Nederland wil meer vrouwen op leidinggevende posities. Is er zoiets als ‘vrouwelijk’ leiderschap? In deze laatste aflevering van de serie Topvrouwen een gesprek met professor Janka Stoker over het vrouwenquotum, de glazen rots, en waarom topvrouwen zich geen topvrouwen willen noemen.
Goede leiders zweven niet. Die woorden prijken op het prikbord in de werkkamer van Janka Stoker. Het is de titel van het boek dat ze in 2018 samen met Harry Garretsen schreef, over effectief leiderschap. Over leiders die niet achter hypes aanlopen, die het verschil maken.
Als het over leiders gaat, in zekere, dan wel onzekere tijden; Stoker is als hoogleraar leiderschap en organisatieverandering een van de meest geciteerde specialisten op dit vakgebied. Ze is geregeld te horen en zien in de media, geeft lezingen, maakt een podcast over leiderschap in onzekere tijden, schrijft boeken. En toch…
Zou ze zichzelf geen topvrouw noemen.
Ik sprak voor de serie Topvrouwen zeven vrouwen op leidinggevende posities. Vrouwen die aan de knoppen draaien. Zelfverzekerde vrouwen die prijzen hebben gewonnen, successen behaald. Geen van allen wilde zichzelf een topvrouw noemen. Waarom toch niet?
,,We vinden het van vrouwen moeilijker om te accepteren dat ze zeggen: ja hoor, ik sta aan de top. Vrouwen zeggen vaak: ik doe gewoon mijn werk. Want vrouwen horen een beetje bescheiden te zijn. Bruggen bouwen. Verbinden. En wat mijzelf betreft: ik vind dat woord ook een beetje mwah. Er zijn zoveel mensen die hoogleraar zijn, als je een topvrouw wilt, kun je beter met de rector magnificus gaan praten, ik ben ‘maar hoogleraar’ en daar zijn er vele van. Bovendien hebben we allemaal een bepaald beeld van leiders aan de top en dat spoort ook niet met hoe we naar vrouwen kijken – die horen zichzelf niet op de borst te kloppen en te zeggen dat ze de beste zijn.’’
Wat is dat beeld?
,,Bij ‘top’ denken we aan ‘leiders’ en bij leiders denken we aan daadkrachtig en dominant zijn, richting geven. Dat soort stereotiepe masculiene kenmerken associëren we eerder met mannen dan met vrouwen. Met vrouwen associëren we eigenschappen die daar haaks op staan. Zachtheid, bescheidenheid, luisteren. Dat maakt dat vrouwen op leidinggevende posities last hebben van die twee stereotypes. Omdat ze moeten tonen dat ze goede, daadkrachtige, leiders zijn en aan de andere kant ook moeten laten zien dat ze een goede vrouw zijn.’’
En geen bitch.
,,Ja. Je ziet in het gedrag van leidinggevende vrouwen dat ze daar een beetje tussen moeten schipperen en misschien ook wel denken: ik ben niet de baas, ik werk hier gewoon. Jezelf op de borst slaan vinden we van mannen misschien al wat arrogant, maar van vrouwen vinden we het vaak nog net iets vervelender.’’
We hebben het vaak over het glazen plafond waar vrouwen doorheen moeten breken. Verraderlijker is de ‘glazen rots’ waar vrouwenleiders op belanden. Kun je dat uitleggen?
,,Een RuG-collega van ons, Michelle Ryan, onderzocht hoe het komt dat vrouwen op leidinggevende posities komen als het slecht gaat met de organisatie of het bedrijf. Wat bleek: omdat dat een signaal is naar de buitenwereld. Kijk, het gaat nu slecht, maar we gaan het héél anders doen. Een enorme kans voor vrouwen, zou je zeggen, fijn dat ze eens bedenken dat ze ook geschikte leiders zijn, maar dit zijn lastige posities, en dat noemen we een glass cliff- een glazen rots.’’
Want niet alleen moeten ze bewijzen dat ze het goed doen, maar ze zijn ook nog eens een vrouw?
,,Precies. Ze moeten in een lastige situatie, want het gaat al slecht, als een soort wonderwoman de boel omdraaien. Nou is het niet zo dat alle vrouwen die aan de top komen daar vanuit zo’n situatie zijn beland. Maar het is wel zo dat in sommige situaties een vrouw naar voren geschoven wordt omdat ze zogenaamd iets beter zou kunnen.’’
