Robin Kester, achterkleindochter van de ‘zwarte meester’ van Nieuw-Schoonebeek, is meer dan een singer-songwriter-meisje. Haar angsten overwinnen, dat is een belangrijke creatieve drijfveer, Daar krijg je spannende, zelf vormgegeven liedjes van. Ze speelt op vrijdag 20 januari op ESNS.
Twee coltruien over elkaar - ,,ik dacht het wordt koud, maar dat valt erg mee”. Zelfs dat weet Robin Kester elegant te dragen. Het was nogal een treinreis vanuit Rotterdam, haar woonplaats, naar Groningen. Altijd bijzonder om terug te keren naar haar geboortestad, waar haar ouders gestudeerd hebben. ,,Die hebben goede herinneringen aan deze stad. Ze vinden het leuk als ik hier in Vera speel, of in De Oosterpoort.” Of, op 20 januari, in de Machinefabriek, wegens Eurosonic Noorderslag (ESNS).
Op 24 februari komt haar eerste echte album uit, Honeycomb Shades. Zo voelt het ook echt, als haar albumdebuut. In 2020 hadden we al wel This Is Not A Democracy, een mini-album met zeven nummers erop. Dat was een veelbelovende proeve van haar kunnen, samengesteld uit nummers die ze een paar jaar had ,,opgespaard”.
Dat ligt anders op Honeycomb Shades. Die plaat voelt echter, moeilijker, heftiger voor haar. ,,We leven in een wereld van singletjes uitbrengen, die hele Spotify-strategie. Maar ik vind het een hele kunst om een album te maken. Het is geen concept-album, maar wel samenhangend. Daarom wilde ik die nummers ook in een bepaalde tijdsspanne schrijven. Ja, poeh, dat is wel een opgave.”
Wat ze nu maakt, sfeervolle, prikkelende popliedjes op elektronische grondslag, is ook precies wat ze wil maken. Verwacht van haar niet dat ze omwille van het geld de boel ineens over een heel andere boeg gooit - al is daar wel die torenhoge studieschuld.
Ruimte voor experiment
Nee, dit: ,,Waarvan ik elke keer weer denk: hier wil ik nog beter in worden. Dit is pas mijn eerste album, de valkuil is dan dat je denkt dat ‘t meteen perfect moet zijn. Nee, okee, dit is nu af, dit is wat ik er op dit moment in wil stoppen en nu ga ik weer verder. Dan hou je ook ruimte voor experiment.”
Ze schreef die liedjes zo ongeveer in coronatijd. Soms sijpelt er iets van die rare tijd in door. Zoals Cat 13,waarin de hoofdpersoon dolblij is dat je even niet samen de supermarkt in mag. Dus stuurt ze haar vriend en blijft ze zelf in de auto zitten. ,,Ik zit gewoon hier en ik wacht het allemaal wel af. Dat gevoel, daar stond dat symbool voor.”
Maar, bekent Robin, eigenlijk gaat dat ook over zoiets als sociale angsten. En daarvan heeft ze er best veel. ,,Angst is een soort thema bij mij. Ik heb vaak angsten, of schroom. Ik ben constant in gevecht met mezelf. Maar dat is ook wel een drive. Het kan ook veel moois opleveren. Zolang het maar niet ten koste van mezelf gaat.”
Angst. Vliegangst bijvoorbeeld. Heeft ze ook heel erg. ,,Ik snap ook wel dat dat nergens op slaat, maar het gaat dieper dan je ratio. Je kunt wel denken: ‘dan ga ik maar nooit op reis’, maar ik wil ook plekken zien, dingen meemaken. Dus ga je maar, ondanks dat je helemaal kapot gaat.”
Robin Kester. Foto: Marleen Annema
Onder een deken, audioboek aan
Juist die discussie met jezelf, dat gevecht. ,,Dat je je niet laat leiden door die angsten. Je wilt ze bezweren, maar dan denk ik bij mezelf: ik moet er maar mee leren leven. Het is altijd een balans: in hoeverre accepteer ik het, in hoeverre probeer ik mezelf te corrigeren? Als ik al mijn angsten zou accepteren zou ik alleen maar in mijn bed liggen. Met een deken om me heen en een audioboek aan. Er zijn periodes waarin dat gebeurt, maar dan laad ik mezelf weer op, kan ik het gevecht met mezelf aan.”
Onderschat dat niet, die angsten. Er was zelfs een tijd dat ze niet in slaap durfde te vallen, bang als ze was dat de dood erop zou volgen. ,,Dat zijn van die momenten dat het niet constructief is, dat je er niks uit haalt. Officieel zijn er ook allerlei diagnoses op losgelaten. Maar sommige perioden is het beter dan anders.”
Ze wil het ook weer niet groter maken dan het is. ,,Ik ben me ervan bewust dat het heel geprivilegeerde uitdagingen zijn. Niet dat ik mishandeld word of zo. Het is maar net hoe moeilijk je het jezelf maakt. Soms zeg ik ook tegen mezelf: ‘stel je niet zo aan’. Maar tegelijkertijd: het is wat het is.” En voor de optredens gaan er doorgaans bètablokkers in. ,,Anders trillen mijn handen te veel. Kan ik niet gitaar spelen.”
