Yljo van Donselaar voor het aanmeldcentrum in Ter Apel. Afgelopen jaar was dit het epicentrum van de vluchtelingencrisis. Van Donselaar kon niet blijven stilzitten en besloot te helpen. Foto: Corné Sparidaens
Traditiegetrouw blikt Dagblad van het Noorden aan het eind van het jaar terug op de voorbije twaalf maanden. Tot en met 31 december spreken we elke dag met hoofdrolspelers over een belangrijk nieuwsfeit van die maand. In juni ziet Yljo van Donselaar vanuit zijn tuin in Ter Apel hoe de vluchtelingencrisis steeds verder escaleert. Hij besluit te helpen.
De vrouw van Yljo van Donselaar (29) verwachtte het al. Als Yljo begint met het helpen van vluchtelingen, dan doet hij dat met volledige toewijding en gaat ze hem een stuk minder zien. Hij kan er wel om glimlachen. ,,Dat is ook gebeurd’’, erkent hij. ,,Ik verlies heel erg de rest als ik bezig ga met iets dat mij aan het hart gaat.’’
Zo werd Van Donselaar het vaste gezicht bij het aanmeldcentrum in Ter Apel, het epicentrum van de vluchtelingencrisis dit jaar. Vooral deze zomer was sprake van mensonterende omstandigheden. Honderden vluchtelingen moesten dagenlang voor het aanmeldcentrum wachten voordat ze naar binnen mochten. Er was een capaciteitsgebrek en noodopvanglocaties kwamen met enorm veel moeite van de grond.
‘Het werd alleen maar erger’
Inmiddels is het winter. Van Donselaar weet dat het asielsysteem nog aan alle kanten piept en kraakt. Hij blijft waakzaam.
In de aanbouw achter zijn huis ligt een banketstaaf naast de koffie. Hij wijst richting het azc. ,,Vanuit mijn tuin kon ik zien dat ze daar grote luifels plaatsten.’’ Daaronder konden asielzoekers de schaduw opzoeken. Dat was hard nodig; het was snikheet en er viel haast geen regen. De asielzoekers, sommigen met wonden van het lopen, zaten op elkaars lip.
Yljo herinnert zich nog goed dat bij het plaatsen van die tenten zijn onrust ontstond.
Politieagenten fouilleren asielzoekers en nemen tenten in beslag in Ter Apel. Foto: Archief DVHN
,,Ik fietste daar toen ’s avonds vaak langs met mijn twee kinderen. Ik zag dat de situatie alleen maar erger werd.’’ Het voelde raar, zegt hij. Terwijl hij zijn peuter en baby naar een zacht bedje kon brengen, was de situatie nog geen kilometer verderop nijpend. ,,Dan ging ik met een heel dubbel gevoel slapen. Kinderen huilden omdat hun vaders buiten moesten slapen.’’
Hij besloot te helpen. Eerst sloot hij zich aan bij groepen vrijwilligers die al de handen uit de mouwen staken. ,,Er waren daar toen al wel mensen bezig, zoals Roos Ykema van MiGreat. Bijvoorbeeld met het uitdelen van eten en praten met mensen.’’
Op de zorgboerderij waar Van Donselaar werkte, vonden ze de hele vluchtelingencrisis machtig interessant. Via het nieuws hadden de cliënten wel het een en ander meegekregen, zegt hij. ,,En ze wisten dat ik er tussen rondliep.’’
Tenten in beslag genomen
De zorgboerderij is van zijn ouders en staat in Emmer-Compascuum, niet ver van Ter Apel. De cliënten hebben een verstandelijke beperking of gedragsproblemen. ,,Ze vroegen of ze een keer mee konden’’, zegt Van Donselaar. ,,Dat heb ik toen gedaan. IJsjes uitdelen.’’
Het was mooi om te zien, vertelt hij. Waar zijn cliënten normaliter juist afhankelijk zijn, konden ze nu iets voor een ander betekenen. ,,Met knuffels en handgebaren begrepen ze elkaar. Ik zag dat dit goed ging.’’
Eten en opwerptentjes werden uitgedeeld. Niet alleen door MiGreat, maar ook door de Groningse ondernemer Willem Straat. ,,Dat waren er wel echt veel, ze waren zo weg.’’ Vrij letterlijk, want handhavers en agenten namen de tenten gelijk in beslag. Niet veilig, te onrustig, onhygiënisch, het waren allemaal argumenten die werden aangedragen.
De tenten kregen ze pas maanden later terug. Veel te laat, zegt Van Donselaar. ,,De vluchtelingen hadden de tentjes hard nodig.’’ Daar komt bij dat de tenten onder de kattenpis zaten toen die eindelijk werden teruggegeven. Onbruikbaar dus. Uiteindelijk werd een vergoeding betaald.
Yljo van Donselaar hielp elke dag bij het azc. Foto: Jaspar Moulijn
Kat-en-muisspel
De inbeslagname was het begin van een kat-en-muisspel, waarbij Van Donselaar bleef proberen te helpen met tenten. Mochten ze niet meer voor het azc worden uitgedeeld? Dan stond hij wel bij de rotonde die anderhalve kilometer verderop ligt. Daar mochten de tenten wél worden uitgedeeld. ,,De vluchtelingen hadden er geen probleem mee om 3 kilometer te lopen voor een tent.’’
Van Donselaars rol als vrijwilliger werd steeds groter. Het lot van de vluchtelingen kon hij niet loslaten en hij woonde immers vlakbij het centrum. ,,Ik was goed te bereiken en sommige vrijwilligers moesten van ver komen.’’ Na zijn 24 uursdiensten op de zorgboerderij ging hij direct door naar het azc. Thuis was hij te weinig, geeft hij toe.
Nadat de grootste ellende voor de poorten met horten en stoten was opgelost, werden de luifels verwijderd. De herfst kwam inmiddels al om de hoek kijken, en daarmee regen, plassen water en kou. ,,Vluchtelingen die aankwamen, hadden helemaal niets meer en moesten in de regen staan.’’ Hele gezinnen met kinderen zag hij natregenen. ,,Ze hadden geen eten, geen kleding, niets.’’
Kinderen van vluchtelingen spelen bij een plas water na een stevige regenbui. Foto: MiGreat
Pas na veel aandringen werd opnieuw een overkapping gemaakt waaronder vluchtelingen konden wachten. Met vrijwilligers van vooral de kerkgemeenschap uit het dorp loopt hij nu iedere avond drie rondes om het azc, om er zeker van te zijn dat iedereen hulp krijgt en dat niemand buiten slaapt. Het kost nog steeds veel van zijn tijd, want bovenop het werk bij het azc verspreidt hij ook nog hulpgoederen bij noodlocaties.
In oktober wilde Van Donselaar stoppen. Het vrijwilligerswerk was amper vol te houden naast zijn gewone baan en zijn gezin. MiGreat kwam met de oplossing: bij de hulporganisatie in dienst treden, zodat hij kan blijven helpen. Met overgave. Hij kan nu eenmaal niet anders.