Het is voor trein- en busreizigers de belangrijkste entree van de binnenstad. Maar een visitekaartje vormt de zogeheten Gele Loper tussen het Groninger Museum en de Vismarkt niet. Steeds meer junks en dealers bepalen het straatbeeld. Overlast en agressie nemen toe. Volgens buurtbewoners en ondernemers doen de politie en gemeente te weinig.
Een portiek aan de Kleine Haddingerstraat is al tijden meer een openbare gebruikersplek dan de toegang van appartementen. Dag in dag uit, nacht in nacht uit gebruiken junks drugs in het portiek en wordt het door dealers gebruikt om hun voorraad aan de man te brengen. Maar het dient ook als openbaar toilet en aftrekplek, ook op klaarlichte dag.
Bewoners durven niet naar buiten
De stank is vaak niet te harden. De overlast is enorm. Elke dag moet de woningbouw alle portieken in de buurt schoonspuiten en vrijmaken van spuiten en zilverfolie. Bewoners durven niet meer naar buiten of binnen. „Ik werd zelfs achtervolgd toen ik er wat van zei”, zegt een van hen. Ze voelen zich in de steek gelaten door de gemeente en de politie.
Zo vertelt een potige buurman, die ‘s avonds beveiliger bij horecatenten is, dat de politie amper actie onderneemt. „Laatst werd hier iemand in de straat overvallen. Ik ben toen achter de dader aangerend en heb 112 gebeld. Het duurde twintig minuten voordat de politie hier was.” De buurman staat niet alleen in deze klachten en observaties.
Grimmig
Alle buurtbewoners en ondernemers hebben er last van en balen van het, in hun ogen, lakse en milde optreden van de politie en handhaving. Een ondernemer op het Zuiderdiep legt uit: „De hele buurt wordt bevolkt door dealers en junks.”
Wijzend naar de ingang van de Folkingestraat: „Daar staat altijd een groep van een man of tien te dealen. Aan de overkant bij Pathé staat ook een groep dealers. Onderling schreeuwen ze hard naar elkaar. En er wordt openlijk gedeald op klaarlichte dag. Ik zie het constant gebeuren, zelfs met handhaving van de gemeente ernaast. Niemand grijpt in. Ze worden amper opgepakt of weggestuurd.”
En dan heb je nog de vele junks die op de dealers afkomen. Die blijven in de buurt hangen om te gebruiken en hun roes uit te slapen. Ook zij zorgen voor overlast. „Het is onguur op straat en dat van ‘s ochtends vroeg tot ‘s avonds laat, maar hoe later op de dag hoe drukker en grimmiger het wordt”, stelt de ondernemer.
Screenshots uit de video die bovenaan het artikel hangt. Met dealers, junks, een rukker en een pisser
„Het is niet veilig”
Horeca-uitbaters in de buurt onderstrepen de lezing. „’s Ochtends moet ik junks van mijn terras wegsturen. De ene keer gaat dat makkelijk, maar net zo vaak worden ze agressief. Tegenwoordig bel ik de politie, want ik heb geen zin in een mes in mijn ribben omdat ik iemand vriendelijk verzoek te vertrekken. Maar dat schiet niet op, de politie zit om de hoek, maar het duurt soms wel 20 minuten voordat ze hier zijn. Dan is de junk al gevlogen.”
Zijn collega vult aan: „Vroeger werd de zaak vaak door één persoon afgesloten. Dat doen we niet meer. We zijn altijd met zijn tweeën als we sluiten en ik durf hier eigenlijk geen vrouwen alleen meer aan het werk te laten. Het is niet veilig.”
Dat gevoel heeft een onderneemster om de hoek ook. „Het maakt niet uit of ik links of rechts de deur uitga, ze zijn overal. Daar staat altijd een groep en daar ook. Het gebeurt heel vaak dat ik naar de zaak wil, maar doorloop omdat ik er niet langs durf. Dan de zaak maar wat later open.”
„Elke dag komen er nieuwe gezichten bij”
De omwonenden en ondernemers zien niet alleen dat de dealers en junks steeds brutaler en agressiever worden. Het aantal groeit ook in rap tempo. Een van de ondernemers: „Ik zie bijna dagelijks nieuwe gezichten, ze komen overal vandaan.”
De verklaring schuilt volgens hem in de reputatie die Groningen in den lande heeft. „Junks en dealers komen vanuit Rotterdam, Amsterdam en andere steden hiernaartoe omdat ze weten dat de politie in Groningen mild is. Elders worden ze weggestuurd, gefouilleerd en opgepakt, hier rijdt de politie alleen maar langs. Heel sporadisch wordt iemand aangesproken of opgepakt.”
