. Dat kun je ook nog aanpassen om meer schade toe doen, beter te mikken of sneller te herladen. Gelukkig zijn er regelmatig onderbrekingen in de actie. Op die momenten staan de karakters en de wereld centraal.
Zo keer je af en toe terug naar het politiebureau, waar uit de film bekende personages altijd hulp kunnen gebruiken. Of je een aantal collega’s wil vragen een beterschapskaartje te ondertekenen. Of je even een foto wil printen. Of je een paar klachten van burgers op wil nemen. En je gaat de straat op om gewoon politiewerk te doen. Een oud vrouwtje helpen haar kat te vinden. Een verkeersboete uitschrijven. Even breakdancen voor de jeugd. In die kleine, rustige momentjes komt de wereld echt tot leven.
Is Rogue City ook voor niet-fans?
Ik ben geen kind van de jaren 80, maar wel een groot fan van de film (iets minder van de twee vervolgen). Dat helpt enorm bij het spelen van deze game. Ik herken de grapjes, verwijzingen en locaties, ik weet wat ik moet verwachten. Zonder die herkenning, zonder die nostalgiefactor is Rogue City een stuk minder leuk.
Robocop: Rogue City is beschikbaar voor PlayStation 5, Xbox Series X/S en PC. Het spel is ontwikkeld door Teyon en uitgegeven door Nacon. Leeftijd: 18+