Het Pro-Palestina tentenkamp op het Harmonieplein. Foto: Nienke Maat
Hoe gaat het er in het pro-Palestina tentenkamp in Groningen aan toe? En wat brengt een nacht kamperen in de stad met zich mee? Verslaggever Ruben van der Scheer zocht het uit.
Terwijl de avond valt klinkt er opeens muziek: een grote kar vol met eten wordt het kamp ingerold. Al klappend en dansend vieren de demonstranten de aankomst van de maaltijd. ,,Free, free Palestine’’, roepen ze. Voorbijgangers blijven even wat langer staan, een enkeling sluit zich aan bij het zingen. Grote pannen met stoofpot en bakken met rijst en kip worden op een groot plastic zeil gezet. Iedereen gaat in een kring op de grond rond de pannen zitten, schoenen uit. Een paar demonstranten verdelen het eten.
Ik krijg vrijwel meteen een bakje met in mijn handen gedrukt. Ook is er rijst, watermeloen en kip. ,,We hebben met zes mensen vier uur in de keuken gestaan, het was nogal een opgave’’, vertelt Laleh lachend. ,,We hadden maar één gaspitje.’’
Ik mag overnachten
Ik kampeer met de Pro-Palestina demonstranten voor het Harmoniegebouw van de Rijksuniversiteit Groningen (RUG). Er zijn al veel artikelen over dit protest geschreven, maar met de pers praatten de demonstranten weinig. Waarom zitten ze hier, en waarom maken ze zich zo druk over de banden van de RUG met Israëlische universiteiten? Wat drijft deze demonstranten? Om daarachter te komen, besloot DVHN een dagje mee te lopen bij het protest.
Dat ging niet zonder slag of stoot: een dag eerder werd er uitvoerig overlegd of een verslaggever überhaupt welkom was. Sommige demonstranten hebben minder fijne ervaringen met journalisten, waarbij ze stellen dat hun woorden worden verdraaid en ze zo niet hun boodschap kunnen overbrengen.
Toch lukt het. Een oranje tent van een vaste demonstrant die er vannacht niet is, wordt mijn tijdelijke onderkomen.
Het tentenkamp bestaat uit een bonte verzameling van verschillende tenten. Meerdere kleuren, maar ook meerdere groottes. De tenten staan op een kluitje bij elkaar in het midden van het plein onder een groot zeil wat ze moet beschermen tegen de regen. De ene tent staat vast met haringen, de ander niet. Sommige hebben een picknickkleed naast hun tent met wat kussens, waardoor er een ontmoetingsplek ontstaat. De partytenten die de persoonlijke bezittingen en keuken moeten beschermen, staan vast met waterflessen en ducttape. Aan de zijkanten zijn vluchtroutes uitgelegd voor noodgevallen.
Banden verbreken
Ik plof neer op een stoel naast een paar demonstranten. Veel hebben een trui aan, sommige dragen er ook nog een jas overheen. Ze zien eruit alsof ze het inmiddels wel gewend zijn. Ik heb het met een dikke jas en een sjaal nog steeds koud. Ze kletsen veel, sommigen vragen of ik even op hun spullen kan letten terwijl ze een kopje koffie halen.
We praten al snel over hun strijd. Voor enkelen is dit hun eerste demonstratie. Het vreedzame karakter trekt ze aan. De demonstranten willen dit dan ook voortzetten, want ongeregeldheden zoals bij de universiteiten in Amsterdam en Utrecht willen ze niet. ,,We zitten hier omdat we eisen dat de RUG de banden verbreekt met Israëlische universiteiten.’’ vertelt Laleh. ,,Die eis is sinds het begin van de demonstratie duidelijk geweest, en we gaan niet eerder weg totdat de banden zijn verbroken.”