Verbinden?
,,Ja. De belangrijkste reden om een vrouw aan te stellen als het slechter gaat is: we gaan zichtbaar een andere koers varen -ze ziet er echt anders uit dan haar mannelijke voorganger- en we hebben nu ‘vrouwelijke’ kwaliteiten nodig. Verbinden inderdaad, en luisteren, conflicten oplossen, en die dichten we de nieuwe vrouwenleider toe. Terwijl een man dat misschien net zo goed kan.’’
Dus het heeft te maken met beelden over mannen, vrouwen én leiders, en dus niet met wat jij als persoon kunt?
,,Exact! Daarom hebben mannen het in leidinggevende posities makkelijker, omdat ze als man automatisch leidinggevende kwaliteiten toedichten krijgen, waar we bij vrouwen dus aan twijfelen. Denken in stereotypen werpt vooral voor vrouwen obstakels op. Als zij een leidinggevende positie wil, wordt er sneller gedacht: kan deze vrouw dat wel? Je moet je dus meer bewijzen voordat je op die plek komt. En als je daar eenmaal zit, moet je het ook heel erg goed doen. Je moet én ‘feminien’ verbinden én ‘masculien’ richting geven. Je wordt als vrouw tegen een hogere meetlat gezet.’’
Het is dus: balans zoeken.
,,Vooropgesteld: deze stereotypes over het leiderschap van mannen en vrouwen kloppen niet. Uit ons eigen onderzoek onder duizenden leidinggevenden blijkt dat vrouwen hoger scoren dan mannen op zowel het meer ‘vrouwelijke’ participatief leiderschap (samen beslissingen nemen) áls op directief leiderschap, waarvan je zou kunnen zeggen dat het ‘masculien’ is: mensen duidelijke taken geven. Vrouwen geven dus niet ‘vrouwelijker’ leiding!’’
,,De enige stijl waar mannen hoger op scoren is de ‘laisser-faire’ stijl. Dat is passief leiderschap. En let op: dit is géén effectieve stijl. Maar ook dit wijst niet op een aangeboren verschil in leiderschap tussen mannen en vrouwen. Het laat ziet dat ook middelmatige mannen die niet zo goed kunnen leidinggeven, toch op zo’n positie terecht komen, omdat we denken dat ze dit wel kunnen.’’
Hoe belangrijk is het vrouwenquotum?
,,Belangrijk. De Raden van Commissarissen van beursgenoteerde bedrijven moeten voor een derde uit vrouwen bestaan. Daar zijn de percentages echt wel toegenomen. Vervolgens zie je niet, en dat weten we uit onderzoek, dat dat automatisch doorsijpelt naar de bestuurslagen van het bedrijf. Het trickle-down effect is laag.’’
,,Het is dus niet zo dat als je zorgt voor meer vrouwelijke commissarissen, het automatisch tot meer vrouwen op andere leidinggevende posities leidt. Maar onderdeel van de wet is ook dat een grote groep bedrijven ieder jaar moet laten zien hoe het staat met het aantal vrouwen op managementfuncties, wat de streefcijfers zijn en wat ze daaraan gaan doen. Dus er zit ontwikkeling in, maar het gaat langzaam. Het World Economic Forum doet ieder jaar een onderzoek naar de wereldwijde Gender Gap waarin op basis van allerlei indicatoren wordt gekeken naar gendergelijkheid. Het duurt nog 134 jaar voordat dat in balans is, Nederland staat op plaats 28 van de 146.’’
Waarom duurt het zo lang, ook in Nederland?
,,Wij hebben in Nederland conservatieve normen over vrouwen en over wat goed is voor kinderen en wie daarvoor zorgt. Kinderen opvoeden is een vrouwending; gebruik maken van anderen die dat voor ouders zouden kunnen doen is slecht voor het kind. Waardoor je als vrouw dus heel snel in de deeltijdval trapt. Moeders gaan drie dagen werken. En als je carrière wilt maken of een managementpositie wilt, wordt dat moeilijk.’’
Maar we kunnen toch gewoon ménsen op de beste positie zetten?
