Google heeft dorpen rondom de Eemshaven gepolst over de komst van een datacenter in de Oostpolder. Dat deed het bedrijf via belangenorganisatie Bewoners Belangen Eerst Oostpolder (BBE).
„We zijn in juli door Google benaderd voor een kennismakingsgesprek”, vertelt woordvoerder Ab Reitsma van Bewoners Belangen Eerst Oostpolder (BBE), dat omliggende dorpen vertegenwoordigt. „Het gesprek vond bij Google in de Eemshaven plaats. Er kwamen allerlei zaken aan de orde en Google vroeg ons onder meer wat we ervan zouden vinden als er een datacenter in de Oostpolder komt. Daar voelen we natuurlijk helemaal niks voor. Ik heb gekscherend gezegd: ‘alleen als-ie diep in de grond komt en geen geluid maakt.’”
Hogeland wil geen datacenters
Reitsma was woensdagavond aanwezig bij het raadsoverleg van Het Hogeland over de plannen voor de Oostpolder. Het huidige landbouwgebied wordt, als het aan de gemeente en de provincie ligt, volgebouwd met bedrijven die zich bezighouden met onder meer waterstof en duurzame energie. Daarnaast komt er een hoogspanningsstation voor stroom van de Noordzee-windparken.
De huidige plannen staan datacenters nog wel toe. „Maar we doen ons best om dit te voorkomen,” zei wethouder Eltjo Dijkhuis (Gemeentebelangen). „We willen dit absoluut niet, dat valt niet te rijmen met het groene industriegebied dat wij voor ogen hebben.” Google was woensdagavond niet meer in de gelegenheid om te reageren.
Compensatie boeren
De provincie en de gemeente zijn in gesprek met vijftien boeren over de verkoop van de 600 hectare grote polder, die slechts door een oude slaperdijk van Oudeschip wordt gescheiden. De wethouder vertelde dat voor boeren die hun land willen verkopen ter compensatie op een andere plek inmiddels 275 hectare grond is aangekocht.
Ongeveer 400 hectare in de Oostpolder wordt ingericht voor het uitbreidingsplan, terwijl aan de zuidkant als buffer een zogeheten groen-blauwe zone van 160 hectare met bomen en water komt. BBE vreest dat deze ‘groen-blauwe’ buffer de dorpen niet gaat behoeden voor nog meer geluidshinder en horizonvervuiling door gebouwen. Woordvoerder Reitsma zei de energietransitie belangrijk te vinden. „Maar het mag niet ten koste gaan van de mensen die hier wonen. Het gaat om onze dorpen, onze gezondheid, onze toekomst. Het gaat om ons thuis.”
Waar moeten de bouwvakkers wonen?
Ze zetten grote vraagtekens bij de toegestane bouwhoogtes. „45 meter hoog, dat is bijna de hoogte van de Mariakerk in Uithuizermeeden. Ter vergelijking: de Walfriduskerk in Bedum is 35 meter, de Jacobikerk in Uithuizen 33 meter. Ook de geluidsnormen zijn onacceptabel hoog. Ze horen thuis op een industrieterrein.”
De beloofde groen-blauwe zone stelt niet gerust. „Die zones lijken nu vooral ruimte te bieden aan leidingen en infrastructuur. De belofte van natuur en rust verdwijnt.”
Raadsleden zitten ook nog vol vraagtekens. „We delen de zorgen van inwoners dat de bouwperiode voor meer overlast zal zorgen dan de exploitatie,” zei Remke de Rijk (PvdA).
Chagrijn over provincie
Er was eveneens veel chagrijn over de handelwijze van de provincie Groningen, die met onfeilbare precisie uitgerekend tijdens het raadsoverleg van de gemeente in Hotel Ekamper in Roodeschool een informatieavond over de Oostpolder hield.
Zowel Fractie Lokaal Sociaal als Gemeentebelangen vroegen waar al die, veelal buitenlandse, werknemers worden gehuisvest. Dijkhuis zegde toe dat de gemeente hier grip op probeert te krijgen, onder meer door vergunningen af te geven om meer kamers in een gebouw te realiseren.
Zowel de provincie als de gemeenteraad nemen op 10 september een besluit over het inpassingsplan voor de Oostpolder