't Pannekoekschip is precies zoals ik me herinner van vroeger. Foto: Carleen de Jong
Gloeiendhete pannen, enorme bakken vol luchtige geklopt beslag, stapels kaas en spek. We zijn bij ‘t Pannekoekschip in de Oosterhaven in Groningen. De perfecte plek voor een puur nostalgisch etentje.
Waar zijn we?
Een van de meest hardnekkige clichés in de culinaire wereld is dat Nederland geen culinaire identiteit heeft. Geen eten of eetcultuur dat de mensen bindt, zoals Italië of Spanje dat wel heeft. Blijkbaar zijn we met z’n allen even vergeten dat door heel Nederland al sinds mensenheugenis pareltjes in het water en in de velden liggen.
't Pannekoekschip op haar relatief nieuwe plekje in de Oosterhaven. Foto: Carleen de Jong
Plekken waar menig kinderfeestje is gevierd. Waar studie- en studentenverenigingen hun heil zoeken voor een goede bodem voor een avond zuipen. Joh, ik heb zelfs wel eens gehoord dat iemand er vierde dat ie een jaar nuchter was.
Dit gaat natuurlijk over ‘t Pannekoekschip. Die in Groningen om precies te zijn, want in andere delen van Nederland is het ook wel eens een pannenkoekboerderij.
Het schip dat anderhalf jaar geleden verhuisde?
Klopt, na een ingewikkelde juridische strijd. Heel kort: In 2021 kwam een nieuw schip in de Oosterhaven te liggen, het oude pannenkoekenschip van Almere. Het restaurant ging het oude schip aan het Schuitendiep verlaten om in de Oosterhaven een nieuw leven op te bouwen.
't Pannekoekschip van de Oosterhavenbrug. Foto: Carleen de Jong
Omwonenden en ondernemers vreesden geluidsoverlast, verkeersdrukte en de stank van gebakken deeg. Ook over de rol die de gemeente in de procedure speelde was onvrede. Dit hoofdstuk is nog niet volledig afgesloten, maar het restaurant zit toch al anderhalf jaar in de Oosterhaven. Hoog tijd voor een bezoek. Want jullie zijn hier natuurlijk om te lezen over het eten.
Hoe is het?
Alles aan de inrichting is precies zoals ik me herinner van mijn laatste bezoek, al was dat nog in het vorige schip. Houten tafels, houten banken, houten muren. Alles hout. Een piraat bij de ingang. Een piraat die aan een touw aan het plafond hangt. Kleine raampjes met uitzicht over het water en de kade. Het is ontzettend warm, mede door de open keuken waar aan de lopende band pannenkoeken worden geflipt.
Het schip zit vol met kleine raampjes. Foto: Carleen de Jong
We zijn met vijf kritische eters: mijn 16-jarige neefje, 14-jarige nichtje, hun oom en zijn vriendin. Een keuze maken van de enorme kaart is voor allen moeilijk. Ga je voor klassiek en simpel (kaas en spek bijvoorbeeld) of juist voor een extravagante van het deel van de kaart waarboven ‘Van over Zee’ staat?
Het worden een Zweedse (appel, rozijnen, kaneelijs en slagroom), Turkse kapsalon (kipshoarma, uitjes, paprika, tomaten, sla, komkommer, kaas, frites en saus), een Mexicaanse (kaas en rundergehakt meegebakken met de pannenkoek, ui, paprika, nog meer kaas, bosui, tortillachips, zure room en quacamole), Hollands Glorie (spek, kaas, ui, champignons en paprika) en een ham, kaas, ui.
Ham, kaas en ui pannenkoek en de Mexicaanse pannenkoek. Foto: Carleen de Jong
Stuk voor stuk oké pannenkoeken. Goed gebakken, gloeiend heet rechtstreeks uit de pan op het voorverwarmde bord. De Zweedse pannenkoek is lekker zoet en de rest precies hartig genoeg. Een voorbeeld van: focus je helemaal op één ding (de pannenkoek) en perfectioneer dat volledig. Maar: geen enkele smaak is echt uitgesproken. Alles is subtiel en geschikt voor iedereen. De Mexicaanse pannenkoek had ook lekker pittig kunnen zijn. De Turkse kapsalon had meer knoflook kunnen hebben.
Maar de pannenkoeken van ‘t Pannekoekschip moeten niet al te polariserend zijn. Want dat past niet bij een familierestaurant. Bovendien is dit qua snelheid en efficiëntie in de keuken net een fabriek. Dat blijkt ook uit de ingrediënten: allemaal van gemiddelde kwaliteit en groot ingeslagen. De guacamole, bijvoorbeeld, is duidelijk niet zelfgemaakt.
De Turkse kapsalon pannenkoek, Hollands Glorie en de Zweedse pannenkoek. Foto: Carleen de Jong
Ik (met de bloem-melk-eierenbaby die mijn buik inmiddels bijna laat ontploffen) vraag me halverwege mijn Mexicaanse pannenkoek af of ik niet beter een simpele pannenkoek met spek en kaas had kunnen nemen. Ik vermoed dat hier geldt: hoe simpeler, hoe beter. Ook al noemde onze serveerster haar favoriet (spek en appel) ‘een beetje saai.’
Hoe doet de bediening het?
Maar liefst twee keer in het uur dat we aan tafel zitten, komt een serveerster met een kleine vuurwerkpluim langsgelopen. Aan tafel wordt gezongen voor de jarige. Bij een andere tafel krijgt een kindje een klein poppetje om mee te spelen. Nog in de verpakking, wat doet vermoeden dat het een cadeautje is dat ze mag houden. Ons drinken en de pannenkoeken staan razendsnel op tafel. Kortom: bijna alles loopt net zo soepel als de enorme sloten olie die in de pannen verdwijnen. Alleen om af te rekenen moeten we moeite doen: niemand lijkt even door te hebben dat we zitten te wachten op aandacht.
Alles in 't Pannekoekschip is van hout. Foto: Carleen de Jong