Het Ambonezenbosje aan de dijk in de Carel Coenraadpolder. Foto: Jan Zeeman
Nog nooit had hij zoveel mensen in de Carel Coenraadpolder gezien, verzuchtte een agent tijdens de zoektocht naar de vermiste Jeffrey (10) en Emma (8). Dinsdag wordt er opnieuw gezocht naar de kinderen in het gebied van de grote leegte. Toch is de geschiedenis van de polder veelbewogen.
Toen er maandag in de Carel Coenraadpolder bandensporen werden aangetroffen die leidden naar het water, werd het gebied direct afgezet door de politie. Jeffrey (10), Emma (8) en hun verdachte vader Klaas Bijl (67) werden echter niet gevonden. Ondanks forensisch onderzoek en de inzet van een sonarboot. Dinsdag is de zoektocht in het gebied vervolgd.
Als jongste onder de door met name boeren bewoonde Dollardpolders, bestond de Carel Coenraad-polder vorig jaar een eeuw. Het op de Dollard terugveroverde zeekleigebied werd vernoemd naar oud-commissaris van de Koningin Carel Coenraad Geertsema (1843-1928) en er worden onder meer suikerbieten, aardappelen en graan verbouwd.
Slikwerkers, Duitsers en NSB’ers
Het gebied, zo’n vijftienhonderd hectare groot, staat bekend om de grote leegte. Maar in 1940 komen er halverwege het gebied barakken voor zo’n 700 slikwerkers, die lange en zware dagen moeten maken om de polder aan te leggen. Op die plek, tegen de zeedijk en aan een doodlopend weggetje, doemt in het grote lege landschap plots een plukje populieren op.
Vanaf 1942 wordt dit stukje polder door de bezetter gebruikt voor afweergeschut. De Duitse batterij Dollart Süd dient met vier kanonnen als luchtverdediging voor Emden. Tijdens de bevrijding van Delfzijl wordt Dollart Süd aangevallen en verwoest door de Canadese bevrijder.
Na de Tweede Wereldoorlog komt er op dezelfde plek een interneringskamp voor gevangen genomen NSB’ers. Mede doordat een deel van de bewakers tijdens de oorlog zelf is mishandeld en het Militair Gezag geen toezicht houdt, wordt er eigenrichting toegepast. De gevangenen krijgen het onder erbarmelijke omstandigheden zwaar te verduren en in 1948 wordt het kamp gesloten.
Molukkers en het Ambonezenbosje
Een nieuw hoofdstuk voor het jarenlang leegstaande kamp volgt vanaf 1953. De Carel Coenraadpolder wordt het nieuwe thuis voor zo’n driehonderd Molukkers - mannen, vrouwen en kinderen - en voormalig KNIL-militairen. De mannen hebben aan de zijde van Nederland tegen Soekarno gevochten en zijn door de Nederlandse regering gerepatrieerd. Ze hopen ooit terug te kunnen keren naar Ambon.
In het barakkenkamp in de Carel Coenraadpolder woonden honderden Molukkers. Foto: Stichting Oude Groninger Kerken
Als de regering in 1961 de Molukkers elders wil onderbrengen en het kamp wil ontmantelen, breekt er een kleine opstand uit in de polder. Als de Molukkers gehoor zouden geven aan de wens van de regering, vervliegt in hun ogen de allerlaatste kans op een terugkeer naar Ambon. Maar het kamp wordt ontruimd door de politie en de bewoners verhuizen noodgedwongen naar verschillende plekken.
Het kamp gaat tegen de vlakte en er worden snelgroeiende populieren geplant. Het huidige bos staat in de volksmond bekend als het Ambonezenbosje. Naast een plaquette met een plattegrond van het voormalige kamp herinnert alleen het plukje bomen nog aan die periode.
Huisje met veel privacy
Aan de rand van het bos staat een huisje dat in de oorlog dienstdeed als opslagplek voor Duitse munitie. Anno nu wordt het huisje, Dollart Süd genaamd, als vakantiewoning voor zes personen verhuurd aan toeristen. Over privacy heb je niet te klagen, weet de verhuurder. In de nabije omgeving staan alleen enkele trekkershutten van het Groninger Landschap.
Duisternis in de Carel Coenraadpolder. Foto: Huisman Media