Galway, de Ierse havenstad aan de wilde Atlantische kust van Ierland, is rap op weg een culinaire en vloeibare bestemming te worden. Dus schoven we met een aantal Ierse meisjes aan diverse tafels en bars.
She played the fiddle in an Irish band zong Ed Sheeran in zijn hit Galway Girl. En de Amerikaan Steve Earle zong in zijn gelijknamige Ierse folksong her hair was black and her eyes were blue. Vanavond horen we zowel een violiste en praten we met een zwartharige en blauwogige dame in Tigh Cóilí, maar de Galway Girl in de hand is een biertje. Een ‘mistige’ IPA, gebrouwen in het naburige dorpje Oranmore door de brouwerij Galway Hooker. En nee, die hooker is geen dame van lichte zeden, maar een benaming voor een traditioneel vissersschip, waarmee de woeste baren van de Atlantische Oceaan werden weerstaan.
Tigh Cóilí in Galway.
En er kwamen wel meer schepen in de havenstad Galway, waar de rivier Corrib uitmondt in een afgeschutte baai aan de Ierse westkust. De stad was een voorname handelsstad in de zeventiende eeuw. Uitgebreide handelscontacten met Frankrijk en Spanje brachten rijkdom en voorspoed – en misschien ook wat zwarte haren bij de blauwogige Galway-meisjes. In de eeuwen erna trad het verval in. In het midden van de negentiende eeuw werd het achterland van de stad, vooral het arme Connemara, getroffen door The Great Famine, de grote hongersnood na de mislukte aardappeloogsten die een miljoen mensen het leven kostte en nog eens miljoenen deed emigreren naar Engeland en Amerika.
Nieuw elan voor Galway
Maar zie, het kan verkeren: heel veel Amerikanen – al dan niet van Ierse afkomst – keren terug. Als toeristen of als investeerders in de snel groeiende techsector in de stad. De universiteit trekt steeds meer studenten. Geld en jeugd geven Galway een nieuw elan, de straten bruisen als nooit tevoren. Kroegen zitten stampvol en nieuwe restaurants worden druk beklant. En lekkere winkels schieten als paddenstoelen uit de grond.
High Street in Galway.
Daarom maken we maar eens een tour door de straten. Waarbij het centrum behoorlijk overzichtelijk is, de stad is niet groot. We worden aan de hand genomen door Donny van Galway Food Tours, die ons een snelle introductie geeft. Langs de marktstalletjes die tussen Shop Street en Market Street staan, waar je boerenwors kunt krijgen – Zuid-Afrikaans-Iers – of bij de Beantree een biologisch aardappelerwtengerecht. Eet een ijsje bij Murphy’s – we raden de Dingle Gin en Chocolate Whiskey aan – en bij Truffle proeven we de lekkerste chocolaatjes en een croissant gevuld met frambozenpuree.
In de rij voor Murphy's icecream in Galway.
Zo tegen het einde van de dag schuiven we aan bij McSwiggans, een steak&seafood-restaurant annex pub waar een Oyster Rockefeller – gegratineerd met kruiden en parmezaan – wordt geserveerd en we een Guinness wegslobberen. Ooit een oude markthal, probeert McSwiggans de klassieke Ierse pub in ere te herstellen. Dus met ‘snugs’, kleine, privézitruimtes met houten lambrisering die zich meestal bij de bar of achter een afscheiding bevindt. Daar konden vrouwen wat drinken zonder gezien te worden door andere gasten in het hoofdgedeelte van de pub. Soms is er zelfs een aparte ingang voor de snug-gasten bij de pub.
McSwiggan's in Galway.
Kroegentocht op z’n Iers: pub crawl
Het is een mooi begin van een pub crawl, een kroegentocht, en het moet gezegd: aan de Quay Street die overvloeit in de High Street en vervolgens de Shop Street vloeit de drank rijkelijk. In je eentje een Galwegian kroeg ingaan betekent dat je binnen de kortste keren met mensen aan de praat raakt. Zoals met Paul, een tv-producer die meteen zegt wat de beste pubs zijn. Dat hij Tigh Neachtain noemt is niet verwonderlijk, want daar zitten we namelijk. ,,De enige kroeg waar geen tv met sportwedstrijden aan staat”, roemt hij de kroeg.
Tigh Neachtains in Galway.