Van kinds af aan is ze vaak verhuisd om het werk van haar ouders, misschien dat het daar van komt. ,,Van dorp tot dorp. Steeds weer die vraag: hoe zijn de structuren hier, hoe pas ik me aan? Hoe vind ik mijn weg in deze sociale dynamiek?”
Onrust, dat krijg je daarvan. Innerlijke onrust. En, peinst ze, wie weet raak je daar ook weer verslaafd aan. Vandaar misschien haar keus, na ettelijke lang niet altijd afgemaakte studies, voor de muziek - niet de meest stabiele werkkring. ,,Een hang naar chaos, naar onzekerheid.” Enne, ze verhuist veel, nog steeds. ,,Ik ben heel snel verveeld. Stilstaan, dat voelt als stoppen of zo.”
Eindredacteur van haar eigen muziek
Ze heeft de muziek zelf ontdekt. Ze is niet zomaar zo’n singer-songwriter-meisje die per akoestische gitaar haar zieleroerselen uitvent. Dat hoekje, daar wil ze nou net niet in geduwd worden. Ze is ook producer, werkt graag met knoppen en elektronica, bouwt lagen op, is eindredacteur van haar eigen muziek (al is Marien Dorleijn, ook frontman van de hippe Amsterdamse indieband Moss, coproducer van haar platen). ,,Het is de kunst van het weggooien. Soms ben je een hele dag bezig en dan hou je maar een klein dingetje over. Datgene wat werkt.”
Het begon met zingen. Ze komt helemaal niet uit een muzikaal gezin, al drillde haar overgrootvader Jules Renardus uit Paramaribo, de ‘zwarte meester’ van Nieuw-Schoonebeek, daar het plaatselijke kerkkoor.
,,Als kind, als ik alleen was, was ik mezelf aan het vermaken. Met lezen en zingen.” Kate Bush, nu weer erg hip dankzij Stranger Things, was haar idool, ,,die wou ik nadoen.” Enne, onderschat niet de kracht van zo’n rolmodel. ,,Dat Kate Bush een vrouw was, liet zien dat ik ook zoiets kon doen. Dat doet iets met je verbeeldingskracht.”
Ze kreeg een keyboardje, ging uiteindelijk toch die gitaar bespelen en begon voorzichtig op te nemen met het computerprogramma Garageband. ,,Alleen gitaar werd een beetje saai, dus dan ging ik er lijntjes bij opnemen.” Zo kwamen er steeds nieuwe uitdagingen bij, ,,Je wilt steeds meer van jezelf.”
En nu maakt ze platen. En dat zijn, de inbreng van Marien Dorleijn en de muzikanten van haar live-band niet te na gesproken, dus wel háár platen, verklankingen van háár gevoelens, reflecties van háár keuzes. Toch is dat niet de herkomst van de titel van dat mini-album, This Is Not A Democracy. ,,Al word ik daar wel mee gepest door mijn band members.”
Robin Kester. Foto: Marleen Annema
Overlevingsstrategie
Die titel is meer een soort overlevingsstrategie, in geval van depressie of dat soort minder vrolijke gedachten. ,,Dat je tegen jezelf moet zeggen: shut up, wees een Kim Jong-Un over jezelf en je gedachten en ga niet de hele tijd vastlopen. Ga niet met jezelf aan de haal.”
Ze maakte een paar studies af (minor Engels, master Nederlandse letterkunde), begon er aan nog meer, doet nu naast de muziek nog het een en ander aan freelance-werk en kijkt nu dus aan tegen een forse studieschuld. Die, anders dan eerst werd beloofd, dus wel meetelt voor je hypotheek. ,,Daar ben ik zo boos om! Ik zou er bijna punkmuzikant van worden. Echt hoor!”
Maar naar zulke onderwerpen zul je vergeefs zoeken in haar teksten. ,,Daar ben ik te veel millennial voor. Ik zie mijn muziek eerder als escapisme. Voor zoiets zou ik andere muziek voor moeten maken. Toch die punkplaat! Al ben ik bang dat ik daar niet hard genoeg voor kan schreeuwen.” En misschien zit ‘t onderhuids toch wel in haar muziek, bespiegelt ze. ,,In een soort pessimistische beelden, op die manier.”
In haar liedjes gaat het vaak om beelden, sferen. Wel heel donker soms. Zoals Hands, over haar oom die op sterven lag (in het Leeuwarder ziekenhuis) en onder ogen moest zien dat zijn leven afliep, dat alle opties verkeken waren. Dat gevoel. Ze vertelt het pas aan het eind van ons gesprek (met koffie, witte wijn en La Chouffe), met enige schroom. ,,Bij zulke liedjes, over de dood, is het al heel snel van how can I make this about me. Dat vind ik zo verschrikkelijk, dat wil ik echt nooit. Ik wil niet koketteren met de dood van een ander.”