Een andere demonstrant met zwart haar en een blouse zit aan een tafel in het midden van het plein. Wanneer we het over Gaza hebben, kijkt ze hoofdschuddend voor zich uit. ,,Waarom wil je als universiteit financieel bijdragen aan een genocide? Waarom wil je überhaupt met Israël als apartheidsstaat in verband worden gebracht? Ik snap het niet.’’ De demonstranten missen actie van de universiteit, die voorlopig nog steeds de banden met de Israëlische universiteiten in stand houdt.
Geen verveling
De demonstranten vervelen zich geen seconde. Het is net een klein dorpje. Twee mannen zitten al kletsend achter de informatiebalie. Een andere demonstrant, in het zwart gehuld, werkt aan een verslag voor zijn opleiding. Sommige demonstranten vertrekken voor hun college, terwijl anderen zich blij weer bij de groep aansluiten na hun schooldag. Af en toe komt er iemand langs om de rommel op te ruimen en het tentenkamp schoon te houden.
Een van de demonstranten, een vrouw met een grijze blouse, is druk aan het typen op haar laptop. Ze heeft haar mouwen opgestroopt en is, ondanks haar drukke opleiding, zo vaak als ze kan bij het protest. Ze verhaalt over de liefde voor haar Palestijnse sjaal, ook wel een keffiyeh genoemd. Het is een sjaal met een verhaal: ,,Er staat nog één fabriek in Gaza overeind die keffiyehs maakt en niet is platgebombardeerd door Israël. Ze kunnen de bestellingen bijna niet aan.’’
Mensen die er een willen, moeten zich eerst inschrijven en ontvangen na een tijd een link. ,,Daar moet je dan meteen op klikken’’, vertelt de demonstrant met de gekleurde keffiyeh. ,,Daarna heb ik nog drie uur gewacht, het is een heel proces.’’
Wat ze leuk vindt aan haar keffiyeh is dat deze veel verschillende kleuren heeft. Van rood en geel tot zwart en wit. Dit in tegenstelling tot de traditionele zwart en witte Palestijnse keffiyeh. ,,Ik vond deze zo mooi, met al die kleurtjes. Ik moest hem hebben.’’
De sjaal is een teken van steun geworden voor de Palestijnse zaak, ook voor haar. Nu ze de sjaal heeft, zorgt ze er goed voor. ,,Ik heb echt een uur geschreeuwd uit blijdschap toen ik hem had. Het is echt mijn baby, ik verlies hem geen moment uit het oog’’, zegt ze lachend. ,,Ik heb er thuis zelfs een speciale hanger voor.’’
Workshops
Door naar de workshops, want daar ligt vandaag de focus op. Een van de workshops die plaatsvindt gaat over de intifada, oftewel het ‘afschudden’ van oppressie en het recht van mensen op zelfbeschikking. Na een uitleg komen verschillende demonstranten aan het woord die over hun eigen ervaringen praten.
Een lange man gaat in op de onderdrukking van het Palestijnse volk, terwijl een vrouw met een groene jas het koloniale beleid van Nederland door de geschiedenis hekelt. ,,Toen de slavernij uiteindelijk werd afgeschaft, was Nederland een van de laatste landen om dat te doen. En ze hadden ook nog eens een tienjarige overgang voor slaveneigenaren om zo te wennen aan de nieuwe situatie, waardoor ze alsnog slaven mochten houden.’’ In vol ongeloof gooit ze haar handen in de lucht. ,,Hoe dan?’’
Richting het einde van de middag wordt er dieper ingegaan op protesten met een vreedzaam karakter. Hoe moet je bijvoorbeeld reageren als de politie toch overgaat tot ontruiming?
Roshano Dewnarain (21) geeft de workshop. Hij is raadslid in de gemeente Midden-Groningen, en geeft daarnaast ‘demonstratieles’. Hij brengt demonstranten van Extinction Rebellion de fijne kneepjes van het actievoeren bij. ,,Ik gaf deze workshop omdat het voor vreedzame demonstranten belangrijk is te weten wat ze moeten doen bij een ontruiming, en wat hun rechten zijn.’’
