Roeken geven overlast, worden ze soms illegaal geschoten? Foto: Pixabay
Vogelpoep en schel gekra-kra bezorgen roekenhaters een rode waas. Waarom mogen die dieren niet geschoten worden? En gebeurt het niet stiekem?
„Schiet er maar een schot hagel door’’, sprak een gefrustreerde buurtbewoonster uit Heerenveen in 2006 in de Leeuwarder Courant. In 2014 ging een 18-jarige jongen uit Winsum voor de bijl. Hij stond onder de boom hagel op de dieren te schieten, met de luchtbuks van zijn vader. Ter plaatse vonden agenten een dode roek aan de voet van de boom.
Schieten mag niet: de inheemse vogels zijn beschermd in de Omgevingswet. Dat was niet altijd zo. In de jaren vijftig en zestig ging het aantal roeken in Nederland hard achteruit, de grote zwarte vogel werd veelvuldig afgeknald en ging bovendien dood door pesticiden in de landbouw.
Op het dieptepunt telde dit land nog maar 10.000 broedpaartjes. Daarom kwam de vogel in 1977 op de lijst met beschermde vogels en steeg het aantal naar 64.000 paartjes. Sinds 2000 neemt het aantal roeken weer langzaam af. Er zijn nu zo’n 55.000 broedparen. In Noord-Nederland is de roek vrij algemeen.
Zelfs roeken schieten ten behoeve van de landbouw ligt moeilijk. De rechter verbood afschot in Groningen vorig zomer nadat de provincie dit toestond.
Dat betekent niet dat het niet gebeurt. „Zal ik even met de luchtbuks…?” Dat er soms illegaal op de dieren wordt geschoten, is zeker. Dat weet Hetty Sinnema van de De Fûgelhelling in Ureterp als geen ander. In haar wildopvang komen gewonde vogels uit heel Noord-Nederland terecht, ook aangeschoten dieren.
,,Soms denk ik bij een binnengekomen vogel: het zou me niets verbazen als-ie is beschoten. Dan zie je bijvoorbeeld een klein rond gaatje. En ik haal er weleens een metaaldetector overheen. Maar ja, er wordt ook veel geschoten met plastic kogeltjes.”
In Appingedam, Emmen en Oudeschans zullen veel bewoners er niet wakker van liggen. In de afgelopen maand deed DVHN verslag van klachten op deze drie plekken. Maar er zijn nog talloze plaatsen waar mensen overlast ervaren.
‘Je moet ze op heterdaad betrappen’
Als ze kogelgaatjes ontdekt, doet Sinnema melding bij uitvoeringsorganisaties of de NVWA. Maar de dader is nooit terug te vinden, stelt Sinnema. „Bij dit soort zaken moet je iemand op heterdaad betrappen.”
Een aangeschoten vogel – meestal een roek, soms een kraai – komt zo’n vijf keer per jaar binnen, schat Sinnema. Dat is waarschijnlijk het topje van de ijsberg. „Ik wil het niet te groot te maken, want ik wil niet geloven dat er mensen zijn die dieren zó kwaad doen. Maar tegelijkertijd vrees ik dat het meer gebeurt dan we denken.”
Ze snapt wel dat niet iedereen weg is van de roek. Het mooiste zou zijn als de dieren naar rustige plaatsen worden gejaagd, vindt Sinnema. „Neem het tankstation langs de A7 bij Heerenveen. Daar zit een kolonie in alle rust. Samen in gesprek voor zulke oplossingen is goed. Dat helpt meer dan een individu die ergens doorheen schiet. Daar krijg je alleen maar lijden van.”
Hagel zo te kopen
Dat ‘ergens doorheen schieten’ is trouwens niet zo ingewikkeld om te regelen. Een luchtdrukgeweer met bijbehorende hagelpatronen is door iedereen te kopen. Bij Staaloutdoor in Drachten bijvoorbeeld. ,,Die zijn bedoeld voor op schietkaartjes”, verklaart een medewerker. Tja, met zo’n schot hagel schiet je meteen een heel kaartje aan flarden. „Sommige mensen vinden dat mooi.”
In de openbare Facebookgroep ‘Rattenvangen en bestrijden’ biecht een man op dat hij er ‘altijd raak’ mee schiet op ratten. In de reacties beamen meerdere personen deze praktijk.
Cijfers zijn er niet
Hoe vaak de geweren worden gebruikt voor roeken blijft ongewis. De politie houdt daar geen gegevens over bij, verklaart een woordvoerder.
Debbie Seubers van Dierenambulance Groningen ziet aangeschoten roeken in ieder geval nooit voorbijkomen. „Ik heb geen bewijs dat roeken illegaal worden geschoten. Maar als ze worden geschoten en ze vallen uit de boom, kunnen wij ze niet meer traceren.”
Seubers heeft trouwens een andere oplossing voor het roekenprobleem: niet zo aanstellen. „Ik weet dat er veel overlast is. Dan denk ik: tja… In ons dorp zit ook een roekenkolonie, die horen daar gewoon. Mensen ervaren wel heel snel overlast tegenwoordig.”