Tekst-angst
Die sferen, ,,dat past bij hoe ik het zelf ervaar. Ik heb een soort tekst-angst. Ik vind een tekst niet het belangrijkste in een nummer, maar wel het meest gevaarlijke. Een goed liedje met een slechte tekst is niet goed.”
Maar ja, er ligt zo snel de nadruk op. ,,Ik hou er ook van om een beetje te mompelen. Dat je af en toe een flard hoort, en dat zelf kunt interpreteren. Ik schrijf ook in flarden, en dat brei ik aan elkaar. Ik vind een tekst het moeilijkste aan een nummer. Dat en het refrein.”
Goed, toen zat ze dus een jaar in Dublin. Met een grappig bij-effect. ,,Ik voelde me er voor het eerst Nederlander! Hier kon ik me nooit helemaal vereenzelvigen met wat er gebeurde, maar daar merkte ik: hee, ik ben toch een product van de Nederlandse cultuur waarin ik ben opgegroeid.”
Vooroordelen, of liever: voorgeprogrammeerde denkbeelden. Als vrouw in de muziekbiz heeft ze ermee te maken, maar het gaat verder dan dat. Tot en met de Top 2000 zelfs, immers onevenredig gevuld met ouwe koek. Omdat ons brein nou eenmaal geprogrammeerd is om prettig te reageren op wat het al kent, ,,daar is onderzoek naar gedaan. De muziek uit de jaren 70 en 80, de mannenstemmen die je al decennia kent. Dat brein moet opnieuw geprogrammeerd worden. Bewust. Anders verandert het niet.”
Bij discriminatie werkt het net zo. ,,Dat gelul over positieve discriminatie.... Dat is gewoon nodig om dingen te veranderen. En dan zien we dertig jaar later weer verder.” Ze werkt graag met vrouwen, ,,maar je moet wel goed zoeken naar bijvoorbeeld een vrouwelijke producer of masteraar of geluidstechnicus. Je moet ze wel het gevoel geven dat ze welkom zijn.”
Robin Kester. Foto: Marleen Annema
Nooit meer terug naar Suriname
Robin Kester is ,,superwit”, compleet met sproeten - al helpt ze haar van oorsprong bruine haar een handje met een blond steunkleurtje. Maar eigenlijk is ze, qua genenpool, behoorlijk gemixt. Met inbreng uit Java, de Molukken, Duitsland, Hongarije, de Balkan.
Maar haar vader wordt er met zijn donkere, beetje Marokkaans-achtige uiterlijk dus wel vaak uitgepikt op het vliegveld. Zijn opa, Robins overgrootvader, kwam uit Suriname. Jules Renardus werd voor de Tweede Wereldoorlog onderwijzer, later schooldirecteur zelfs, in Nieuw-Schoonebeek - ‘de zwarte meester’ werd hij genoemd. Hij wilde nooit meer terug naar Suriname. ,,Die hele geschiedenis, dat vind ik heel interessant.”
Dat alles vormt haar identiteit. ,,Ook al ben ik maar voor eenachtste Surinaams, ook al heb ik niet die huidskleur, ik draag het wel met me mee. Dat maakt ook wie ik ben. Die onrust van me, misschien gaat dat wel generaties terug.”
Als Robin Kester zingt, laat ze - figuurlijk, en misschien ook letterlijk - niet het achterste van haar tong zien. Ze houdt het bij een meer beheerst register. ,,In de muziek ook”, zegt ze. ,,Daar heb ik wel discussies over met mijn band. Nee, het moet meer onderhuids blijven. Niet breekbaar, helemaal niet. Meer omfloerst, duister of zo.”
Met andere woorden, zeg ik: ze had wel met haar muziek in de roemruchte televisieserie Twin Peaks gewild. ,,In Dead End, van mijn nieuwe plaat, zitten een paar intervallen die regelrecht van die soundtrack komen”, zegt ze, ,,maar dat hoor je alleen als je het weet.”
Robin Kester
Robin Kester werd geboren in een ziekenhuis in Groningen, ze heeft even niet paraat welk precies. Als kind verhuisde ze vaak. Ze deed verschillende studies: minor Engels, master Nederlandse letterkunde (allebei gehaald), rechten, Russisch, politicologie en Engelse literatuur in Dublin, onderwijskunde. Ze debuteerde in 2018 met de ep Peel The Skin. Ze toerde met de Ierse band The Villagers, waarvan frontman Conor O’Brien meedeed op haar mini-album This Is Not A Democracy. Haar nummer Day Is Done zit in de Amerikaanse film Press Play. Robin Kester woont in Rotterdam met haar vriend, schrijver Jori Stam, en twee katten.
Debuutalbum Honeycomb Shades komt uit op 24 februari. Optredens: 20 januari, Machinefabriek, ESNS Groningen, 31 maart, Vera Groningen.