,,Zeker! Als we dat goed zouden kunnen, zou dat natuurlijk fantastisch zijn. Maar zo werkt het niet. Bij selectie heeft iedereen last van eigen normen en aannames, die je keuze vertroebelen. Je kiest iemand die op je lijkt. Het vrouwenquotum is een voorbeeld hoe er meer gelijke kansen kunnen komen. Want er zijn onder vrouwen net zoveel goede leiders als onder mannen, alleen: we hebben andere stereotiepe beelden van ze, en we twijfelen er meer aan of ze het wel kunnen. Natuurlijk wil je uiteindelijk naar mensen kijken. Maar dat kan pas op het moment dat je je bewust bent van het feit dat je die vooroordelen hebt.’’
Zou één vrouw ook het verschil kunnen maken kunnen in de Raad van Commissarissen?
,,Als je één vrouw in die raad zet, wordt ze gezien als ‘de vrouw.’ Als jij in je eentje verschilt van de anderen, dan denken we ook dat je heel anders bent. Moet je bijvoorbeeld heel erg je best doen om aan het woord te komen. Wat je wilt met dat vrouwenquotum is dat er meer van alles is, waardoor tegelijkertijd, heel paradoxaal, die diversiteit minder zichtbaar wordt. Zijn er meer vrouwen, dan is dat vrouw-zijn geen issue meer.’’
En dan is er nog het fenomeen TSAHIJDL, There’s Something About Her I Just Don’t Like, dat vrouwen op topposities treft. Zoals Hillary Clinton.
,,Dat heeft dus te maken met: ben je nou een goede vrouw of ben je een goede leider? En je kunt haast niet allebei zijn! Hillary wist dat dit een van de grootste obstakels zou zijn in haar strijd om het presidentschap. Ze moest een sterke leider zijn die om 3 uur ‘s nachts de telefoon op zou nemen als er oorlog met Rusland is. En ze moest een goede vrouw zijn. Dus een van de eerste dingen die ze inzette was een listening tour, met de bus het land in, luisteren naar de kiezers. Ze voegde daarmee een stereotiepe ‘vrouwelijke’ eigenschap toe aan het beeld van een goede leider.’’
,,Toen ze het in debatten tegen Trump opnam heeft ze geprobeerd om steeds rustig en kalm te reageren. Wat we van vrouwen vervelend vinden is dat ze emotioneel worden en boos, want emotionele vrouwen zijn al helemaal geen goede leiders. Ook hield ze haar stem laag, want we waarderen leiders met een hoge stem minder. Waardoor mensen gingen denken: maar wie is ze nou echt? Uiteindelijk werkte dit dus ook niet.’’
De vrouwen die ik de afgelopen weken sprak, hadden bijna allemaal ouders die hen op de een of andere wijze inspireerden en stimuleerden. Jouw moeder is Mineke van Essen, emiritus hoogleraar genderstudies. Hoe ging dat in jouw jeugd in Paterswolde?
,,Ik ben in de jaren ’70 opgegroeid, in mijn klas waren er nog niet zoveel kinderen met werkende moeders en er waren toen wel mensen die dachten dat dat voor mijn broer en mij toch een beetje zielig was. Maar voor ons was het heel normaal dat vrouwen, naast moeder zijn, dingen konden doen die ze leuk vonden.’’
Zij hield niet van moederdag, heb ik begrepen.
,,Nee nee, helemaal niet. Maar ik moest natuurlijk ieder jaar wel een werkje maken voor moederdag, en op je 7de zeg je niet tegen je juf of meester: mijn moeder wil niks. Dus ik maakte cadeautjes met een knipoog. Dan maakte ik een schilderijtje van een feministisch vuistje.’’
Was ze een rolmodel?
Ze was nog geen hoogleraar toen ik jong was, ze gaf geschiedenisles, en in die zin was ze geen rolmodel voor me, want lesgeven leek me toen helemaal niet leuk. Ik denk wel dat mijn moeder zelfvertrouwen aan ons heeft meegegeven. Maar niet alleen ouders zijn daarin belangrijk. Het maakt ook heel erg uit of je gedurende je loopbaan mensen om je heen hebt die tegen je zeggen: waarom zou je dat niet kunnen?’’
Heb jij in je carrière te maken gehad met seksisme?
,,Met goedbedoeld seksisme wel. Dat is misschien de vervelendste vorm, omdat je pas daarna denkt: wat een rare opmerking was dat eigenlijk en te verbouwereerd bent om er meteen op te reageren. Ik probeer dat te pareren met humor. Ik denk dat veel vrouwen dat doen. Dat je het dus niet laat lopen, maar ook niet zo reageert dat het confronterend is.’’