Tigh Neachtain is een droom van een pub, met een mengeling van jong en oud publiek, plezierig lawaai, oude film- en muziekposters en een barman die je bij binnenkomst aankijkt, op een bierpomp wijst en bij een knik inschenkt. Zonder woorden, maar meteen duidelijk. We schuiven door naar Tigh Cóilí, waar Polín – met haar zwarte haar en blauwe ogen – me wegwijs maakt in de verschillende bieren en alvast een rijtje geeft waar we zeker nog heen moeten. ,,Voor het feestgedruis naar The Quay, voor een met liefde getapte Guinness naar A Bunch of Grapes. En je kunt ook nog altijd naar West End, aan de andere kant van de rivier. Naar The Crane, daar hebben ze de beste trad music.” ‘Trad’, Ierse folk dus, en dat maakt iedere bezoeker vrolijk.
Van stamppot tot streetfood
Naast de vele pubs is er in het nieuwe Galway ook steeds meer ruimte voor uitstekend eten. Tuurlijk, er zijn nog restaurants met traditionele stamppotten als colcannon of champ of een beef & Guinness stew, maar voor een acai-bowl, een Braziliaanse lunch of Xi’An Chinese streetfood kun je ook terecht. Voor een zeer prettig Iers-internationaal maal schuiven we aan bij Rúibín, gevestigd in een prachtig stenen gebouw en gelegen aan de oude haven van de stad. Het interieur is licht, modern en comfortabel. Rúibín wordt gerund door Alice en Richard die zich richten op lokale, seizoensgebonden Ierse ingrediënten die in hun bereiding een internationale twist krijgen. De geroosterde heilbot komt bijvoorbeeld met ajo blanco, slak, zeekraal en ‘nduja. De rijstpudding als dessert is daarentegen weer ouderwets, maar brengt tranen van nostalgie.
Een nieuweling is Darog’s Wine bar, opgezet door het Hongaars-Ierse stel Edel en Zsolt Lukács. Zsolt was sommelier bij het restaurant Aniar (één Michelinster) aan de overkant van de straat, maar wilde iets voor zichzelf. Het werd dus een wijnbar die werd aangekleed met ‘food to share’. Een succesvol concept, en niet alleen door de fraaie hapjes: de wijnlijst is prachtig, met kleine producenten en onverwachte parels uit soms onbekende streken. Overigens schieten ook wijnbars als paddenstoelen uit de grond in Galway. Als we teruglopen naar het hotel komen we Paul weer tegen, de stad is immers klein. Hij troont ons mee naar Sheridan’s, een wijnbar waar een perfecte pairing met kaas wordt geboden. Niet geheel toevallig, want beneden de bar zit Sheridan’s Cheesemongers, met een prachtige selectie van Ierse kazen en van verder weg.
Seafood met de smaak van de streek
Galway ligt aan the Wild Atlantic Way, de toeristische (auto)route langs de ruige westkust van Ierland. Een schitterende kustweg voert ons naar Keeraunagurk, Ballynahown, waar moeder Cindy O’Brian en dochter Sinead samen Mungo M. Seaweed bestieren. Waar we na een informatieve wildpluk langs de kust een prachtige lunch krijgen met zeewier – denk aan in tempura gefrituurd, aan een salade – en abalone. De abalone is een soort zeeslak die de familie hier in bassins kweekt en exporteert naar high end restaurants in Dublin en Londen. Of ze hier serveert in een heerlijke salade.
Abalone salade bij Mungo.
Oesters zijn er natuurlijk ook volop aan de Ierse kust – ze worden in grote hoeveelheden naar de toprestaurants in Nederland en andere delen van de wereld geëxporteerd. De oesters die we bij de oesterkwekerij van David Keane van DK Connemara Oysters in Letterfrack proeven zijn van een gulle ziltheid, die volgens David de essentie van de streek bevatten. „Ze nemen de smaak aan van de omgeving, van het water dat vanaf de heuvels van Connemara de Atlantische Oceaan instroomt en de oesterbedden voedt met gras, turf en geschiedenis.”
Oesters in alle soorten en maten bij David Keane
We slurpen een dozijn naar binnen, maar we zijn nog niet klaar met de tweekleppigen. ’s Avonds schuiven we nog even aan voor een seafood-maal bij Moran’s Oyster Cottage in Weir, iets ten zuiden van Galway. In de baai worden de oorspronkelijke platte oesters geoogst, en de Japanse oesters gekweekt. Die komen op het bordje van Moran’s, eind achttiende eeuw begonnen als pub voor de vissers maar sinds de jaren zestig een van de populairste seafood-restaurants van de regio. Met aan het roer de zevende generatie Moran, William. Die al die oester-, zalm- en andere visgerechten begeleidt met een puike wijnkaart en – desgewenst – een Ierse whiskey of poitín, een lokaal distillaat van de Micil distillery. Gelukkig staat er een taxi klaar.