Dan is er ook nog de inbraakgolf in de buurt. „Er zijn eigenlijk twee golven”, verduidelijkt een winkelier uit de Folkingestraat. „Er is een inbraakgolf en een vernielgolf, misschien heeft het met elkaar te maken, maar misschien ook niet. Zeker is dat de laatste tijd bij een stuk of zes zaken hier in deze buurt een raam is ingegooid of getrapt zonder dat er is ingebroken.
Inbraakgolf
De inbraken gebeuren, weet de ondernemer, bij studentenhuizen en winkels. „In het studentenhuis boven ons is kortgeleden ingebroken. De buit was een PlayStation. Bij andere studentenhuizen zijn de laptops meegenomen. Hier in de straat zijn ook meerdere winkeliers slachtoffer van inbraak geworden. Ik durf niet te zeggen dat de junks het doen, maar het valt wel op dat de toename aan inbraken en vernielingen hand in hand lopen met de toename van het aantal junks en dealers. Overdag is dit een leuke en levendige winkelstraat, maar als de ondernemers sluiten verandert dat naar een getto.”
Wat de ondernemers en omwonenden tot slot gemeen hebben, is dat ze blij zijn dat er aandacht voor komt in de media.
Een horecaondernemer, in het hart van het gebied, vertelt: „We hebben al zo vaak om tafel gezeten met de wijkagent en de gemeente, maar er verandert niks. Soms treden politie en handhaving een dag streng op of sturen ze iemand weg, maar daar blijft het bij en dan staan de dealers er zo weer. Misschien dat aandacht in de media de boel in beweging krijgt. Want zo kan het niet doorgaan. Zaken verliezen klanten en personeel durft niet meer te werken. Het is wachten tot een vechtpartij uitmondt in een schiet- of steekpartij met dodelijke afloop. Dat zou niet de eerste keer zijn.”
Dit artikel leunt op gesprekken met tien ondernemers en omwonenden. Voor hun veiligheid staat in het artikel niet met wie we exact hebben gesproken. De namen zijn wel bekend bij de redactie.
Reactie gemeente
„De grote overlast in dat gebied is uiteraard bekend en ons ook een doorn in het oog. Er is een integrale aanpak nodig om het gebied een impuls te geven. Dus zowel hulpverlening en handhaving voor de overlastgevers, maar ook fysieke ingrepen in het gebied. Daar hebben we vorig jaar al een brief over gestuurd aan de raad.
Ten aanzien van de handhaving: uiteraard heeft dat gebied prioriteit. Maar tegelijk moeten we constateren dat we niet de capaciteit hebben om daar continue aanwezig te zijn. En het probleem met drugsdealers is dat ze vaak gevlogen zijn als de handhavers zichtbaar aanwezig zijn. Terwijl men op heterdaad betrapt moet worden. Cameratoezicht kan helpen, maar is het sluitstuk van de aanpak en kan worden toegepast als de overlast uit de hand loopt.”
Reactie politie
„Onder regie van de gemeente is er gestart met een integrale aanpak van overlast in het gebied. Wij werken nauw samen met de gemeente om de problemen aan te pakken en de leefbaarheid voor bewoners en ondernemers te verbeteren. De signalen en meldingen die door omwonenden en ondernemers met ons worden gedeeld nemen we zeer serieus en ze worden meegenomen in de doorontwikkeling van dat plan en de aanpak van gemeente en politie.
Wij houden als politie actief toezicht, handhaven en bekeuren ook waar nodig om de overlast te beperken. Het gaat dan om strafbare feiten, die daadwerkelijk geconstateerd moeten worden.
Zodra er bij ons een melding van een ernstig feit of incident binnenkomt dan krijgt zo’n melding altijd prioriteit en dan is de politie snel ter plaatse. Als er geen sprake is van acute dreiging of gevaar kan het enige tijd duren voordat we aanwezig kunnen zijn als politie. Gemeentelijke Handhaving speelt daarnaast een voorname rol in de afhandeling van meldingen van overlast. Desgewenst kunnen zij de hulp van politie inroepen op het moment dat dit nodig is.
Krijgen we een melding en/of aangifte van vernieling danwel inbraken, dan wordt dat in behandeling genomen. Ben je slachtoffer hiervan, doe dan altijd aangifte.”