,,Als ik als expert in een forum zit en het gaat over de inhoud, durf ik heus wel snoeihard in te gaan tegen iemand als Jort Kelder. Maar met name als je iemand niet zo goed kent, kan confronteren ongemakkelijk worden. Ik zit nog even te denken over een voorbeeld…’’
De taart?
,,Ja. Ik werkte nog als adviseur bij Berenschot, ik zat een bijeenkomst met Brabantse managers voor, allemaal mannen. Eén van hen had een taart besteld, die werd binnengebracht en daarna zat hij naar mij te kijken met dat mes. Of ik ‘m maar even wilde aansnijden? Toen heb ik iets gezegd als ‘bij ons boven de rivieren snijdt de jarige altijd de taart aan’. Dus niet: ‘hallo, ben jij betoeterd, snij zelf die taart.’ Ook omdat hij een klant was.’’
En als hij een collega was geweest?
,,Dan had ik het scherper geformuleerd. Bovendien is dit bijna 25 jaar geleden hè. Het is in organisaties wel steeds normaler geworden om er iets van te zeggen en dan heb je een grote kans dat iemand je bijvalt. Dat is enorme winst. Metoo heeft ook onder de aandacht gebracht dat sommige dingen niet normaal zijn, maar zo lang niemand er wat van zegt, blijft het wél de norm.’’
Welke rol speelt het uiterlijk? Sommige vrouwen willen juist extra zichtbaar zijn als vrouw. Trekken een roze jurk aan te midden van grijze pakken.
,,Als man kun je zeggen: ik trek gewoon een pak aan. Als vrouw word je harder beoordeeld op uiterlijk. Iemand die de briljantste oplossing ever had was Angela Merkel. Die droeg altijd hetzelfde mantelpak, dat ze in tachtig kleuren had aangeschaft. Ze dacht: ik kan geen pak aan met een das, want ik ben een vrouw, dus ik kies voor iets vrouwelijk kleurigs, maar ook steeds hetzelfde. Dan gaan ze niet de hele tijd praten over mijn schoenen of een te korte of te lange rok. Probleem opgelost’’
En de vrouwelijke solidariteit? Vrouwen, hoorde ik, kunnen elkaar er ook onder houden.
,,Vrouwen hebben ook last van stereotyperingen. Vrouwen doen net zo tegen vrouwen als mannen tegen vrouwen doen. Het is echt niet zo dat vrouwen supermensen zijn die allemaal voor de zusterzaak gaan.’’
Wat moet er gebeuren om te zorgen dat er meer vrouwen op machtsposities komen?
,,Uiteindelijk gaat het vooral om de aantallen, denk ik. Je ziet het in ziekenhuizen hoe dat proces werkt, we vinden het inmiddels normaal dat de dokter een vrouw is, niet alleen verpleegkundige. Dus gaan we dan ook niet meer denken: kan die vrouw dat wel. We moeten eraan wennen dat de burgemeester een vrouw kan zijn, dat de premier een vrouw is. Vroeger waren de notabelen mannen, nu niet meer. Het is een kwestie van tijd, en een beetje doorduwen door goede voorbeelden te stellen. In de politiek, in de boardroom, in de zorg, op kantoor. Om te laten zien dat het normaal is, een vrouw aan de top.’’
Paspoort
Naam Janka Ireen Stoker
Geboren 16 augustus 1970 in Assen, groeide op in Paterswolde
Opleiding Sociale en arbeids- & organisatiepsychologie Rijksuniversiteit Groningen (RuG), promoveerde aan de Universiteit Twente
Carrière Adviesbureau Berenschot, vanaf 2003 hoogleraar leiderschap en organisatieverandering RuG. Sinds 2008 verschillende bestuurlijke functies, zoals lid RvT Universiteit Twente, vice-decaan Faculteit Economie & Bedrijfskunde, en directeur van expertisecentrum In the LEAD (RuG)
Stoker schrijft o.a. een column in HetFinancieele Dagblad en maakt samen met econoom Harry Gerretsen de podcast Leiderschap in Onzekere Tijden.
Privé Gehuwd, twee dochters en een zoon. Woont in Groningen