Het raadslid is vorig jaar opgepakt bij de klimaatprotesten in Den Haag. Hij weet daarom hoe spannend het kan zijn om oog in oog te staan met de politie. ,,Ik was de eerste keer heel nerveus, want het voelt toch wrang omdat je het gevoel hebt dat je iets doet wat niet mag’’, vertelt Dewnarain. ,,Maar dat is natuurlijk niet zo: demonstreren is een grondrecht.’’
Nu probeert hij zoveel mogelijk aanwezig te zijn bij de demonstratie bij het Harmoniegebouw. ,,Het gaat mij om het grotere geheel, waarbij mensen zichzelf kunnen zijn en in vrede kunnen leven. Daar hoort ook een vrij Palestina bij.’’
Hoe lang nog?
De vraag rijst dan toch, hoe lang houden de demonstranten dit vol? Vrijwel elke demonstrant geeft vastberaden hetzelfde antwoord: ,,Totdat de RUG onze eisen inwilligt.’’ Ze zijn vooral erg trots op wat ze nu al hebben bereikt, en zij willen dit hoe dan ook volhouden tot het einde. ,,Wat mij betreft sta ik hier over twee maanden nog, mij krijgen ze niet weg.’’
Ze weten niet of de RUG de stap gaat zetten tot het verbreken van de banden, maar de demonstranten zijn ervan overtuigd dat ze de druk opvoeren. ,,We staan hier elke dag, voor hun gebouw.’’ vertelt Laleh. ,,Elke keer als ze naar buiten komen of uit het raam kijken, zien ze ons. Ze weten dat we er zijn, en dat stoort ze. Ik pieker er niet over om weg te gaan.’’
De nacht
De nacht begint en de demonstranten houden een vergadering over de nachtdiensten. Georganiseerd verdelen ze zich in vier verschillende ploegen, die elk twee uur voor de veiligheid en rust van de mensen in het kamp moeten zorgen. Dit doen ze door bij de ingangen van het kamp te zitten: in stoelen of op een kleedje. Mocht er toch iemand ruziemaken, zorgen ze ervoor dat de situatie snel deescaleert. Als iemand te moe is, neemt een andere demonstrant de nachtdienst over.
De laatste tijd is het rustig bij het kamp: voorbijgangers raken eraan gewend. ,,We verwachten vannacht niet zo veel, eigenlijk gebeurt er nauwelijks wat’’, weet een vrouwelijke demonstrant met een zonnebril en een zwarte trui. ,,Vaak zijn het dronken mannen die verwensingen naar ons hoofd schreeuwen, maar daar blijft het ook bij. Als we niet reageren gaan ze vaak al snel weg.’’
Tot laat spelen groepjes spelletjes en fluisteren ze om de anderen niet wakker te maken. Rond half één fietsen er een paar mannen langs. Ze slingeren door de Oude Kijk in ‘t Jatstraat en lijken flink te hebben gedronken. ,,Gaan jullie hier nou de hele nacht staan?’’ roept een van hen. ,,Jemig man.’’ Een reactie krijgen ze niet. Stoïcijns staren de demonstranten de mannen na.
Een hechte gemeenschap
De volgende ochtend stap ik in alle vroegte mijn tent uit. Het tijdelijke dorpje voelt al iets vertrouwder. De een brengt de ander een kop koffie. De ander neemt een nachtdienst over.
Wijken is ook na zo’n twee weken kamperen geen optie. De demonstranten geloven tot in hun tenen in hun missie. Als ik het kamp verlaat hoor ik achter mij de eerste ritsen van tenten die opengaan. Er wordt opgeruimd en weer even bijgepraat. Een nieuwe dag van demonstreren is aangebroken.
De geïnterviewde demonstranten vrezen (online) bedreigingen en hun namen zijn daarom geanonimiseerd.